Herhaling Grammatik K4

Herhaling Grammatik K4
  • Modale hulpwerkwoorden: können, dürfen, mögen
  • Voltooid deelwoord
  • Tijdsbepaling met voorzetsels: im, am, um
  •  Dagindeling
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Grammatik K4
  • Modale hulpwerkwoorden: können, dürfen, mögen
  • Voltooid deelwoord
  • Tijdsbepaling met voorzetsels: im, am, um
  •  Dagindeling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vertaal de woorden
kunnen
mogen
houden van
können
mögen
dürfen

Slide 3 - Sleepvraag

Vertaal:
hij kan

A
Er könne
B
Er kann
C
Er kannt
D
Er könnt

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal:
jij mag (toestemming)
A
du darfst
B
du magst
C
du darf
D
du mag

Slide 5 - Quizvraag

(mögen)
Er ___ Fußball spielen.
A
magst
B
mög
C
magt
D
mag

Slide 6 - Quizvraag

(können)
Du _____ deine Hausaufgaben machen.

A
kann
B
kannt
C
kannst
D
könnst

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Zoek de stam van het werkwoord: wohnen

Slide 9 - Open vraag

Maak nu een voltooid deelwoord van: wohnen

Slide 10 - Open vraag

Wir haben Fußball _________ (spielen).
A
gespielt
B
gespielen
C
gespielet
D
gespielst

Slide 11 - Quizvraag

Der Hund hat __________ (bellen).
A
gebllen
B
gebellet
C
gebellen
D
gebellt

Slide 12 - Quizvraag

Wir sind in Köln __________ (sein).
A
gesind
B
gesein
C
gewesen
D
gewest

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

____ Samstag habe ich ein Fußballspiel.
A
Im
B
Am
C
Um

Slide 15 - Quizvraag

____ 10. Dezember habe ich Geburtstag.
A
Im
B
Am
C
Um

Slide 16 - Quizvraag

____ Frühling blühen die Blumen.
A
Im
B
Am
C
Um

Slide 17 - Quizvraag

____ 8.30 fängt die Schule an.
A
Im
B
Am
C
Um

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

16 Uhr ______
A
morgens
B
nachts
C
abends
D
nachmittags

Slide 20 - Quizvraag

03:40 Uhr ______
A
Am Morgen
B
In der Nacht
C
Am Mittag
D
Am Nachmittag

Slide 21 - Quizvraag

12:30 Uhr ______
A
Am Mittag
B
In der Nacht
C
Am Abend
D
Am Morgen

Slide 22 - Quizvraag

23:10 Uhr ______
A
abends
B
nachts
C
nachmittags
D
vormittags

Slide 23 - Quizvraag

Bonusvraag:
In welk land ligt de stad Luzern uit Kapitel 4?
A
Duitsland
B
Oostenrijk
C
Zwitserland

Slide 24 - Quizvraag

Tschüss, bis zur nächsten Stunde!

Slide 25 - Tekstslide