4V Beco FinZelf H6.1

5.13
Wie moet er meer jaren werken voor dezelfde procentuele pensioenuitkering?
A
Jos
B
Mireille
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.13
Wie moet er meer jaren werken voor dezelfde procentuele pensioenuitkering?
A
Jos
B
Mireille

Slide 1 - Quizvraag

5.15
Hoe hoger de rente, hoe ... de Contante Waarde
A
lager
B
hoger

Slide 2 - Quizvraag

5.16
De dekkingsgraad = ...
A
95,5%
B
104,7%

Slide 3 - Quizvraag

Sparen voor een mooie reis naar Argentinie op 31 december 2025 kan op 2 manieren:

- Op 31 december 2022 € 4.000,- storten
- Op 31 december 2022, 2023, 2024 en 2025 € 1.000,- storten

Slide 4 - Tekstslide

Wat komt in de praktijk vaker voor?

A: eenmalig € 4.000,- storten
B: 4 termijnen van € 1.000,- storten
A
A
B
B

Slide 5 - Quizvraag

Rente
  • rekenen met een reeks van gelijke bedragen die worden worden ontvangen of juist betaald
  • reeks van gelijke bedragen worden ook wel termijnen genoemd

Slide 6 - Tekstslide

Eindwaarde van een rente

Slide 7 - Tekstslide

Aandachtspunten

Slide 8 - Tekstslide

De berekening

Slide 9 - Tekstslide

Let op: is de laatste termijn niet rentedragend?

Slide 10 - Tekstslide

4 stortingen van € 1.000,- op 31 december 2022, 2023, 2024, 2025
Wat is de totale eindwaarde op 31/12/2025?
Rente = 3%

Slide 11 - Open vraag

Opdracht
1.000 x ( 1,03 ) ^ 3 = 1.092,73
1.000 x ( 1,03 ) ^ 2 = 1.060,90
1.000 x ( 1,03 ) ^ 1 = 1.030     
                                  1.000
                                        4.183,63

Slide 12 - Tekstslide

Ouders storten vanaf de geboorte ook weleens 18 jaar lang elk jaar een bedrag op een spaarrekening voor de studie van hun kinderen.
Heb jij zin om dit uit te rekenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Formule eindwaarde
                                                                   r^n - 1
EindWaarde = Termijnbedrag x a x ----------------
                                                                      r - 1

Eindwaarde = Termijnbedrag x S ( zie blz. 56 )
r = reden = ( 1 + i ), dus bij 3% is r 1,03
n = aantal termijnbedragen
a = eventuele correctie als datum laatste storting ≠ datum Eindwaarde


Slide 14 - Tekstslide

Sparen voor reis Argentinie
                                                   ( 1,03 ) ^ 4 - 1
EindWaarde = 1.000 x 1 x ---------------
                                                         1,03 - 1

= 1.000 x 4,18363 = € 4.183,63

S = 4,18363
a = 1 ( datum Eindwaarde in vraag = datum laatste termijn )

Slide 15 - Tekstslide

Op 31 december 2025 wordt bekend dat de reis ivm corona een jaar wordt uitgesteld.

Bedrag op de spaarrekening 31/12/2026 is dan
4.183,63 x 1,03 = 4.309,14

Slide 16 - Tekstslide

Sparen voor reis Argentinie
                                                           ( 1,03 ) ^ 4 - 1
EindWaarde = 1.000 x 1,03 x ---------------
                                                         1,03 - 1

= 1.000 x 4,30914 = € 4.309,14

S = 4,30914
a = 1,03 ( datum Eindwaarde in vraag is 1 periode/jaar na laatste termijn )

Slide 17 - Tekstslide

Hw.
Opgave 6.1, 6.2 en 6.5

Slide 18 - Tekstslide