22 Actieve en passieve zinnen bewust gebruiken

LWB. p. 215
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LWB. p. 215

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurt er?

Slide 2 - Open vraag

Waren deze voorbeelden actief of passief volgens jullie?
A
Actief
B
Passief

Slide 3 - Quizvraag

Formuleer dit nu eens met een vorm van 'worden' in je zin.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Herwerk deze tekst per twee en maak hem meer actief.

Slide 6 - Open vraag

Analyseer deze zinnen even... 
Welke is actief en welke passief?
Benoem de zinsdelen en kijk wat er anders is.
Tip: het zinsdeel dat begint met 'door...' is een HV (= handelend voorwerp).

Jef werd ontvoerd door de leerlingen van 2AXa.
De leerlingen van 2AXa ontvoerden Jef.

Slide 7 - Tekstslide

Juist of fout? In een passieve zin komt een vorm van 'worden' voor en een VD.
A
Juist
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Juist of fout? In een actieve zin doet je onderwerp de actie.
A
Juist
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Juist of fout? In een passieve zin heb je een HV en dit doet de actie.
A
Juist
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Juist of fout? Je maakt van een passieve zin een actieve zin door je HV als O in te zetten.
A
Juist
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Juist of fout? Als je van een passieve zin een actieve zin wil maken, wordt het O van je passieve zin LV in je actieve zin.
A
Juist
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Juist of fout? Passieve zinnen zijn beter dan actieve zinnen.
A
Juist
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Actieve zin
bv. Ik eet een taart.
Het onderwerp doet de actie.

Slide 14 - Tekstslide

Passieve zin
De taart wordt gegeten door mij.

Het onderwerp doet de actie niet!
HV (handelend voorwerp) doet de actie (= mij/ik).

In passieve zinnen heb je worden/zijn + VD!
En vaak een HV dat begint met 'door...'

Slide 15 - Tekstslide

Van actief naar passief
Ik eet de taart.   
  O   PV          LV        

De taart wordt gegeten door mij.
O           PV        VD                HV

=> O wordt HV en LV wordt O

Slide 16 - Tekstslide

Van passief naar actief
De taart wordt gegeten door mij.
O           PV        VD                HV
Ik eet de taart.
  O  PV     LV      
      
=> O wordt LV en HV wordt O 
Worden, VD en 'door...' vallen weg!

Slide 17 - Tekstslide