Herh. Lezen H1-4 - 2M1

do. 3 juni - 2M1 - 4e uur
  • Herhalen Lezen H1 t/m H4
  • Bespreken opdr. 4 blz. 94-95
  • Zelfstandig werken
  • Evt. herh. uitleg keuzeopdracht bij boek 3 
a.s. maandag formatieve toets Lezen H1-4 
--> cijfer >6,5? = +0,2 cijfer gpw!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

do. 3 juni - 2M1 - 4e uur
  • Herhalen Lezen H1 t/m H4
  • Bespreken opdr. 4 blz. 94-95
  • Zelfstandig werken
  • Evt. herh. uitleg keuzeopdracht bij boek 3 
a.s. maandag formatieve toets Lezen H1-4 
--> cijfer >6,5? = +0,2 cijfer gpw!

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen theorie Lezen H1
  • Uit welke drie delen bestaat een tekst?
  • Waar vind je de belangrijkste informatie van een tekst?
  • Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
  • Waar vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen theorie Lezen H2
  • Wat wordt er bedoeld met de hoofdzaken van een tekst?
  • Wat wordt er bedoeld met de bijzaken van een tekst?
  • Waar vind je de hoofdzaken van een tekst?
  • Waar vind je de hoofdzaken van een alinea?
  • Waar vind je (dus) de belangrijkste zin van een alinea?
  • Wat staat er vóór of ná de belangrijkste zin in de rest van de alinea?
  • Aan welke woorden kun je zien dat een voorbeeld of uitleg volgt?
  • Hoe en waarom schrijf je een samenvatting van een tekst?

Slide 3 - Tekstslide

Een samenvatting...
  • ... schrijf je als je een tekst moet onthouden.
  • ... maak je door de belangrijkste zinnen van de alinea's onder elkaar te zetten.
  • ... begin of eindig je met de hoofdgedachte.
  • ... bevat geen lange uitleg of voorbeelden.

Slide 4 - Tekstslide

Theorie Lezen H3
  • Wat doet een signaalwoord in een tekst?
  • Geef voorbeelden van signaalwoorden.
  • Welke twee soorten tekstverbanden ken je?
  • Aan welke signaalwoorden herken je een tegenstellend verband?
  • Wat zijn de dingen/ zaken van elkaar die worden genoemd in een tt.verb.?
  • Aan welke signaalwoorden herken je een opsommend verband?
  • Wat kun je zeggen over de dingen die worden genoemd in een ops.verb.?

Slide 5 - Tekstslide

Theorie Lezen H3
  • Signaalwoorden geven aan op welke manier de woorden, zinnen en alinea's in een tekst met elkaar samenhangen.
  • Deze samenhang heet het tekstverband.
  • Door te letten op tekstverbanden kun je een tekst beter begrijpen.

Slide 6 - Tekstslide

Twee soorten tekstverbanden:
  • Opsomming/ opsommend verband
  • Tegenstelling/ tegenstellend verband

Slide 7 - Tekstslide

Tegenstelling/ tegenstellend verband:
  • maar
  • hoewel
  • echter
  • toch
  • tegenover
  • daarentegen
  • aan de ene kant .... aan de andere kant

--> Zaken die worden genoemd zijn elkaars tegenovergestelde.

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden opsomming/ opsommend verband:
  • ten eerste
  • ten tweede
  • om te beginnen
  • ook (nog)
  • verder
  • bovendien
  • ten slotte
  • dubbele punt, liggende streepjes, getallen, 'dots'
--> Zaken die worden genoemd horen bij elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

Theorie Lezen H4

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 11 - Woordweb

Wat is een argument?

Slide 12 - Woordweb

feit - mening - argument
Dit wisten jullie al heel goed!
  • feit
  • iets wat je kunt controleren; iets wat waar of onwaar is
  • mening/standpunt = 
  • iets wat je vindt; iets waar je het mee (on)eens kunt zijn
  • argument =
  • iets waarmee je uitlegt waaróm je iets (niet) vindt

Slide 13 - Tekstslide

signaalwoorden
  • mening/standpunt --> ik vind, volgens mij, ik denk
  • argument --> want, omdat, namelijk, immers

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 5 op blz. 95 = huiswerk morgen (vr. 4 juni)
Klaar? --> lekker lezen in je boek

ma. 7 juni --> formatieve toets lezen H1-4 op je laptop!
vr. 11 juni --> inleveren keuzeopdracht bij boek 3

Slide 15 - Tekstslide

Keuzeopdracht bij leesboek 3
  1. Folder maken
  2. Nieuwsbericht
  3. Drie gedichten bij hoofpersoon
  4. Tijdlijn
inleveren vrijdag 11 juni

Slide 16 - Tekstslide

Keuzeopdracht 1 - Folder maken

Slide 17 - Tekstslide

Keuzeopdracht 2 - Nieuwsbericht

Slide 18 - Tekstslide

Keuzeopdracht 3 - Drie gedichten bij hoofpersoon (karakter)

Slide 19 - Tekstslide

Keuzeopdracht 4 - Tijdlijn

Slide 20 - Tekstslide