Les: Vrienden

Les: Vrienden
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Les: Vrienden

Slide 1 - Tekstslide

In deze les gaan we het hebben over vriendschap.

Vrienden zijn er voor je. Ze steunen je als je verdrietig bent, delen je vreugde als je heel blij bent, en ontspannen samen met je.

Maar waarom vinden we het eigenlijk zo fijn om bevriend te zijn met iemand en wat betekent vriendschap eigenlijk?

Introductie 

Slide 2 - Tekstslide

1: Wat verwacht je?
2: Hoe doe je het nu?
3: Aan de slag
4: Experiment
5: Quiz
6: Afsluiting
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. 
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?
Hoe doe je het nu?
In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
Test je kennis!
Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
Inhoudsopgave Les 

Slide 3 - Tekstslide

Op de middelbare school ontwikkelen jongeren vriendschappen. Een vriendschap is een intieme relatie tussen twee mensen. Deze relatie is dus niet per se romantisch.

Je kunt zelf bepalen met wie je vrienden wordt en als je vrienden bent, is er een gelijkwaardige rol. Niemand is de baas.
Maar waarom worden jongeren eigenlijk vrienden met elkaar?

Bekijk de video en denk hier alvast over na. In stap 3 komen we erop terug.

1: Wat verwacht je? 

Slide 4 - Tekstslide

Op de volgende slides staan twaalf stellingen over vriendschap.

Vul bij deze stellingen in wat jij ervan vindt.

Let op: schrijf de stellingen en antwoorden ook op een blaadje. De stellingen heb je nog nodig bij je experiment.


2: Hoe doe je het nu? 

Slide 5 - Tekstslide

Stelling 1: Vrienden doen alles voor elkaar.
oneens
neutraal
eens

Slide 6 - Poll

Stelling 2: Vrienden vertellen elkaar alles.
oneens
neutraal
eens

Slide 7 - Poll

Stelling 3: Vrienden mogen voor elkaar liegen.
oneens
neutraal
eens

Slide 8 - Poll

Stelling 4: Vrienden moeten
ongeveer even oud zijn.
oneens
neutraal
eens

Slide 9 - Poll

Stelling 5: Echte
vriendschap bestaat niet.
oneens
neutraal
eens

Slide 10 - Poll

Stelling 6: Een echte vriend gaat
vóór een relatie.
oneens
neutraal
eens

Slide 11 - Poll

Stelling 7: Een vriend liket
altijd mijn berichten.
oneens
neutraal
eens

Slide 12 - Poll

Stelling 8: Bij vrienden
kan ik mijn gevoelens uiten.
oneens
neutraal
eens

Slide 13 - Poll

Stelling 9: Er zit een verschil tussen
vrienden van school en daarbuiten.
oneens
neutraal
eens

Slide 14 - Poll

Stelling 10: Vrienden hebben
weleens ruzie met elkaar.
Hoe doe je het nu?
oneens
neutraal
eens

Slide 15 - Poll

Stelling 11: Een online vriendschap
is ook een vriendschap.
Hoe doe je het nu?
oneens
neutraal
eens

Slide 16 - Poll

Stelling 12: Vrienden
doen alles samen.
Hoe doe je het nu?
oneens
neutraal
eens

Slide 17 - Poll

3: Aan de slag 
3.1: Soorten vriendschappen
  • Theorie 
  • Opdracht
  • Theorie 
3.2: Eenzaam zijn
  • Theorie
  • Opdracht
  • Theorie
Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen.
Welke type vriendschappen ken je? Zijn online vriendschappen net zo waardevol als offline vriendschappen?
Wat gebeurt er in je hersenen als je eenzaam bent of wordt buitengesloten?

Slide 18 - Tekstslide

Je hebt verschillende soorten vriendschappen: vrienden van de voetbal, vrienden van vroeger, je beste vriend, je uithuilbuddy, online vrienden, etc. 

Binnen een vriendschap lijken mensen vaak op elkaar. Je hebt vaak met een vriend dezelfde mening en kunt elkaar aanmoedigen.
     3.1 Soorten vriendschappen - Theorie 1   

Slide 19 - Tekstslide

instructie
Schrijf zoveel mogelijk woorden op die voor jou met vriendschap te maken hebben.

Je krijgt hier drie minuten de tijd voor. Bespreek je antwoorden met je buurman.

Hebben jullie veel hetzelfde?
timer
3:00
Vriendschap

Slide 20 - Woordweb

Online vriendschap



Is het net zoveel waard?
Online vriendschap of internetvriendschap vindt plaats wanneer twee mensen elkaar op het internet ontmoeten. Ze kletsen, gamen en/of videobellen met elkaar.

