Les 5 omgangsvormen in verschillende culturen

intercultureel werken
Les 5 Omgangsvormen in verschillende culturen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

intercultureel werken
Les 5 Omgangsvormen in verschillende culturen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het eind van de les heb ik meer inzicht gekregen in verschillende omgangsvormen 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Terugblik
Theorie verschillende omgangsvormen
In groepjes werken
Klassikaal nabespreken 
Vragen beantwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Cultuur is alles wat door de mens is gemaakt en wordt voortgebracht, dus zowel voorwerpen (materiële cultuur) als dingen die bedacht zijn (ideeën, theorieën, wetten, normen en dergelijke). Cultuur staat daarmee tegenover natuur, die is ontstaan zonder ingrijpen van de mens.

Waarde = dat wat jij belangrijk vindt
Norm = gedragsregel

G-cultuur (ik cultuur) = een cultuur waarin algemene regels gelden, maar ieder individu interpreteert de regels op zijn eigen manier en situatie. 

F-cultuur (wij-cultuur) = in deze cultuur heeft het individu weinig vrijheid van handelen en mag niet zelf bepaald worden welke normen en waarden iemand aanneemt. 

Culturele diversiteit: dit betekent dat er verschillende culturen bestaan binnen een samenleving of de hele wereld. 

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende omgangsvormen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Omgangsvormen in verschillende culturen
Je voelt je zekerder als je weet hoe je je moet gedragen en als je weet hoe anderen zullen reageren. Binnen de kinderopvang werk je met kinderen met een heel diverse achtergrond. Er kunnen dan culturele conflicten ontstaan. Dit komt omdat er geen overeenstemming is over hoe je met elkaar omgaat. Het is zinnig om omgangsregels op te stellen die de kinderopvang hanteert. Doe dit samen met de kinderen, zodat het ook wordt gezien als hun eigen regels. Bovendien kan ook het kind zijn eigen visie geven op de gewenste omgangsregel vanuit zijn eigen achtergrond. Je probeert het gedrag van het kind vanuit zijn achtergrond te begrijpen. Je wijst de gewoonten van thuis ook niet af, maar je legt op een positieve manier uit dat het binnen de kinderopvang of school iets anders gaat dan thuis. 

Slide 7 - Tekstslide

Omgaan met verschillende omgangsvormen
Verschillen in waarden en normen spelen een belangrijke rol bij communicatie. Om goed te communiceren met iemand die een andere culturele achtergrond heeft dan jij, moet je zowel vanuit jezelf als vanuit de ander de situatie kunnen bekijken en beoordelen. Van daaruit maak je de afweging hoe je met die verschillen omgaat. 

Slide 8 - Tekstslide

Ga met elkaar in een groepje opzoek naar verschillende omgangsvormen
> Welke omgangsvormen kent men in Engeland?
> Welke omgangsvormen kent men in Turkije?
> Welke omgangsvormen kent men in Polen?
> Welke omgangsvormen kent men in China?
> Welke omgangsvormen kent men eigenlijk in Nederland? 
> Kies nog een land uit waarvan jullie de omgangsvormen wil weten.
Maak aantekeningen van wat jullie als groepje hebben gevonden. Straks komen we bij elkaar en bespreken we met elkaar de gevonden resultaten 

Slide 9 - Tekstslide

Nabespreken
> Welke omgangsvormen kent men in Engeland?
> Welke omgangsvormen kent men in Turkije?
> Welke omgangsvormen kent men in Polen?
> Welke omgangsvormen kent men in China?
> Welke omgangsvormen kent men eigenlijk in Nederland
> Kies nog een land uit waarvan jullie de omgangsvormen wil weten.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een belangrijke oorzaak van culturele conflicten op een basisschool of kinderopvang?

Slide 11 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om kinderen met een diverse achtergrond te betrekken bij het opstellen van regels?

Slide 12 - Open vraag

Hoe ga je met het kind met een andere cultuur om?
Je probeert het gedrag van het kind vanuit zijn achtergrond te begrijpen. Je wijst de gewoonten van thuis ook niet af, maar je maakt op een constructieve en positieve manier duidelijk dat het binnen de kinderopvang of op school iets anders gaat dan thuis. 

Slide 13 - Tekstslide

Op een rijtje
Cultuur is alles wat door de mens is gemaakt en wordt voortgebracht, dus zowel voorwerpen (materiële cultuur) als dingen die bedacht zijn (ideeën, theorieën, wetten, normen en dergelijke). Cultuur staat daarmee tegenover natuur, die is ontstaan zonder ingrijpen van de mens.
Waarde = dat wat jij belangrijk vindt
Norm = gedragsregel
G-cultuur (ik cultuur) = een cultuur waarin algemene regels gelden, maar ieder individu interpreteert de regels op zijn eigen manier en situatie. 
F-cultuur (wij-cultuur) = in deze cultuur heeft het individu weinig vrijheid van handelen en mag niet zelf bepaald worden welke normen en waarden iemand aanneemt. 
Culturele diversiteit: dit betekent dat er verschillende culturen bestaan binnen een samenleving of de hele wereld. 
Omgaan met verschillende omgangsvormen: Verschillen in waarden en normen spelen een belangrijke rol bij communicatie. Om goed te communiceren met iemand die een andere culturele achtergrond heeft dan jij, moet je zowel vanuit jezelf als vanuit de ander de situatie kunnen bekijken en beoordelen. Van daaruit maak je de afweging hoe je met die verschillen omgaat. 

Slide 14 - Tekstslide