2h/v chap 1 GL 5e, Les verbes en -er et vouloir + PC

Chapitre 1
les verbes en -er 
Le présent du verbe oublier
stam oubli
je stam+ e-> je oublie etc.
le passé composé du verbe oublier
je hebt een hulpwerkwoord nodig in de présent-> avoir
J'ai
van oublier haal je de r weg en zet een tréma op de e-> é
j'ai oublié 
*let op vertaling: ik heb vergeten en ik ben vergeten zijn beide goed. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 1
les verbes en -er 
Le présent du verbe oublier
stam oubli
je stam+ e-> je oublie etc.
le passé composé du verbe oublier
je hebt een hulpwerkwoord nodig in de présent-> avoir
J'ai
van oublier haal je de r weg en zet een tréma op de e-> é
j'ai oublié 
*let op vertaling: ik heb vergeten en ik ben vergeten zijn beide goed. 

Slide 1 - Tekstslide

Quels verbes réguliers connais-tu?

Slide 2 - Woordweb

Vertaal: Ik heb gezwommen
A
j'ai nage
B
j'ai nagé
C
je suis nagé
D
tu as nagé

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal: zij hebben ontmoet
A
ils rencontrent
B
ils avont rencontré
C
ils ont rencontré
D
ils sont rencontrés

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: ik heb gehouden van duiken
A
j'aime la plongée
B
je fais de la plongée
C
j'aime faire de la plongée
D
j'ai aimé faire de la plongée

Slide 5 - Quizvraag

les verbes reguliers de notre vocabulaire sont:
commencer
rencontrer
jouer
nager
trouver
oublier
montrer
parler

Slide 6 - Tekstslide

le verbe vouloir est irrégulier 

Slide 7 - Tekstslide

Où est-ce que tu peux trouver
Vouloir?

Slide 8 - Tekstslide

le verbe vouloir au présent



Je veux
tu veux
il/elle/on veut
nous voulons
vous voulez
ils/elles veulent
le verbe vouloir au passé composé



J'ai voulu
tu as voulu
il/elle/on a voulu
nous avons voulu
vous avez voulu
ils/elles ont voulu

Slide 9 - Tekstslide

vouloir als hulpwerkwoord
je veux faire mes devoirs
tu veux un gâteau?
il a voulu venir.
il veux devenir prof de français
 Connais-tu d'autres exemples?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm
Elles ..... ......... venir.
A
a vouloiré
B
ont voulue
C
a voulu
D
ont voulu

Slide 11 - Quizvraag

Waar moet je op letten?
  1. Het werkwoord être in de PC ( en sommige andere werkwoorden zoals verhuizen).
  2. De regels van de ontkenning op de juiste manier toepassen in een zin die in de passé composé staat. 
  3. De onregelmatige werkwoorden en hun voltooid deelwoord

Slide 12 - Tekstslide

travaillez ensemble
corrigez vos devoirs exercices 14 et 15 du livre d'exercices page 14 jusqu'à 16

Slide 13 - Tekstslide

T'as compris?
Essayez avec l'exercice 13 D mettez  les phrases au passé composé.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Qu'est-ce que vous avez appris?

Slide 16 - Tekstslide