Les 2 KUA: muziek analyse

KUA V5 - les 2 - Muziek
Aspecten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

KUA V5 - les 2 - Muziek
Aspecten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt de methode?
blauw blokje met nummer =  afbeelding in TB
V + nummer = video op de methodesite (magister)
grijs blokje = afbeelding in opdrachtenboek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunst analyseren: wat doe je dan?
Voor alle disciplines moet je iets kunnen zeggen over:
  • Voorstelling: wat is er te zien/horen? Wat is het onderwerp/verhaal/thema/idee/concept?
  • Vormgeving: hoe wordt de voorstelling vormgegeven/afgebeeld door middel van beeld/ dans/spel/muziek/filmtechniek?
  • Materialen/technieken (bij beeldende kunst) of theatervormgeving (bij podiumkunsten): Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de voorstelling vormgegeven?

Voor alle disciplines moet je de begrippen kennen waarmee je deze onderwerpen kunt beschrijven. Via magister vind je de online omgeving van de Bespiegeling met drills waarmee je de kunstbeschouwelijke begrippen kunt trainen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorstelling / vormgeving bij muziek


I. Uitvoering / voorstelling: Wat is er te horen en/of te zien? Wat voor soort muziek(stuk)
wordt er uitgevoerd?
II. Inhoud: Waar gaat het muziek-/muziektheaterstuk over: wat is het onderwerp, het
verhaal, het thema, het idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?
III. Vormgeving: Hoe wordt de voorstelling/het concert vormgegeven door middel van
muziek?
IV. Theatervormgeving: Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de
muziekvoorstelling vormgegeven?
Bijvoorbeeld een concert van een symfonieorkest, pop-/rockband, jazzband; een muziektheaterstuk zoals opera of musical; een liederenrecital; koorwerk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

II. Inhoud
Waar gaat het muziek- /muziektheaterstuk over? Wat is het onderwerp, het verhaal, het thema, het idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?

Bij sommige muziekstukken is sprake van een verhaal, bijvoorbeeld bij muziektheaterstukken als opera en musical. Het verhaal kan worden geanalyseerd aan de hand van de spelgegevens, die bestaan uit de 5 W's (volgende slide).
The Passion

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 5 W's

Wie zijn de personages in het stuk? 

Wat zijn de personages aan het doen, wat gebeurt er in het stuk? Het gaat hier het plot, het conflict, de spanningsopbouw (bijvoorbeeld: inleiding, opbouw, climax, afloop)

Waar speelt het stuk of de scène zich af? Het gaat om de plaats, ruimte, locatie waar het stuk zich afspeelt. Bijvoorbeeld: buiten op een berg, in een kamer of op de maan. De locatie kan ook onbestemd of abstract zijn.

Wanneer speelt het stuk of de scène zich af, in welke tijd? Het gaat over plaatsing in de historische tijd en over de tijdsverloop in het stuk. Bijvoorbeeld: chronologisch, fragmentarisch, tijdsprongen, flash back, flash forward.

Waarom
Wat is het motief van de personages? Het gaat over de beweegreden van de handeling. Bijvoorbeeld: waarom is de Joker de eeuwige vijand van Batman? Waarom wil Mutter Courage geen vrede? (Ze verdient namelijk haar geld met de oorlog.) De beweegreden kan ook onduidelijk of zelfs afwezig zijn. 

(Waarvoor? is nog een 6e w die ook extra inzicht in je analyse kan geven.)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De boodschap of (diepere) betekenis wordt (mede) bepaald door voorstelling, inhoud,
vormgeving en/of theatervormgeving en kan gezocht worden in de cultuurhistorische context
van het kunstwerk en/of in de intentie van de maker. In het geval van het muzieknummer Star
Spangled Banner van Jimi Hendrix is het onderwerp de Amerikaanse vlag of het bombardement
van Engelse soldaten op een Amerikaans fort in 1814. De (diepere) betekenis van dit
onderwerp is het protest tegen de Amerikaanse regering eind jaren 60.
De boodschap of (diepere) betekenis wordt (mede) bepaald door voorstelling, inhoud, vormgeving en/of theatervormgeving en kan gezocht worden in de cultuurhistorische context van het kunstwerk en/of in de intentie van de maker. 

Bekijk beide video's. Wat voor betekenis of boodschap hebben beide video's?


Star Spangled Banner (volkslied VS)
Star Spangled Banner 
(Jimi Hendrix)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

III. Vormgeving
Hoe wordt de voorstelling/het concert vormgegeven door middel van muzikale middelen?


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke muzikale
aspecten gebruiken we om
muziek te analyseren?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zie ook wb. blz.
175 - 180 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toonhoogte
  • Hoogte per instrument
  • Melodie:
-stijgend / dalend 
-eentonig / gevarieerd
-grote sprongen / kleine sprongen
  • Akkoorden 
  • Harmonie (consonant / dissonant)



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ritme - Maat - Tempo
Wat is het verschil?

Maat is de onderliggende beat van de muziek, die 'voel' je vaak als je meetikt of klapt. Dit is de indeling van de muziek in groepjes van meerdere tellen; bekend zijn tweekwartsmaten, driekwartsmaten en vierkwartsmaten.
Ritme is de manier waarop de maat is ingedeeld, dat wil zeggen de duur van de noten. 
Tempo is de snelheid waarmee het muziekstuk wordt uitgevoerd

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatsoort heeft
Brabant van Guus Meeuwis?

(Oftewel: je telt steeds groepjes van ...
aantal tellen)
A
vierkwartsmaat
B
driekwartsmaat
C
tweekwartsmaat
D
eenkwartsmaat

Slide 15 - Quizvraag

elke maat 3 tellen - heet ook wel een wals 

Welke maatsoort heeft
Billie Jean van Michael Jackson?

