20/05 Le réalisme et le naturalisme

Le réalisme et le naturalisme
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransWOMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Le réalisme et le naturalisme

Slide 1 - Tekstslide

Le cadre historique 
  • Les tensions politique 
  • Les questions sociales 
  • Les progrès technologiques et scientifiques
  • La littérature de masse 

Slide 2 - Tekstslide

Les tensions politique 
  • Frans-Duitse oorlog in 1870 maakt eind aan bewind Napoléon III. 
  • 1871: Commune de Paris --> opstand die door het regeringsleger wordt neergeslagen. Veel mensen verliezen hierbij het leven. 

Slide 3 - Tekstslide

Les questions sociales 
  • Bourgeoisie = middenklasse floreert t.o.v. adel. 
  • De burgerij groeit door onderwijs en industriële revolutie. De keerzijde hiervan is dat er een grote onderklasse ontstaat die in verschrikkelijke omstandigheden moet leven. Denk aan slechte huizen, grote gezinnen in een huis, weinig hygiëne, lange werkdagen.
  • Fabrieksarbeiders worden uitgebuit. Ook moeten veel kinderen vanaf jonge leeftijd helpen in de fabrieken. 
  • Er ontstaat een nieuwe beweging die een eind wil maken aan de klassenmaatschappij. 

Slide 4 - Tekstslide

Le Réalisme 
- Schrijvers gaan zich toeleggen op het gedetailleerd beschrijven van de alledaagse realiteit. 
- Schrijvers richten zich op de middenklasse, dit is een contrast met het Romantisme. Daar waren hoofdpersonages vaak van hoge afkomst. 
- Er is een auctoriële vertellen  --> spreekt lezer direct aan, geeft commentaar op gebeurtenissen. 
- Verteller is alwetend (Madame Bovary) --> hij kan in de hoofden van de personages kijken en weet hoe het verhaal afloopt. 
- De lezer moet zelf een standpunt tegenover de gebeurtenissen bepalen. 
- Personaal perspectief : 'onzichtbare' verteller die ik hij/zij vorm spreekt. Is niet alwetend. Je beleeft de gebeurtenissen via dat personage. 
- Realisten gebruiken dit personage om een meer genuanceerde blik op de werkelijkheid te kunnen geven.

Slide 5 - Tekstslide

Les transformations de Paris sous le Second Empire, ou travaux haussmanniens, constituent une modernisation d'ensemble de la capitale française menée à bien de 1853 à 1870 par Napoléon III et le préfet de la Seine, le baron Haussmann.

Slide 6 - Tekstslide

1

Slide 7 - Video

01:51
Waarom vindt Napoléon III dat Parijs gemoderniseerd moet worden?

Slide 8 - Open vraag

1

Slide 9 - Video

02:34
Wat heeft baron Haussmann laten bouwen/aanleggen?

Slide 10 - Open vraag

2

Slide 11 - Video

03:39

Slide 12 - Tekstslide

1

Slide 13 - Video

05:23
Waarom werd Haussmann (rond 1870) minder populair?

Slide 14 - Open vraag

03:39
Wat is er bijzonder aan de aanleg van de straten?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video