Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
6.1 - Relative Pronouns
Who / which / that / x
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Who / which / that / x
Slide 1 - Tekstslide
WHO
gebruik je bij...
A
dingen
B
dieren
C
personen
D
iedereen
Slide 2 - Quizvraag
Who Which That
- I play tennis with Bart.
- Bart lives in Amsterdam
--> I play tennis with Bart,
who
lives in Amsterdam.
- I play tennis with Bart.
- Tennis is my favourite sport.
--> I play tennis,
which
is my favourite sport, with Bart.
Slide 3 - Tekstslide
The monkey, .... was very young, has eaten two bananas.
A
who / that
B
who
C
which / that
D
which
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer gebruik je geen that:
Je kunt alleen that gebruiken als er geen komma voor who/which in de zin staat.
The monkey
, that
was very young
,
has eaten two bananas.
Slide 5 - Tekstslide
The film, ... lasted for three hours, was boring.
A
who
B
which
C
who/that
D
which/that
Slide 6 - Quizvraag
Is he the man ... found your wallet?
A
who/which
B
which/that
C
who/that
D
which
Slide 7 - Quizvraag
Beide correct
Is he the man
that
found your wallet?
Is he the man
who
found your wallet?
Slide 8 - Tekstslide
He is the man .... I loved
A
who
B
which
C
that
D
x
Slide 9 - Quizvraag
Weglaten
Kan alleen als:
er een voornaamwoord of zelfstandig naamwoord achter staat!
- The building
where
I
forgot my bag will be closed tomorrow.
- The building
I
forgot my bag will be closed tomorrow.
--> Dit kan allebei
Slide 10 - Tekstslide
Weglaten
Kan alleen bij:
zinnen waar het betrekkelijk voornaamwoord niet tussen komma's staat
.
- This is the car
which
I bought in 2013.
- This is the car I bought in 2013.
--> Dit kan allebei
Slide 11 - Tekstslide
This is the boy........had an accident.
A
which / that
B
who / that
C
which / that / x
D
who / that / x
Slide 12 - Quizvraag
Yesterday I saw a car ................ was really old.
A
which / that
B
who / that
C
which / that / X
D
who / that / X
Slide 13 - Quizvraag
This is the ring ... I found yesterday.
A
which / that
B
who / that
C
which / that / X
D
who / that / X
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
3HV 3.1 starten - Relative Pronouns
Februari 2020
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4 gt - WHO WHICH THAT
Maart 2019
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
W19 2H unit 5.4 LES 1
April 2020
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
(WEEK 20) Betrekkelijke vnw.
April 2020
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
1bvh - Unit 3D- Relative Pronouns
Januari 2022
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
(WEEK20, 14-05) Betrekkelijke vnw.
Mei 2020
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
(WEEK 12) Betrekkelijke vnw.
Maart 2021
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Grammar 1.1 Betrekkelijke vnw.
September 2020
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4