(Oftewel: je telt steeds groepjes van ...
aantal tellen)
A
vierkwartsmaat
B
driekwartsmaat
C
tweekwartsmaat
D
eenkwartsmaat

Slide 16 - Quizvraag

elke maat 3 tellen - heet ook wel een wals 

Welke maatsoort heeft Billie Jean van
Aloe Blacc?

(Oftewel: je telt steeds groepjes van ...
aantal tellen)
A
3/4
B
12/8
C
6/8
D
4/4

Slide 17 - Quizvraag

elke maat 3 tellen - heet ook wel een wals 

Klankkleur
Ook wel timbre of sound.

Heeft te maken met instrumentatie (totale klankkleur; bijv. een trompet klinkt schel, een basgitaar klinkt donker
Én met speelwijze (bv. met of zonder: effect, demper, strijkstok, lucht) – individuele klankkleur.

Bepaalt de sfeer van een muziekstuk/nummer!



Bijvoorbeeld: licht, duister, warm, kil, soepel, zwaar,  vol, warm of juist koel, rond, donker, helder, scherp. 


Slide 18 - Tekstslide

dat twee even hoge en even sterke tonen toch heel verschillend kunnen klinken.

Ook de combinatie van verschillende stemmen en instrumenten levert eveneens een eigen klankkleur op: koor, strijkorkest, symfonieorkest, blaasorkest (harmonieorkest, fanfare), pop-band en/of combinaties hiervan hebben alle een eigen, karakteristieke klank.  
Hoe kan je de klankkleur van dit instrument omschrijven?
A
Zwaar
B
Rond
C
Warm
D
Fel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dynamiek
= klanksterkte
Afwisseling tussen hard en zacht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorm
De volgorde van verschillende onderdelen:

  • pop: couplet / refrein / bridge etc.
  • klassiek: symfonie / sonate etc.

  • thema: afgeronde herkenningsmelodie (bv. Star Wars- thema), komt vaker terug.
  • motieven: kleine stukjes die herhaald en gevarieerd worden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hoort het slot van het nummer. Waardoor ontstaat de rustige sfeer?

Door verschil in.....
A
dynamiek en klankkleur
B
dynamiek en tempo
C
klankkleur en tempo
D
dynamiek, klankkleur, tempo

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HOE ondersteunt de muzikale vormgeving de inhoudelijke boodschap van Jimi Hendrix?
Klas in groepjes; elk groepje een andere parameter. Schrijf je antwoord op:

  • toonhoogte (melodie, akkoord, harmonie)
  • toonduur (maat, ritme)
  • tempo
  • dynamiek
  • klankkleur

Let op de formulering van je antwoord: altijd toelichten!

Star Spangled Banner 
(Jimi Hendrix)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
WB: 
- lz. en samenvatten blz. 175 t/m 180 (muziek) 
- m. blz. 181 opdr. 16, 18 en 19

FLEX_VAK woensdag het 9e uur:
  • oefenen met vaktermen
  • huiswerk antwoorden nabespreken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra: theatercomponenten
Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de muziekvoorstelling vormgegeven?

(goed om nu even door te kijken, maar komt later nog terug bij theater)


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Locatie 
Dit is de plek die door de theatermaker of de regisseur gekozen is, waar de voorstelling
plaatsvindt. In principe kan op elke locatie gespeeld worden (bijvoorbeeld in het theater of in
een fabriekshal, buiten op straat of in de duinen).
Decor 
Dit is de toneeltoerusting waarmee de plaats van handeling wordt voorgesteld, ook projecties
kunnen tot het decor behoren.
Kostuum 
Onder kostuum verstaat men de kleding van het personage.
Grime en hair styling
Dit gaat over de opmaak van het gezicht van de acteurs en hun haardracht: denk hierbij onder
andere aan schmink, pruiken en littekens.
Rekwisieten 
Rekwisieten zijn voorwerpen die in een voorstelling gebruikt worden door de spelers, zoals een
pen of een zwaard. Ook stoelen en tafels die op een toneel staan zijn rekwisieten.
Attributen 
Een attribuut is een speciaal rekwisiet, dat bij een rol hoort, zoals een liniaal voor een strenge
juf, een scepter voor een koning, de lier van Apollo, de sleutels van Petrus. Daaraan kun je het
personage herkennen.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Belichting
Door middel van belichting van de speelplek zorgt men voor zichtbaarheid van wat zich
afspeelt, maar ook voor een bepaalde sfeer. Belichting kan de aandacht van het publiek op een
bepaalde handeling richten. Denk hierbij aan de kleur en de intensiteit van het licht.
Muziek
Theatervoorstellingen kunnen worden begeleid door muziek, die net als belichting, voor een
sfeer of bepaalde emotie kan zorgen. Denk aan bombastische muziek om een opschepper te
karakteriseren, of minimalistische muziek als ondersteuning van een sterfscène.
Geluid en geluidseffecten
Ook door middel van geluid kunnen scènes worden ondersteund of benadrukt. Denk hierbij aan
wapengekletter bij vechtscènes of geluidsdecor/soundscapes met zwembadgeluiden om een
zwembad te verbeelden.
Enscenering
Het geheel van positie en bewegen van de acteurs in combinatie met de theatervormgeving.
Toneelbeeld
Het toneelbeeld is een ‘still’ uit de voorstelling. Alles wat je ziet op een bepaald moment van
het stuk hoort bij het toneelbeeld: het decor, de kostuums, de rekwisieten, de belichting en de
positie van de acteurs daarin.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies