7.1 Gezond eten VWO 2

7.1 Gezond Eten VWO 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.1 Gezond Eten VWO 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Start Schooljaar
- Wat te verwachten van dit hoofdstuk  + toetsing + practicumboekje
- Het 'Biologische momentje' van de dag.
- Leerdoelen
- Behandelen theorie
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Benodigheden:
- Boeken Nectar 2/3 vwo FLEX
- Device (online methode)
+ lessonup
- Schrift
- Tekenmateriaal


Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn je verwachtingen
dit jaar van biologie?
Wat hoop je te leren of te gaan doen?

Slide 4 - Woordweb

Toetsing:
  • H7: Eten
     Practicumboekje, PW, evt. opdracht
  • H8: Je lichaam werkt
      Practicumboekje, PW 
  • H9: Gezondheid
      Uitleg, practica, opdrachtboekje, PW
  • Mindmap 9.2
  • H10: Voortplanting
     Uitleg, practica, EHBO, PW
  • SOA poster
  • 6 cijfermomenten. 

Slide 5 - Tekstslide

Dit hoofdstuk: H7 eten
- Werken met lessonups en ppt + opdrachten in de les
- Huiswerk maken FLEX boek
- Oefenen (online)
- Practicumboekje

- Afsluiting met een PW (telt 3x)

Slide 6 - Tekstslide

Het 'biologische momentje' van de dag:
Verlangen naar pittig eten in de ruimte veel groter!
  • Dat komt waarschijnlijk omdat in gewichtloze omstandigheden meer bloed naar je hoofd stroomt, waardoor je slijmvliezen     opzwellen en je minder goed ruikt. Ook is er in de ruimte minder temperatuurverschil. Dat zorgt ervoor dat minder moleculen
      je smaakpapillen raken. 
  • Tabasco, chilisaus en flesjes zoutwater (kristallen zouden wegzweven) zijn in het ISS daarom erg in trek.
  • In de ruimte moet eten plakkerig zijn. Droog voedsel met veel kruimels kan gevaarlijk zijn voor apparatuur en de astronauten.
  • Het menu wordt samengesteld in een laboratorium. Want alles bij elkaar moet het precies de juiste voedingsstoffen,
      energiehoeveelheid en vitamines bevatten. En het moet één tot twee jaar houdbaar zijn.
  • Het standaard menu (gerechten met vlees, vis, zoete aardappel, pasta en meer)
     zit verpakt in blikjes of zakjes. Blikjes worden opgewarmd in iets dat lijkt op een
     broodrooster. Gevriesdroogd eten in zakjes, daar hoeft alleen een beetje water bij.
     En dan is er nog ‘bonusvoedsel’: iets dat je zelf bijzonder lekker vindt en buiten
     het menu om mee wilt nemen. 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Na deze les kun je:

  • Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
  • Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
  • Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen.
  • Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
  • Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is voor jou 'gezond eten'?

Slide 9 - Open vraag

7.1 Eetgewoonten: 
  • Voedingsmiddelen: producten die je eet of drinkt.

  • Plantaardig/dierlijk.

  • Eetgewoonten bepaald door:
    - je geloof,
    - het land waar je woont of waar je vandaan komt,
    - je voorkeur. 

  • Eetgewoonten zijn aan ontwikkeling onderhevig (mode/reizen/aanbod).
     


Slide 10 - Tekstslide

Waardoor wordt je eigen eetgewoonte bepaald?
A
Geloof of overtuiging (bijv. vegetariër zijn)
B
Land waar je woont/vandaan komt
C
Eigen voorkeur
D
Thuis (ouder(s)) die koken

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Waar komen jullie in verleiding
om ongezond te eten?

Slide 13 - Woordweb

Gezonde kantine op school?
  • Naast thuis, kinderen bewust te maken van
     gezond en duurzaam voedsel.
    - betere schoolprestaties,
    - minder schooluitval,
    - gezondere leefstijl. 

  • Gezonde kantine – duwtje in de rug voor gezondere keuze.

  • Divers aanbod van voedingsmiddelen.

Slide 14 - Tekstslide

Voedingsmiddel - voedingsstof
  • Voedingsstoffen = bruikbare bestandsdelen uit  voedingsmiddelen.

  • 6 groepen:
    - eiwitten                        - koolhydraten                    - mineralen (zouten) 
    - vetten                            - water                                    - vitaminen
     
  • Plantaardig materiaal: bevat voedingsvezel (niet verteerd). Goede stoelgang.

     LET OP: VOEDINGSVEZELS = GEEN VOEDINGSSTOF!
  • Functies (zie volgende slide).

Slide 15 - Tekstslide

Functies voedingstoffen
  • Bouwstoffen: groei, ontwikkeling, herstel.

  • Brandstoffen: energie.

  • Beschermende stoffen: voorkomt ziekte.

  • Reservestoffen: opslag (vet/suikers).
  • Sommige voedingsstoffen hebben meerdere functies!
  • Leren blz. 11 Bron 4 KK!



Slide 16 - Tekstslide

Gezond of ongezond?
Wat is je favoriete tussendoortje?

Slide 17 - Woordweb

Wat maakt voedsel gezond?
  • Gezonde voeding: Gevarieerd en veilig (vers) voedsel.
     (En beweeg, eet met regelmaat, eet niet te veel, weinig vet en suiker, veel groente en fruit! )

  • Schijf van 5. Uit elk vak iets eten per dag. Leren blz. 12/13 bron 5/6 KK! 

  • Tussendoortjes - gezonde of ongezonde keuze?
  • Check het etiket!  

  • In balans: - ADH - overgewicht - ondergewicht - eetstoornis

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Voedselbederf tegengaan:
  • Vermeerdering schimmels en bacteriën tegenaan.
      (d.m.v. sporen of deling).
  • Voedselvergiftiging (bijv. door salmonella).
  • Voedsel conserveren d.m.v.:
    - verhitten
      (pasteuriseren = 72-80 graden of steriliseren = 120 graden) 
    - koelen/invriezen
    - additieven toevoegen (zout/zoet/zuur) evt. speciaal conserveermiddel.
    - vacuüm of gas verpakken.
    - drogen (bijv. rozijnen)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Terugblik leerdoelen
  • Kun je nu:...

  • de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
  • zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
  • met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
  • uitleggen wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen.
  • mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
  • manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting
- terugblik leerdoelen
- Maken paragraaf 7.1 (Zie HW)

Slide 23 - Tekstslide