8.1 Samen leven, zelf verantwoordelijkheid

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

8.1 Samen leven, zelf verantwoordelijkheid

Ben je klaar?

Wacht tot 13:35, daarna mag je gaan

Tot die tijd mag je wat anders doen op je laptop of  voor een ander vak

Hoofdstuk 8. Financiële zelfredzaamheid

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kan ik de verschillen tussen trouwen in gemeenschap van goederen en huwelijke voorwaarden met partnerschapsvoorwaarden benoemen. 
• Aan het einde van de les kan ik drie punten benomen die ik moet regelen als ik 18 ben.
• Aan het einde van de les kan ik verklaren wat risico-avers is. 
• Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld geven van een collectieve verzekering en particuliere verzekering. 
• Aan het einde van de les kan ik de voorzorgsmaatregelen noemen tegen slechte risico's.

Opstarten

Zoek op wat financiële zelfredzaamheid betekend.

Schrijf  in een Word bestand wat het voor jou betekend?

Hoe zou jij bijvoorbeeld financieel onafhankelijk kunnen zijn?

Financiële zelfredzaamheid

Weloverwogen keuzes maken, zodanig dat je financiën in balans zijn, zowel op de korte als op de lange termijn.

Je staat op je eigen benen en bent NIET AFHANKELIJK van anderen!!

8.1 Samen leven, zelf verantwoordelijk

• Trouwen
• Geregisseerd partner  
• Samenlevingscontract
  
  
• Gemeenschap van goederen, bezit en schulden samen
• Beperkte gemeenschap van goederen, bezit en schulden gescheiden.

8.1 Samen leven, zelf verantwoordelijk

Samen leven, samen zorgen voor financiële situatie:

• trouwen
• geregistreerd partnerschap
• samenlevingscontract
• onderlinge afspraken

Consequenties voor:

• kinderen
• arbeidsongeschiktheid
• overlijden van partner

8.1 Samen leven, zelf verantwoordelijk

Financiële zelfredzaamheid, feiten op een rijtje:

• 83% van de Nederlanders spaart (17% dus niet)
• circa 7,9% van de huishoudens leeft in armoede (2019)
• 2,8% is miljonair (mede door huizenbezit)
• het modale inkomen is € 38.000 bruto per jaar
• dat is ongeveer € 3.167 netto per maand
• 1,5 vd 8 miljoen huishoudens een negatief vermogen (schulden)
• 1,2 vd 8 miljoen huishoudens minder dan 5.000 euro spaargeld

Huiswerk

Maak opdracht 8.1 en 8.2

Pagina 103

Werk eerst zelfstandig in stilte!

Voorhuwelijkse periode

Huwelijkse periode

Bezittingen en/of schulden

Bezittingen en/of schulden

Persoonlijke schenkingen en erfenissen

Gemeenschappelijk!

8.2 Financiële planning

Bij een financiële planning breng je je inkomen en vermogen voor nu en voor de toekomst in beeld. Je kijkt of je je wensen kan realiseren en welke (inkomens-) risico's er zijn. 

Als je weet hoe je er voorstaat kun je verantwoorde keuzes maken.

8.2 Financiële planning

• DigiD aanvragen (zodat je bij alle overheidsdiensten kan)
• een eigen bank- en spaarrekening hebben
• Een eigen zorgverzekering regelen
• Zorgtoeslag aanvragen (met je DigiD)
• Aansprakelijkheidsverzekering regelen
  
  En ga je op jezelf wonen?
• Inboedelverzekering regelen

8.3 Verzekeren

Risico-avers
 ook wel risico-afkerigheid, houdt in dat iemand gedrag vertoont dat risico’s zo veel mogelijk probeert te vermijden in plaats van deze op te zoeken.

8.3 Verzekeren

Een verzekering is een overeenkomst tussen een verzekeraar en een verzekerde, waarbij de verzekerde tegen betaling van een periodiek bedrag de garantie krijgt dat eventuele schade door verzekeraar wordt vergoed. 

Het bedrag dat de verzekerde periodiek betaalt noemen we de premie.

Noem twee gebeurtenissen waarvoor je een verzekering kunt afsluiten om de financiële gevolgen ervan op te kunnen vangen.

8.3 Verzekeren

• Collectieve verzekeringen, verplicht vast gesteld welke uitkering of vergoeding je krijgt. 
• Particuliere verzekeringen, zelf kiezen en ook verplicht. 

8.3 Verzekeren

• Risicospreiding
  
  
• Goede risico's, claimen minder schade 
  
• Slechte risico's, claimen meer schade 
  
  
• Averechtse selectie, goede risico's haken af, slechte blijven
• Premiedifferentiatie, premie afhankelijk van van risico

8.3 Verzekeren

• Moreel wangedrag
• Eigen risico
  
  
• Acceptatieplicht, tegen averechtse selectie en moreel wangedrag. 
  
  
• Aanvullend verzekerd

Noem de verschillen tussen trouwen in gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarde met partnerschapsvoorwaarden.

Noem drie dingen die je moet regelen als je 18 word.

Verklaar in je eigen worden wat risico aversie is.

Geef voorbeelden van een collectieve- en particulieren verzekering

Benoem de voorzorgsmaatregelen die een verzekeraar tegen slechte risico's.