VWO1 h.2 taalverzorging 2.4 Taalbewustzijn


LEKKER LEZEN!!!


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


LEKKER LEZEN!!!


Slide 1 - Tekstslide

h.2 Taalverzorging
 2.4 Taalbewustzijn
trappen van vergelijking

Slide 2 - Tekstslide


Huiswerk gemaakt in Op Niveau online (Formuleren)?


Wat gaan we doen?

Slide 3 - Tekstslide


- We bespreken de trappen van vergelijking:

     de stellende trap
     de vergrotende trap
     de overtreffende trap

- We oefenen met de trappen.
- Jullie maken oefeningen over deze stof.


Wat gaan we doen?

Slide 4 - Tekstslide


- Je leert de trappen van
  vergelijking herkennen en
  toepassen.
  
Leerdoel

Slide 5 - Tekstslide

             Het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord. Het geeft extra informatie over een znw.
Je kunt kenmerken of eigenschappen toevoegen aan een zn.
Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) staat vaak voor een zelfstandig naamwoord.

de aardige winkelier, het mooie boek, de geoefende acrobaat.
Een bnw staat soms ook achter een znw.

De winkelier is aardig, het verhaal is mooi.

Slide 6 - Tekstslide

       De trappen van vergelijking
Van een bnw kun je afleidingen maken die aangeven hoe sterk de eigenschap is.
De grondvorm / basis noem je de stellende trap (minst sterk)

aardig    leuk     veel     gemeen
Bij de vergrotende trap voeg je vaak -er achter. (sterker)
Soms moet je de spelling een beetje aanpassen.

hoog-hoger          raar-raarder   dwaas-dwazer
Bij de overtreffende trap zet je vaak -st achter de stellende trap (sterkst)

oud-oudst    lang-langst   zuur-zuurst

Slide 7 - Tekstslide

uitzonderingen
Eindigt een stellende trap op -r? Dan schrijf je een -d erbij in de vergrotende trap.

helder-helderder    gaar-gaarder    zwaar-zwaarder
Eindigt de stellende trap op een -s? Schrijf dan geen extra -s in de overtreffende trap.

vers-verst    dwaas-dwaast
Eindigt de stellende trap op -de, -isch, -sd, -sk of -st? Schrijf dan in de overtreffende trap meest.

stupide - meest stupide   logisch -meest logisch  verbaasd-meest verbaasd   pittoresk-meest pittoresk    vast-meest vast

Slide 8 - Tekstslide

stellende trap
vergrotende trap
overtreffende trap
blauw
wijd
slap

eerder
beter
meer

meest kritisch
verst
puurst


groener
raarder
liever

gaaf
precies
oud

vreemdst
best
belangrijkst

Slide 9 - Sleepvraag


Noteer de vergrotende trap van de volgende woorden:

goed, bleek, naar en grijs

Slide 10 - Open vraag


Noteer de overtreffende trap van de volgende woorden:

veel, vast, lief en weinig

Slide 11 - Open vraag


Maak opdracht 20 t/m 22 van paragraaf 2.4 In Op niveau online.
Klaar?
Ga lezen in je leesboek


Slide 12 - Tekstslide


LEKKER LEZEN!!!


Slide 13 - Tekstslide

1) 2.4 Maak opdracht 18 t/m 20 af in Op Niveau online

2) Opdracht in tweetallen

3) Zoek drie plaatjes op internet (je mag ook foto's maken met je laptop) >
- op de eerste foto staat iets in de stellende trap
- op de tweede foto staat hetzelfde in de vergrotende trap
- op de derde foto staat hetzelfde in de overtreffende trap

Kies zelf een bijvoeglijk naamwoord.
Zet de plaatjes in 1 mail en mail dit naar: j.sibbing@vmle.nl.




Slide 14 - Tekstslide