Les 2 Basiskennis ICT les 1

Basiskennis ICT les 1
Hoe werkt een computer?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basiskennis ICT les 1
Hoe werkt een computer?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe werkt een computer
Alle computers werken eigenlijk hetzelfde:

je moet er gegevens instoppen;
die worden verwerkt;
gebruikers krijgen het resultaat te zien.

Slide 2 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten er allemaal in een computer?

Slide 3 - Woordweb

Onderdelen
  • Kast 
  • Voeding
  • Moederbord
  • Werkgeheugen (RAM)
  • Processor
  • Videokaart
  • Opslag (HDD of SSD)
  • Randapparatuur

Slide 4 - Tekstslide

Welke randapparatuur ken je?

Slide 5 - Woordweb

Randapparatuur 
  • Muis
  • Toetsenbord
  • Scherm
  • Printer
  • Scanner
  • Webcam
  • En meer...

Slide 6 - Tekstslide

Kast (grootte)

Slide 7 - Tekstslide

Kast (airflow)
De onderdelen moeten wel koel blijven

Slide 8 - Tekstslide

Moederbord 
Dé basis van je PC:
Hier wordt alles op aangesloten

Slide 9 - Tekstslide

Processor 
Een processor is simpel uitgelegd de rekenkamer van de computer.

Ook wel het hart van de computer genoemd

Processors worden warm (tot 100 graden!

Slide 10 - Tekstslide

Videokaart (GPU)
  • Verwerkt het beeld;
  • Hoe beter hoe mooier;
  • Belangrijk bij gamen;
  • Videobewerking;

Slide 11 - Tekstslide

Werkgeheugen
Random acces memory (RAM)

- Tijdelijke data (kortetermijngeheugen);
- Processor werkt nauw samen met werkgeheugen;
- Hoe meer, hoe meer tegelijkertijd.

Slide 12 - Tekstslide

Voeding (PSU)
  • Zorgt voor de juiste spanning voor alle onderdelen;
  • Beschermt tegen piekspanning.


Slide 13 - Tekstslide

Waar gebruik je jouw laptop/computer
het meest?

Slide 14 - Woordweb

Opslag (SSD)
  • Solid state drive
  • Chip (geheugenkaartje)
  • Beweegt niet
  • Heel snel!!

Slide 15 - Tekstslide

Opslag (HDD)
  • Hard disk drive
  • Bewegende onderdelen
  • Minder snel
  • Meer opslag

Slide 16 - Tekstslide

Welke van de volgende apparaten wordt gebruikt om gegevens in te voeren via toetsen en knoppen?
A
Webcam
B
Scherm
C
Toetsenbord
D
Printer

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een moederbord?
A
Een onderdeel van de monitor.
B
Een draadloze muis.
C
Een soort geheugenkaart.
D
Het is de basis van je PC waar alles op aangesloten wordt.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van een processor?
A
Opslaan van gegevens
B
Weergeven van gegevens
C
Verzenden van gegevens
D
Verwerken van gegevens

Slide 19 - Quizvraag

Hoe warm kan de processor worden?
A
50 graden
B
70 graden
C
80 graden
D
100 graden

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de functie van werkgeheugen?
A
Communicatie met de harde schijf
B
Tijdelijke data opslaan
C
Grote bestanden opslaan
D
Permanente data opslaan

Slide 21 - Quizvraag

SSD opslag is sneller dan HDD
A
Ja omdat het geen bewegende delen heeft
B
Nee dat klopt niet
C
Er is geen verschil

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht stel je PC samen
  1. Ga naar alternate.nl
  2. Klik op 'pc-builder';
  3. Stel je (droom)computer samen;
  4. Zorg dat alles past op elkaar;
  5. Ben je klaar, vraag de docent om het te
    controleren
  1. Kast
  2. Moederbord
  3. Processor
  4. Videokaart
  5. RAM
  6. Voeding
  7. Scherm
  8. Muis + toetsenbord

Slide 23 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 24 - Tekstslide