Blok 6 les 5/6: omgaan met verschillen nog aanpassen

PDO
Les 5/6 omgaan met verschillen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PDO
Les 5/6 omgaan met verschillen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
- Terugblik vorige les
- Zorgverbreding
- Self-determination Theory (SDT)
- Adaptief onderwijs
- Jeugdzorg 



Lesdoel: aan het eind van de les kunnen de studenten
                  uitleggen wat de self-determination theory 
                  inhoudt en bij elke basisbehoefte een voorbeeld geven. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat uit de vorige les heeft je aan het denken gezet?

Slide 3 - Woordweb

Een referentiekader is veranderbaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Een kind met het syndroom van Down in een groep op een normale basisschool, is een voorbeeld van;
A
adaptief onderwijs
B
special basisonderwijs
C
gepast onderwijs
D
inclusief onderwijs

Slide 5 - Quizvraag

diversiteit
op basis van

Slide 6 - Woordweb

Vandaag:
Lesdoel: 
Aan het einde van de les kennen de studenten de drie basisbehoeften. 
Ze snappen dat er een verbinding is tussen passend onderwijs en de drie basisbehoeften.
De studenten hebben kennisgenomen van de instanties voor jeugdzorg en de meldcode kindermishandeling. 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Adaptief onderwijs
= onderwijs waarbij je in de groep zo goed mogelijk omgaat met verschillen tussen kinderen.


Adaptief betekent aanpassen.
Kern van adaptief onderwijs is zelfsturing.
Geeft de leerling het vertrouwen aan te kunnen wat hij in de toekomst tegen komt.
§ 3.2 Zorgverbreding

Slide 13 - Tekstslide

Relatie
Competentie
Autonomie
Afspraken nakomen
Leerling zelf verwerkingsvorm van activiteit laten kiezen
'Leerlingparlement' binnen de school
Complimenten geven
Aansluiten bij niveau van de leerling
Informeren naar interesses van de leerling

Slide 14 - Sleepvraag

§ 3.3 Als er zorgen zijn

In Nederland verschillende organisaties die zich actief inzetten voor kinderen en jongeren.

In de jeugdwet (2015) is alles rondom zorg vastgelegd.

Onder laagdrempelige zorg vallen
- Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
- Zorgadviesteam (ZAT)
- Wijkteam
Voor advies school /ouders (kan anoniem)

Slide 15 - Tekstslide

§ 3.3 Als er zorgen zijn

Slide 16 - Tekstslide

§ 3.3 Als er zorgen zijn

Specialistische zorg

- Ambulante jeugdhulp
- Pleegzorg
- Jeugdzorgplus
- Verblijf in een jeugdinstelling
- Jeugd-GGZ
- Jeugdzorg voor jongeren met een beperking

Geef van elke vorm in één zin aan wat ermee bedoeld wordt.

Slide 17 - Tekstslide

§ 3.3 Als er zorgen zijn

Jeugdbescherming en jeugdreclassering houden zich bezig met:
> ondertoezichtstelling (OTS)
> uithuisplaatsing
> begeleiding van jongeren die in aanraking zijn
   geweest met justitie. 


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 
Ga naar de website van Veilig thuis en onderzoek en noteer antwoorden op de volgende vragen.

Slide 19 - Tekstslide

Vragen:
1- Wat is Veilig thuis?
2- Wanneer bel je Veilig thuis?
3- Hoe vaak komt kindermishandeling voor in Nederland?
4- Wanneer is veilig thuis bereikbaar en wat kost bellen?
5- Hoe werkt Veilig thuis?
6- Wat kunnen signalen zijn van huiselijk geweld/mishandeling?
7- Wat wordt er verstaan onder de meldcode?

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden:

1- Advies-en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling
2- Bij zorgen en vermoedens van geweld of mishandeling of voor advies (kan
     anoniem)
3- 119.00 kinderen (op een klas van 30 -1 kind)
4- 7 dagen per week , 24 uur en is gratis

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden:

5-
De medewerker luistert naar je verhaal, stelt vragen en beantwoordt jouw vragen;
De medewerker kijkt samen met jou of er iets is wat jij zelf kunt doen;
Komen jullie tot de conclusie dat de situatie te lastig is? Dan kan de medewerker je helpen om een melding te maken van je vermoedens. Dit kan anoniem;
Op basis van de melding doet Veilig Thuis zelf onderzoek naar de situatie of roept ze de hulp in van een lokale hulpverlener, zodat het gezin geholpen kan worden;
Als je melding maakt, vertelt Veilig Thuis wat er met de melding gaat gebeuren.

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden:

6-bijv.:
Opvallend gedrag, schrikken van aanrakingen, vaak verwondingen, gekke verklaringen daarvoor, onverzorgd, dierenmishandeling...

Slide 23 - Tekstslide

antwoorden
7-
Stap 1: In kaart brengen van signalen.
Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van Veilig thuis (het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling).
Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).
Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Heb ik op basis van stap 1 t/m 3 een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling? Heb ik een vermoeden van acute of structurele onveiligheid?
Stap 5: Neem 2 beslissingen:
Is melden noodzakelijk? Melden is noodzakelijk als er sprake is van acute of structurele onveiligheid.
Is hulp verlenen of organiseren (ook) mogelijk? Hulp verlenen is mogelijk als:

    De professional in staat is om effectieve/passende hulp te bieden of te organiseren.
    De betrokkenen meewerken aan de geboden of georganiseerde hulp.
    De hulp leidt tot duurzame veiligheid.

Indien hulp verlenen op basis van één van deze punten niet mogelijk is, is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk.

Slide 24 - Tekstslide