H4.1 en 4.2 bbl2

Waar
Niet waar
Door het broeikaseffect wordt het te warm op de aarde
De oorzaak van het broeikaseffect is dat er teveel H2O in de dampkring komt
Het broeikaseffect is is in bepaalde delen van de wereld
In een broeikas kweek je planten omdat het er warmer is dan buiten
1 / 16
volgende
Slide 1: Sleepvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Waar
Niet waar
Door het broeikaseffect wordt het te warm op de aarde
De oorzaak van het broeikaseffect is dat er teveel H2O in de dampkring komt
Het broeikaseffect is is in bepaalde delen van de wereld
In een broeikas kweek je planten omdat het er warmer is dan buiten

Slide 1 - Sleepvraag

Imperialisme
Kolonialisme
handelpost
heel land word overgenomen
economisch
macht

Slide 2 - Sleepvraag

Hoe noem je verstedelijking ook wel?
A
De Randstad
B
Urbanisatie
C
Suburbanisatie
D
Volksverhuizing

Slide 3 - Quizvraag

Hoe word het tijdvak van de 19e eeuw (1800-1900) genoemd?
A
Tijd van ontdekkers en hervormers
B
Tijd van regenten en vorsten
C
Tijd van pruiken en revoluties
D
Tijd van burgers en stoommachines

Slide 4 - Quizvraag

Waarom kwam er rond 1860 steeds meer kritiek op kinderarbeid?
A
Ouders vonden het werk te eenvoudig voor kinderen
B
Het werk was ongezond en kinderen horen in de schoolbanken
C
Kinderen kregen meer loon dan hun ouders
D
Kinderen hadden geen zin om te werken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een werkgever?
A
Iemand die bij een bedrijf/winkel werkt
B
Een bedrijf/winkel die werknemers in dienst heeft

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor uitvinding zie je op het plaatje?

Slide 7 - Open vraag

groep beroepen: landbouwsector, industriesector en dienstensector.
groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector).
groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt
Beroepssectoren
Landbouwsector
Industriesector

Slide 8 - Sleepvraag

Wie werkt in de landbouwsector?
A
Mijnwerker
B
Huisarts
C
Leraar
D
Kledingverkoper

Slide 9 - Quizvraag

Tot welke sector behoort zijn beroep?

Slide 10 - Open vraag

Wat is huisnijverheid?
A
Het thuis maken van goederen
B
Het werken in de fabriek
C
Geen werk hebben
D
Thuis online werken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is automatisering?
A
machines nemen het werk van mensen over
B
Computers sturen de productie aan
C
Dingen die automatisch gaan
D
Een auto zonder handschakeling

Slide 12 - Quizvraag

Wat wordt er gevierd tijdens het Keti Koti feest?
A
Dat de oogst gelukt is
B
Dat het land niet meer overstroomd
C
De afschaffing van de slavernij
D
Het einde van WO II

Slide 13 - Quizvraag

wat is het grootste VOORDEEL dat de stroommachine is gekomen? het is....

Slide 14 - Open vraag

wat is GEEN voorbeeld van werkomstandigheden?
A
onveilig werk
B
lange werkuren
C
slecht slapen
D
lage lonen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een reden waar een mensen naar de stad trokken tijdens de industriële revolutie?
A
Er was werkloosheid op het platteland en er was werk in de steden door fabrieken.
B
Er was geen werk in de huisnijverheid en er was geen werk in de fabrieken in de dorpen.
C
Op het platteland woonden veel werkgevers en in de stad woonden veel werknemers.
D
De vakbonden hadden voor betere werkomstandigheden gezorgd in de huisnijverheid.

Slide 16 - Quizvraag