250508 Thema D - §3 + wwspelling §11

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom M1b!

Je mag zelf kiezen, maar.... 

de jongens zitten niet allemaal bij elkaar.

Deze spullen heb ik nodig:

• leesboek
• iPad
• werkboek
• etui

Wat gaan we doen?

1. Lezen (10 min)
   
2. Drie vragen om mee te oefenen (10 min)
3. Spelling §11: sterke werkwoorden (25 min)
4. Thema D: helden > vragen stellen  (25 min)
5. Evaluatie (5 min)

Drie vragen om mee te oefenen

1. Zijn onderstaande werkwoorden 'sterk' of 'zwak'?
   springen
   geven
   leven
   
   
2. Schrijf de werkwoorden zoals deze horen:
   Wat jij precies _______ (bedoelen), _______ (weten) ik niet precies.
   De minister ________ (beantwoorden) binnen drie uur zijn mail.
   
   
3. Hoe schrijf je de verleden tijd van het werkwoorden LEVEN?

Wat gaan we doen?

1. Lezen (10 min)
   
2. Drie vragen om mee te oefenen (10 min)
3. Spelling §11: sterke werkwoorden (25 min)
4. Thema D: helden > vragen stellen  (25 min)
5. Evaluatie (5 min)

Leerdoel

Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

De persoonsvorm

Tegenwoordige tijd

Ik-vorm (ik loop)

Ik-vorm + t (hij loopt)

Hele werkwoord (wij lopen)

De persoonsvorm

Zwak - verleden tijd

Stam = hele werkwoord - en

Zit de laatste letter in 

't x-kofschip?

Dan schrijf je + te(n) 

Tegenwoordige tijd

Ik-vorm (Ik loop)

Ik-vorm + t (Hij loopt)

Hele werkwoord (wij lopen)

De persoonsvorm

Zwak - verleden tijd

Stam = hele werkwoord - en

Zit de laatste letter in 

't sexy-fokschaap ?

Dan schrijf je + te(n) 

Tegenwoordige tijd

Ik-vorm (Ik loop)

Ik-vorm + t (Hij loopt)

Hele werkwoord (wij lopen)

Sterk - verleden tijd

Deze werkwoorden schrijf je zoals je ze hoort.

Dit moet je leren!

Lopen = liepen

Simone (springen, pvvt) een gat in de lucht van vreugde!

Hoe oud (worden, pvvt) hij?

Filip (schreeuwen, pvvt) altijd zo verschrikkelijk hard op de gang

Masha en ik (vluchten, pvvt) snel uit het brandende huis

Vul de juiste spelling in:

Op donderdagen (laten, pvvt) ik de hond uit.

Vul de juiste spelling in:

De docenten (verhogen, pvvt) de cijfers met 1 punt.

Oefenen spelling §11

Opdracht:  Maak in je werkboek/schrift

Spelling §11 (blz. 242) opdracht 2 t/m 4

Met een aantal leerlingen maak ik opdracht 1 samen.

Hoe: Bekijk het stoplicht: je werkt alleen of in tweetallen

Nodig: Werkboek/schrift + pen

Klaar: 

• Oefen op je iPad: www.spellingoefenen.nl > persoonsvorm tegenwoordige tijd + verleden tijd
• Lees het nieuws op www.nu.nl

Wat gaan we doen?

1. Lezen (10 min)
   
2. Drie vragen om mee te oefenen (10 min)
3. Spelling §11: sterke werkwoorden (25 min)
4. Thema D: helden > vragen stellen  (25 min)
5. Evaluatie (5 min)

Leerdoel

Thema D Helden

• Ik weet dat er verschillende soorten helden zijn.
• Ik kan helden herkennen in een verhaal.

• Ik kan open en gesloten vragen herkennen in een interview.
• Ik kan zelf open en gesloten vragen bedenken en opschrijven.

Een interview afnemen...
Wie heb jij wel eens geïnterviewd?

Interview...
Weet jij nog iets wat belangrijk was om te doen of te weten?

Wat voor antwoord kun je krijgen op een gesloten vraag?

Bedenk eens een gesloten vraag...

Wat voor antwoord kun je krijgen op een open vraag?

Bedenk eens een open vraag...

Helden §3 (blz. 183)

Opdracht: 

Maak opdracht 1 en 2 in je werkboek.

Bij opdracht 2 heb je je iPad nodig. Je bekijkt online een filmpje.

We bespreken de opdrachten over 10 min.

Hoe: in tweetallen

Nodig: werkboek, pen, schrift iPad

Klaar:  Lees het nieuws op www.nu.nl of oefen werkwoordspelling op www.spellingoefenen.nl

Evaluatie

- Wat ging goed?

- Waar moeten we nog meer aandacht aan besteden in de lessen?