- Werken met lessonups en ppt + opdrachten in de les
- Huiswerk maken FLEX boek
- Oefenen (online)
- Practicumboekje
- Afsluiting met een PW (telt 3x)
Slide 6 - Tekstslide
Het 'biologische momentje' van de dag:
Verlangen naar pittig eten in de ruimte veel groter!
Dat komt waarschijnlijk omdat in gewichtloze omstandigheden meer bloed naar je hoofd stroomt, waardoor je slijmvliezen opzwellen en je minder goed ruikt. Ook is er in de ruimte minder temperatuurverschil. Dat zorgt ervoor dat minder moleculen je smaakpapillen raken.
Tabasco, chilisaus en flesjes zoutwater (kristallen zouden wegzweven) zijn in het ISS daarom erg in trek.
In de ruimte moet eten plakkerig zijn. Droog voedsel met veel kruimels kan gevaarlijk zijn voor apparatuur en de astronauten.
Het menu wordt samengesteld in een laboratorium. Want alles bij elkaar moet het precies de juiste voedingsstoffen, energiehoeveelheid en vitamines bevatten. En het moet één tot twee jaar houdbaar zijn.
Het standaard menu (gerechten met vlees, vis, zoete aardappel, pasta en meer) zit verpakt in blikjes of zakjes. Blikjes worden opgewarmd in iets dat lijkt op een broodrooster. Gevriesdroogd eten in zakjes, daar hoeft alleen een beetje water bij. En dan is er nog ‘bonusvoedsel’: iets dat je zelf bijzonder lekker vindt en buiten het menu om mee wilt nemen.
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen:
Na deze les kun je:
Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen.
Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is voor jou 'gezond eten'?
Slide 9 - Open vraag
7.1 Eetgewoonten:
Voedingsmiddelen: producten die je eet of drinkt.
Plantaardig/dierlijk.
Eetgewoonten bepaald door: - je geloof, - het land waar je woont of waar je vandaan komt, - je voorkeur.
Eetgewoonten zijn aan ontwikkeling onderhevig (mode/reizen/aanbod).
Slide 10 - Tekstslide
Waardoor wordt je eigen eetgewoonte bepaald?
A
Geloof of overtuiging (bijv. vegetariër zijn)
B
Land waar je woont/vandaan komt
C
Eigen voorkeur
D
Thuis (ouder(s)) die koken
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Waar komen jullie in verleiding om ongezond te eten?
Slide 13 - Woordweb
Gezonde kantine op school?
Naast thuis, kinderen bewust te maken van gezond en duurzaam voedsel. - betere schoolprestaties, - minder schooluitval, - gezondere leefstijl.
Gezonde kantine – duwtje in de rug voor gezondere keuze.
Divers aanbod van voedingsmiddelen.
Slide 14 - Tekstslide
Voedingsmiddel - voedingsstof
Voedingsstoffen = bruikbare bestandsdelen uit voedingsmiddelen.