Stijlfouten: pleonasme & tautologie

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Heb je al een nieuw leesboek?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Heb je al een nieuw leesboek?

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands
Stijlfouten

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek --> Uiterlijk volgende week een nieuw leesboek meenemen!

Wat weet je al?

Theorie uitleggen

Opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je wat een contaminatie, pleonasme en een tautologie is en hoe je deze kan herkennen in een zin.
En nog belangrijker: hoe je deze fouten zelf niet maakt!

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 5 - Tekstslide

Wat valt je op?
1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
2. Eventueel kan zij jou mogelijk helpen met die sommen.
3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Pleonasme
Tautologie

Slide 7 - Tekstslide

Pleonasme
Pleonasme is het versterken van een woord, door een toevoeging van een ander woord. Het woord wordt dan dubbelop geschreven.
Het toegevoegde woord is een eigenschap van het andere woordsoort. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 
De ronde bal rolde over de grond.
Ronde versterkt het woord bal. Een bal is namelijk van zichzelf al rond, dus ronde geeft een extra toevoeging.

De witte sneeuw zorgde veroorzaakte een verblindend effect.
Sneeuw is altijd wit, (eet dan ook geen gele sneeuw).

De Bitcoin-koers was flink omhoog gestegen.
Als iets stijgt, gaat het altijd omhoog. Iets stijgt, of gaat omhoog.

Slide 9 - Tekstslide

Tautologie

Tautologie is het benadrukken van een woord met een ander woord dat dezelfde betekenis heeft. Dus 2 woorden met dezelfde betekenis die in één zin worden gebruikt.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Zij krijgt het gratis en voor niets. 
Als je iets gratis krijgt, krijg je het al voor niets. Gratis en voor niets betekenen allebei hetzelfde. 
of
Zij sloeg de tasjesdief bont en blauw.

Slide 11 - Tekstslide

Snap je het?

Slide 12 - Tekstslide

We liepen door het groene gras naar de speeltuin.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 13 - Quizvraag

Uit de kraan komt vloeibaar water.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 14 - Quizvraag

Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 15 - Quizvraag

Voordat je gaat, moet je eerst even checken of je alles bij je hebt.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 16 - Quizvraag

Zo werd onlangs een bejaarde mevrouw op leeftijd nog geholpen.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 17 - Quizvraag

Criminele misdadigers werden onlangs opgepakt.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 18 - Quizvraag

Zij is opgenomen in het ziekenhuis.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 19 - Quizvraag

Nakijken om 09:45 uur
Opdracht 1 + Formsopdracht
Bladzijde 120
Alleen en in stilte

Klaar? Lees dan verder in je leesboek

Maandag: fictieopdracht!

Slide 20 - Tekstslide