Les 3 Bs. 3 en 4

Bs. 3 Plantaardige en Dierlijke cellen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Bs. 3 Plantaardige en Dierlijke cellen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Deel 1
Terugblik
Leerdoelen Bs. 3
Theorie 
Zelf aan de slag

Deel 2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is uit deze 4 opties het hoogste organisatie niveau?
A
Orgaan
B
Molecuul
C
Organel
D
Weefsel

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een emergente eigenschap?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen levensloop en levenscyclus?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet orgaan C?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet orgaan E ?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet orgaan C?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je kunt delen van dierlijke cellen en plantaardige cellen benoemen en de functies ervan beschrijven

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planten cel
Plastiden
1. Chloroplasten (bladgroenkorrels, chlorofyl)
2. Chromoplasten (kleurstofkorrels; geel, oranje en rood)
3. Leukoplasten (bv. vet, eiwitten of zetmeel opgeslagen ->zetmeelkorrels)


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Opdracht verschillen tussen plantaardige en dierlijke cellen
Over 10 min bespreken

Klaar? 
Verder met de opdrachten
44 t/m 52

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bs. 4 Organellen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt een cel beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid

Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membraan plaatsvindt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Belangrijk dat de leerlingen zien dat  de organellen niet op een vaste plek liggen
- bewegen 
- interactie met andere cellen
Celkern
Chromosomen
- informatie bouw eiwitten
- Erfelijke eigenschappen

Kernlichaampje
- maakt ribosomen
--> Maken eiwitten (stap 1)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endoplasmatisch reticulum

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endoplasmatisch Reticulum
Ruw ER -> RER
Ribosomen geven eiwitten af
Eiwitten worden verpakt
Blaasjes met eiwit afgesnoerd
(stap 2)
Transportfunctie



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endoplasmatisch reticulum
Glad ER -> GER
- Geen ribosomen

Stofwisseling; productie vetten, afbreken gifstoffen



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golgisysteem
Neemt blaasje van RER op
Bewerkt eiwitten tot definitieve vorm (stap 3)

Snoert de eiwitten in blaasje af
Worden buiten de cel afgegeven

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golgisysteem
Lysosomen
Blijven in de cel
Eiwitten in lysosomen zijn enzymen

Deze breken stoffen af

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg PO

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Opdrachtje cellen

Opdrachten 57 t/m 62

Taakverdeling maken PO

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2 Bs. 4

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Terugblik
Leerdoel
Bs. 4 deel 2
Zelf aan de slag

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke organellen hebben alleen planten?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil in fucntie tussen RER en GER

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

Je kunt de bouw en functie van het cytoskelet en het celmembraan beschrijven

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mitochondriën
Leveren energie voor processen in de cel

Binnenmembraan
- Verbranding van glucose

Energierijke ATP

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mitochondriën
Energierijke ATP
Getransporteerd naar plekken in de cel waar energie nodig is

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chloroplasten
Fotosynthese

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chloroplasten
Binnen membranen

Chlorofyl en enzymen voor fotosynthese

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cytoskelet
Netwerk van eiwit vezels
1. Stevigheid cel
2. Van vorm veranderen

Schijnvoetjes
Ciliën (trilhaartjes)
Flagel (zweephaar)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cytoskelet
Netwerk van eiwit vezels
1. Stevigheid cel
2. Van vorm veranderen

Schijnvoetjes
Ciliën (trilhaartjes)
Flagel (zweephaar)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cytoskelet

Motoreiwitten

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Membraan
Fosfolipide: vetachtige stof
Hydrofiel (polair): water oplosbaar
Hydrofoob (apolair): Waterafstotend (wel oplosbaar in vetachtige stoffen)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Membraan
Membraaneiwitten: transport van stoffen

Receptoreiwitten: bevatten koolhydraatketens. Helpen bij herkenning stoffen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Exocytose
Endocytose

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

Opdrachten 63 t/m 74

Nog dingen bespreken voor PO?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies