Grieks

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat is het participium

1. Een werkwoordsvorm als bijvoeglijk naamwoord
2. Een werkwoordsvorm Als bijwoordelijke bepaling
3. Een werkwoordsvorm Als werkwoordsvorm 😒
4. Een werkwoordsvorm Als lijden voorwero

Ὁ φεύγων πολέμιος
πρὸς τὴν πύλην ἔδραμεν.

1. Bijvoeglijk
2. Predicatief
3. Het is Grieks dus ik kan het toch niet lezen

Οἱ ἑταῖροι ἐσθίοντες καὶ πίνοντες πολὺν χρόνον διατρίβουσιν.

1. Bijvoeglijk
2. Predicatief
3. 🙄

De zingende mevrouw Wit
(Wat is de uitgang van het participium)

1. -ουσα
2. -ουσαι
3. -παστα
4. -οντι

De huilende Markus

1. -οντες
2. -ων
3. -κοε
4. -ον

De gamende Ruben en Rick

1. -οντες
2. -οντος
3. -ονζιν
4. -οντι

De spelende baby Guido pakt auto’s af van de plassende Mathijs.
(Het gaat hier om de spelende baby)

1. - ων
2. -οντι
3. -o s t mus tis nt
4. -οντα

De spelende baby Guido pakt auto’s af van de plassende Mathijs.
(Het gaat hier om de plassende Mathijs)

1. -ων
2. -τοιλετ
3. -οντος
4. -όντων

De handige Li Yong bakt een taart voor de knullige Rick.
(Het gaat om de handige Li Yong)

1. -ον
2. -ουσιν
3. -ων
4. -(h)ανδιχε

De handige Li Yong bakt een taart voor de knullige Rick.
(Het gaat om de knullige Rick)

1. -οντι
2. -κνυλλιχε
3. -ον
4. -οντα

De dansende mevrouw Wit geeft les aan de slapende leerlingen.
(Het gaat hier om mevrouw Wit)

1. -οντι
2. -οντα
3. -Ζααι
4. -ουσα

De dansende mevrouw Wit geeft les aan de slapende leerlingen.
(Het gaat om de leerlingen)

1. -ουσι(ν)
2. -οντος
3. -σλαπεν
4. -οντι

Wat vond je van de quiz?