Herhaling 2.1 t/m 2.3 (delen via LessonUp)

Biologie
Herhaling §2.1 t/m §2.3
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Herhaling §2.1 t/m §2.3

Slide 1 - Tekstslide

Open vragen

Slide 2 - Tekstslide

In de afbeelding is een torso van een vrouw schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
2

Slide 3 - Open vraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
3

Slide 4 - Open vraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
4

Slide 5 - Open vraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
5

Slide 6 - Open vraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
6

Slide 7 - Open vraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
7

Slide 8 - Open vraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
8

Slide 9 - Open vraag

In afbeelding 1 is het wortelstelsel van een plant schematisch getekend.

Schrijf de namen van de genummerde delen op.
Doe het zo:
1= ... - 2= ... - 3= ...

Slide 10 - Open vraag

In afbeelding 3 is een blad van een plant schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
1

Slide 11 - Open vraag

In afbeelding 3 is een blad van een plant schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
2

Slide 12 - Open vraag

In afbeelding 3 is een blad van een plant schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
3

Slide 13 - Open vraag

In afbeelding 3 is een blad van een plant schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
4

Slide 14 - Open vraag

In afbeelding 3 is een blad van een plant schematisch getekend.

Vul de naam in van het aangegeven nummer:
5

Slide 15 - Open vraag

Meerkeuze vragen

Slide 16 - Tekstslide

In de afbeelding is een torso van een vrouw getekend.

Tot welk orgaanstelsel hoort nummer 2?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel

Slide 17 - Quizvraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw getekend.

Tot welk orgaanstelsel hoort nummer 3?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel

Slide 18 - Quizvraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw getekend.

Tot welk orgaanstelsel hoort nummer 4?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel

Slide 19 - Quizvraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw getekend.

Tot welk orgaanstelsel hoort nummer 5?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw getekend.

Tot welk orgaanstelsel hoort nummer 6?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel

Slide 21 - Quizvraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw getekend.

Tot welk orgaanstelsel hoort nummer 7?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel

Slide 22 - Quizvraag

In de afbeelding is een torso van een vrouw getekend.

Tot welk orgaanstelsel hoort nummer 8?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel

Slide 23 - Quizvraag

Juist of onjuist?

Een functie van de wortels is: een plant in de grond vastzetten.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Juist of onjuist?

Een functie van de wortels is: voedingsstoffen opnemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Juist of onjuist?

Planten nemen water vooral op via de hoofdwortel
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Juist of onjuist?

Vooral in de wortelharen worden reservestoffen opgeslagen.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Een leraar vraagt twee leerlingen een functie van de stengels van een plant te noemen. Arjan zegt dat de stengels dienen om de plant in de grond vast te zetten. Brenda zegt dat de stengels planten rechtop houden.

Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Alleen Arjan heeft gelijk
B
Alleen Brenda heeft gelijk
C
Arjen en Brenda hebben allebei gelijk

Slide 28 - Quizvraag

In afbeelding 2 zie je twee stengels, afkomstig van verschillende planten. Beide stengels staan al enkele dagen in een vaasje zonder water.

In welke van deze stengels zit hout?
A
Alleen in stengel 1
B
Alleen in stengel 2
C
In beide stengels

Slide 29 - Quizvraag

In de stengels van een plant komen vaten voor.

Komen vaten ook in de wortels voor? En in de bladeren?
A
Alleen in de stengels komen vaten voor.
B
Alleen in de stengels en in de bladeren komen vaten voor.
C
In de wortels, in de stengels en in de bladeren komen vaten voor.

Slide 30 - Quizvraag

Welke stoffen worden door de vaten in een stengel vooral vervoerd?
A
glucose en zuurstof
B
water en zuurstof
C
water en voedingsstoffen

Slide 31 - Quizvraag

De afbeelding is een microscopische foto van een deel van een plant.

Welke bewering is juist?
A
In de afbeelding is slechts één cel te zien.
B
In de afbeelding zijn meerdere cellen te zien.

Slide 32 - Quizvraag

Waar in een cel bevindt zich het celmembraan?
A
aan de buitenkant van het celplasma.
B
in de celkern
C
in het celplasma

Slide 33 - Quizvraag

In de afbeelding is een dierlijke cel schematisch getekend.

Met welk nummer is het deel aangegeven dat alles regelt wat er in de cel gebeurt?
A
1
B
2
C
3

Slide 34 - Quizvraag

In de afbeelding is een dierlijke cel schematisch getekend.

Met welk nummer is het celplasma aangegeven?
A
1
B
2
C
3

Slide 35 - Quizvraag

Waar in een plantaardige cel kunnen zich bladgroenkorrels bevinden?
A
In de celkern
B
in het celplasma
C
in de vacuole

Slide 36 - Quizvraag

In de afbeelding is een plantaardige cel schematisch getekend.

Met welk nummer is het vacuole aangegeven?
A
2
B
3
C
4

Slide 37 - Quizvraag

In de afbeelding is een plantaardige cel schematisch getekend.

Welk nummer zorgt voor stevigheid?
A
3
B
5
C
6

Slide 38 - Quizvraag

Delen van plantaardige cellen zijn bladgroenkorrels en grote vacuolen.

Welke van deze delen kunnen ook in een dierlijke cel voorkomen?
A
geen van deze delen
B
alleen in de bladgroenkorrels
C
alleen de grote vacuolen

Slide 39 - Quizvraag

Einde herhaling
Je kunt de flitskaartjes gaan oefenen via www.malmberg.nl
of je leest de theorie van 2.1 t/m 2.3 nog eens.
timer
1:00

Slide 40 - Tekstslide