mentorproject periode 4 - Covey

Mentorles
periode 4
Wees proactief
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Mentorles
periode 4
Wees proactief

Slide 1 - Tekstslide

Dagopening

Slide 2 - Tekstslide

DEEL I: Wees proactief

Slide 3 - Tekstslide

proactief

Slide 4 - Woordweb

Wees proactief
Denk eens na over een tegenvaller in de afgelopen week (mag privé of op school) en beantwoord de volgende vragen. 

  • Wat gebeurde er?
  • Hoe reageerde jij? Welke keuze maakte je?
  • Hoe reageerde jouw omgeving?

Slide 5 - Tekstslide

Wat gebeurde er?

Slide 6 - Woordweb

hoe reageerde jij? Welke keuze maakte jij?

Slide 7 - Woordweb

hoe reageerde jouw omgeving?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

 Wees proactief
  • Wat valt je op in dit filmpje?
  • Hoe kijk je hier als buitenstaander naar?

  • Hoe zou jij zelf als buitenstaander naar de tegenslag van deze week kijken?
  • Hoe zou dit gevoel jouw keuze veranderen?

Slide 10 - Tekstslide

wat valt je op aan dit filmpje?

Slide 11 - Woordweb

hoe zou jij zelf als buitenstaander naar de tegenslag van afgelopen week kijken?

Slide 12 - Woordweb

hoe kijk je hier als buitenstaander na?

Slide 13 - Woordweb

hoe zou dit gevoel jouw keuze veranderen

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Wees proactief
In dit filmpje wordt gesproken over keuzes maken. 
  • Wat heeft een keus te maken met proactief zijn?
  • Bekijk nog eens de gemaakte keuzes bij je eigen 'tegenvaller'. 
  • Welke keuzes had je ook kunnen maken?

Slide 16 - Tekstslide

Wat heeft een keus te maken met proactief zijn?

Slide 17 - Woordweb

bekijk nog eens je gemaakte keuze bij je eigen tegenvaller:
Welke keuzes had je ook kunnen maken

Slide 18 - Woordweb

DEEL I: Wees proactief
'Proactiviteit zijn' heeft dus te maken met het maken van keuzes. Je hebt de iedere dag talloze keuzes waarbij je je proactief of reactief kunt opstellen. 

Bekijk het volgende filmpje

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

DEEL I: Wees proactief
Dit filmpje wordt vaker als metafoor gebruikt voor het leven en de keuzes die je daarin maakt. Je hebt daarin verschillende 'onderdelen'. Maak op je werkblad de vragen die hierbij horen. 

Slide 21 - Tekstslide

DEEL I: Wees proactief
Waar staan de verschillende metaforen voor?

Bestemming: jouw doelen (school, prive, sport)
Monsters: belemmerende gedachten
Stuur: keuzes
Koers: weg richting de bestemming / doelen
Zon/vissen/pinguïns: dingen waarvan je geniet

Slide 22 - Tekstslide

DEEL I: Wees proactief
Nu kun je op je werkblad invullen hoe deze metaforen voor jou gelden. Wat is jouw bestemming? Welke monsters zijn er op jouw schip? Hoe belemmeren die jouw reis? 

Doe dit eerst voor jezelf (1 min)
Deel het vervolgens in tweetallen. (2 min)

Slide 23 - Tekstslide

DEEL I: Wees proactief
De docent maakt in de klas een proactieve en een reactieve kant. Welke uitspraak hoor jij jezelf het meest zeggen in het dagelijks leven?

Slide 24 - Tekstslide

Welke uitspraken hoor jij jezelf het meest zeggen in het dagelijks leven?
A
Zo is het nu eenmaal
B
Wat zijn de alternatieven?

Slide 25 - Quizvraag

Welke uitspraken hoor jij jezelf het meest zeggen in het dagelijks leven?
A
Hoe moeten we het dan doen?
B
Zullen we het zo doen?

Slide 26 - Quizvraag

Welke uitspraken hoor jij jezelf het meest zeggen in het dagelijks leven?
A
Ik weet het niet/ ik heb daar geen kennis van!
B
Hoe kan ik dat te weten komen?

Slide 27 - Quizvraag

Welke uitspraken hoor jij jezelf het meest zeggen in het dagelijks leven?
A
Ik ga het proberen...
B
Ik ga het doen!

Slide 28 - Quizvraag

Welke uitspraken hoor jij jezelf het meest zeggen in het dagelijks leven?
A
Ja maar , hij zij doet niks!
B
hoe kunnen we hem/haar beter betrekken bij de opdracht

Slide 29 - Quizvraag

DEEL I: Wees proactief
Wat zou de proactieve variant van de volgende uitspraak kunnen zijn?


Slide 30 - Tekstslide

'Ik keek alleen maar even in mijn telefoon om mijn mail te checken'

Slide 31 - Woordweb

DEEL I: Wees proactief
Wat zou de proactieve variant van de volgende uitspraak kunnen zijn?



Slide 32 - Tekstslide

'Ik kan vanmiddag niet nablijven, want ik moet kranten lopen'

Slide 33 - Woordweb

DEEL I: Wees proactief
Wat zou de proactieve variant van de volgende uitspraak kunnen zijn?


Slide 34 - Tekstslide

'Als docenten hun nakijkwerk niet op tijd doen, hoef ik mijn huiswerk ook niet op tijd af te hebben!'

Slide 35 - Woordweb

DEEL I: Wees proactief
Wat zou de proactieve variant van de volgende uitspraak kunnen zijn?



Slide 36 - Tekstslide

'Ja maar het stond niet op Magister!

Slide 37 - Woordweb

DEEL I: Wees proactief
Proactiviteit gaat dus over:
  • het maken van keuzes
  • het nemen van verantwoordelijkheid
  • het bespreekbaar maken van dingen
  • zelf actie ondernemen

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

DEEL I: Wees proactief
Al die dingen hebben alleen zin als je ze doet op het gebied waar je echt invloed op hebt. Beantwoord de volgende vraag over de cirkel van invloed en de cirkel van betrokkenheid



Slide 40 - Tekstslide

INVLOED: hier kan ik echt invloed op uitoefenen

Slide 41 - Woordweb

BETROKKENHEID: hier heb ik mee te maken, maar kan ik geen invloed op uitoefenen.

Slide 42 - Woordweb

DEEL I: Wees proactief
Waarom zou het belangrijk zijn om je bewust te zijn van de cirkel van invloed als het gaat om proactiviteit?

Slide 43 - Tekstslide

cirkel van invloed op school

Slide 44 - Woordweb

cirkel van betrokkenheid op school

Slide 45 - Woordweb

DEEL I: Wees proactief
In welke dingen  uit de cirkel van betrokkenheid op school steek jij eigenlijk te veel energie?

Wat zou je meer aandacht willen geven?

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Wat vond je van het onderwerp proactief zijn?

Slide 48 - Open vraag