Berekenen injecties-corinne

Berekenen injecties
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Berekenen injecties

Slide 1 - Tekstslide

Jaaa lekkerrrrr!
Je maakt tosti's. 
Voor 2 tosti's heb je 6 plakken kaas nodig.
Voor 1 tosti heb je ... plakken kaas nodig.
Voor 10 tosti's heb je ... plakken kaas nodig.


Slide 2 - Tekstslide

Hoe doe je dit nou handig?

Reken terug naar hoeveelheid mg/ml of IE/ml.
Dus: hoeveel zit er in 1 ml? (= de concentratie)

100 mg in 5 ml
  ......      in 1 ml

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

100 mg in 5 ml =
  20 mg in 1 ml

Je hebt 40 mg nodig....     = 
Je hebt 90 mg nodig....     = 
Je hebt 5 mg nodig......     = 




Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag(mag in groepjes van 2)


Bereken volgende hoeveelheden van injecties en zoek de bijwerking van het medicijn!

Slide 6 - Tekstslide

Mevrouw Pieters moet 50 mg Prednison gaan krijgen.
Je hebt ampullen van 25 mg/2ml.

Hoeveel ml ga je optrekken?
Waarom geef je Prednison?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Je cliënt heeft 500 mg Paracetamol voorgeschreven gekregen. Dit ga je via het infuus geven.
Er zijn flesjes van 1 gram in 100 milliliter aanwezig.
Hoeveel ml ga je geven?
Waarom geef je Paracetamol?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De cardioloog heeft 50 mg Lasix voorgeschreven aan een patiënt die erg benauwd is. Je hebt ampullen van 20mg/ml.
Hoeveel ga je optrekken?
Waarom geef je Lasix?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Je cliënt heeft een longontsteking en de arts heeft 140 mg Gentamycine voorgeschreven.
Je hebt ampullen van 80 mg/2ml.

Hoeveel vloeistof heb je nodig voor de injectie?
Waarom geef je Gentamycine?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

                         Je moet 4000 IE Heparine toedienen.
              In de ampul zit 10.000 IE in 2 ml.

      10.000 IE  = 2 ml
4000 IE  = 
Hoeveel? Waarom?

Slide 15 - Tekstslide

 Tips:
  • Let dus niet te veel op de hoeveelheid ml die in de ampul zit;    het gaat om de concentratie!
  • Controleer je berekening nog een keer voor jezelf.
  • Zoek uit wat je gaat injecteren.  (Wat is het, waarom geef ik     het, bijwerkingen, prikkelende injectie?)
  • ALTIJD laten dubbelchecken door een collega!
  • Begeleid je cliënt/patiënt bij wat je gaat doen.

Slide 16 - Tekstslide