Inleiding druk

Druk VS kracht
Deze begrippen worden vaak door elkaar gehaald, maar weten jullie wat ze betekenen? 
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Druk VS kracht
Deze begrippen worden vaak door elkaar gehaald, maar weten jullie wat ze betekenen? 

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer zak je het minst snel door ijs?
A
Als je er met je twee voeten opstaat.
B
Als je ligt.

Slide 2 - Quizvraag

Hoe krijg je een punaise het beste in de muur gedrukt?
A
Met de puntige kant
B
Met ronde kant

Slide 3 - Quizvraag

Druk
Wanneer zak je het minst snel door ijs? = Als je erop ligt 
Je verspreidt je zwaartekracht over een grotere oppervlakte. 

Hoe krijg je een punaise het beste in de muur gedrukt? = Met de puntige kant 
De druk is groter aan deze kant. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is druk dan?
De druk op een oppervlak is de verhouding van de grootte van de kracht loodrecht op dat oppervlak tot de grootte van dat oppervlak waarop de kracht werkt.
  • Hoe kleiner het contactoppervlak, hoe groter de druk.
  • Hoe groter de kracht, hoe groter de druk
(Twee voeten op ijs = grotere druk = doorzakken)
(Scherpe kant punaise = grotere druk = in muur duwen) 

Slide 5 - Tekstslide

Wat heb je nodig om een winkelkarretje vooruit te duwen?
A
Druk
B
Kracht

Slide 6 - Quizvraag

Krachten
Een voetballer trapt een bal richting doel. Hij oefent een kracht uit op de bal. 
Je ziet de kracht zelf niet, maar wel het effect van de kracht.

Hetzelfde bij het winkelkarretje. Mama oefent kracht uit op het karretje. Je ziet mama's kracht niet, maar wel het effect van haar krachten op het winkelkarretje. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is kracht dan?
Natuurkundige grootheid die een voorwerp van vorm of van snelheid kan doen veranderen. 
Effecten van krachten:
  • Verandering van snelheid (vertragen - versnellen - richting) 
Vb. sneller of trager lopen, richting van attractie in rondje 
  • Vervormen (plastisch - elastisch) 
Vb. gebotste auto (zal zo blijven), trampoline (dezelfde vorm) 

Slide 8 - Tekstslide