H/V 3 H2 par. 1 - Soorten krachten

Hoofdstuk 2  Krachten
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2  Krachten

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2  Krachten

paragraaf 1:
krachten herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis: 
Wat weet je al over krachten?

Maak de opdrachten voorkennis
online 
of
boek NOVA VWO l GYMNASIUM 3A    blz. 66 / 67

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
-  Je kunt uitleggen wat de mogelijke gevolgen zijn van krachten
-  Je kunt minimaal 5 verschillende krachten beschrijven
-  Je weet hoe je de grootte van een kracht kunt meten
-  Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen
-  Je kunt het zwaartepunt van een voorwerp bepalen
-  Je kunt krachten op de juiste manier als vector tekenen

Slide 4 - Tekstslide

paragraaf 1                  krachten herkennen

Soorten krachten en krachten herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Soort krachten:
 • Spierkracht
 • Veerkracht
 • Spankracht
 • Magnetische kracht
 • Zwaartekracht
•  Normaalkracht
  Het symbool voor de grootheid kracht is F     (Force)

Slide 7 - Tekstslide

Spierkracht
Fs
Fz
Fn
Fv
Fsp
Kracht van een mens of dier
Duw - of trekkracht van een veer
Aantrekkingskracht van de aarde
Kracht van een ondersteunend oppervlak

Kracht in een touw of kabel 

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Video

Krachten
Krachten kunnen we niet zien. We merken wel de gevolgen van een kracht.
Een kracht kan :
                                   -   een voorwerp op zijn plaats houden 
                                        of met constante snelheid laten bewegen.
                                   -   een voorwerp versnellen of vertragen
                                   -   de bewegingsrichting van een voorwerp veranderen
                                   -   een voorwerp vervormen (plastisch of elastisch)

Slide 10 - Tekstslide

Krachten Tekenen

Slide 11 - Tekstslide

Een kracht tekenen we met behulp van een vector.
Een vector is een pijl met 3 eigenschappen.
Deze pijl heeft een :
  - aangrijpingspunt
                  (punt waar de kracht op het voorwerp werkt)
  - richting
                  (richting waarin de kracht werkt)
  - lengte
                  (grootte van de kracht)

Slide 12 - Tekstslide

 De lengte van de vector  (Krachtenschaal)

De lengte van de pijl is afhankelijk van de grootte van de kracht.
Gebruik hiervoor een krachtenschaal

1 cm =  10 N

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Zwaartekracht Fz

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Zwaartekracht  
Kracht
waarmee
de aarde
voorwerpen
aantrekt.

Slide 17 - Tekstslide

Zwaartekracht

Slide 18 - Tekstslide

Een halfvolle fles heeft een massa van 600 gram.
Een halfvolle fles heeft een massa van 600 gram. Bereken de zwaartekracht Fz op de fles.

Slide 19 - Open vraag

Zwaartekracht
Aangrijpingspunt
De zwaartekracht
werkt vanuit het zwaartepunt.
Het zwaartepunt is dus het aangrijpingspunt van de zwaartekracht.

Slide 20 - Tekstslide

Zwaartekracht

Slide 21 - Tekstslide

Zwaartekracht
  Aangrijpingspunt:   zwaartepunt
  
  Richting:                      loodrecht naar beneden

  Grootte:                        Fz = m * 9,81

Slide 22 - Tekstslide

Zwaartekracht Fz en Gewicht G
Zwaartekracht werkt op het 
voorwerp zelf in
Gewicht
werkt op de ondersteuning, 
bijv. een tafel, de grond of
een touw

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Achtbanen
Onderhoud en veiligheid

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Opdrachten maken

                 HAVO:                     Maak opdrachten 2 t/m 7
                                                    van Hoofdstuk 2 paragraaf 1 
                                                    (werkboek deel A)
                 VWO:                       Maak opdrachten 1 t/m 9
                                                    van Hoofdstuk 2 paragraaf 1 
                                                    (werkboek deel A)             

Slide 27 - Tekstslide

Achtbanen
Ontwerp en vervaardiging

Slide 28 - Tekstslide

Veer- en zwaartekracht
Zwaarte- en normaalkracht

Slide 29 - Tekstslide

De zwaartekracht

Maar is er geen ondersteunend vlak (oeps)


dan is de zwaartekracht de enige kracht die aan je trekt en ga je naar beneden.

Slide 30 - Tekstslide

Aangrijpingspunt      Uitzondering:

In geval we een zwaartekracht willen tekenen gebruiken we het zwaartepunt als aangrijpingspunt.
                      
                        (Kijk naar het volgende filmpje)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Oefenopdracht 1

Een doosje met een massa van 650 gram staat op een tafel.
Bereken de zwaartekracht die het doosje op de tafel uitoefent.

Slide 34 - Tekstslide

Oefenopdracht 1
gegeven:                      m = 650 g  = 0,65 kg
                                          g  = 10 N/kg
gevraagd:                    Fz = ?
oplossing:                   Fz =  m * g
                                               = 0,65 * 9,81
                                               = 6,37 N 
Let op!!     massa in kilogram   en       eenheid bij eindantwoord

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video