Een online vriendschap kan voor je gevoel net zo waardevol zijn als een offline vriendschap. Ondanks dat je elkaar niet fysiek ziet. 
3.1 Soorten vriendschap - Theorie 2 

Slide 21 - Tekstslide

buitensluiting
In het vorige deel heb je gezien dat vriendschap en samen dingen doen een reactie oplevert in je hersenen. Je wordt er blij van!
Door veel dingen samen te doen met verschillende vrienden ontwikkel je sociale vaardigheden.

We vinden het dus belangrijk dat we geaccepteerd worden en leuke reacties krijgen. Maar wat als dat niet gebeurt? Hoe reageren je hersenen als we worden afgewezen of buitengesloten?
3.2 Eenzaam zijn - Theorie 1   

Slide 22 - Tekstslide

In de volgende slides krijg je vier zinnen waarbij je de ontbrekende woorden moet invullen. 

Dit doe je door het juiste woord naar de juiste plek te slepen. 
3. 2 Eenzaam zijn - Opdracht 1 

Slide 23 - Tekstslide

1. Er gebeurt ......................... in je hersenen als je wordt buitengesloten.
2. De hersengebieden die actief worden bij buitensluiting zijn .............................. gebieden die betrokken zijn als je lichamelijke pijn hebt.
veel
weinig
niks
dezelfde
andere

Slide 24 - Sleepvraag

3. De hersenen van jongeren die ............................ tijd doorbrengen met vrienden waren ............................... gevoelig voor buitensluiting.
4. Vrienden kunnen een ......................................... werking hebben.
ook
geen
meer
minder
angstige
beschermende

Slide 25 - Sleepvraag

Wat kan ik doen om anderen te helpen?
Wat kan ik doen om anderen te helpen?
  • Laat iemand meedoen.
  • Doe aardig tegen diegene.
  • Praat erover.
Als je iemand helpt die buitengesloten is, wordt een gedeelte in je hersenen actief. Dit gedeelte wordt het beloningsdeel genoemd. Je voelt je dan prettig. 
Heb je weleens gezien dat iemand in je klas of op de basisschool werd buitengesloten? Buitensluiten is niet leuk en jij kunt diegene helpen.
Dit blauwe deel wordt actief als je pro-sociaal doet. Dit wordt het beloningsdeel genoemd.
3. 2 Eenzaam zijn - Theorie 2 

Slide 26 - Tekstslide

In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.
Dit experiment ga je uitvoeren met de klas. Pak de twaalf stellingen van stap 2 erbij die je hebt opgeschreven.

De docent maakt drie plekken in de klas. De docent roept de stelling op en je gaat naar de plek toe die overeenkomt met jouw mening. Op deze manier zie je of jij net zo over vriendschap denkt als je klasgenoten of dat er bij bepaalde stellingen verschillen zijn.
4: Experiment  

Slide 27 - Tekstslide

Quiz: Vrienden
5: Quiz  

Slide 28 - Tekstslide

Hoeveel échte
vrienden heb jij?

Slide 29 - Woordweb

Echte vriendschap is altijd
alles samen doen.
A
eens
B
oneens

Slide 30 - Quizvraag

Echte vriendschap is
elkaar altijd steunen.
Test je kennis!
A
eens
B
oneens

Slide 31 - Quizvraag

Echte vriendschap is
niet jaloers worden op elkaar.
Test je kennis!
A
eens
B
oneens

Slide 32 - Quizvraag

Echte vriendschap is weleens
over elkaar kunnen roddelen.
Test je kennis!
A
eens
B
oneens

Slide 33 - Quizvraag

Echte vriendschap is
elkaars geheimen kennen.
Test je kennis!
A
eens
B
oneens

Slide 34 - Quizvraag

Echte vriendschap is
nooit boos op elkaar worden.
Test je kennis!
A
eens
B
oneens

Slide 35 - Quizvraag

Echte vriendschap is bij
elkaar thuiskomen.
Test je kennis!
A
eens
B
oneens

Slide 36 - Quizvraag

Test je kennis!
Wat is voor jou het
allerbelangrijkst in een
vriendschap?

Slide 37 - Woordweb

Wat vond jij ............ de handigste 
tips uit de online leeromgeving?
Test je kennis!

Slide 38 - Tekstslide

In deze les heb je geleerd:

  • Dat er verschillende soorten vriendschap zijn.
  • Wat eenzaamheid en buitensluiting in je brein doen.
  • Dat er een gedeelte in je brein heel actief wordt als je sociaal gedrag vertoont.

In het experiment heb je onderzocht of je hetzelfde over vriendschap denkt als je klasgenoten. 
6: Afsluiting 

Slide 39 - Tekstslide