14.3 Thema Gaswisseling b1 Het ademhalingsstelsel van de mens

Het ademhalingsstelsel
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
14.3.1 Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel van de mens noemen met hun kenmerken en functies.


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
*  Je kunt de onderdelen van het ademhalingsstelsel noemen 
    en weet in welke volgorde de lucht er doorheen stroomt
* Je weet wat er bedoeld wordt met gaswisseling
* Je weet hoe het neusslijmvlies is opgebouwd en kent de 
    functies van de verschillende onderdelen
* Je weet wat de stand is van de huig en het strottenklepje bij
   slikken, ademhalen en verslikken
* Je kent de verschillen in samenstelling tussen ingeademde en 
    uitgeademde lucht

Slide 3 - Tekstslide

Gaswisseling
  • Het opnemen van zuurstof (O2) in het bloed en afgeven van koolstofdioxide (CO2) aan de longen noemen we 'gaswisseling'.

  • Hiervoor moet de lucht in de longen constant ververst worden, dit doen we door ademhaling.

Slide 4 - Tekstslide

De onderdelen van het ademhalingsstelsel van de mens

Slide 5 - Tekstslide

strottenhoofd
bronchiën
longblaasjes
keelholte
luchtpijp
neusholte
longen

Slide 6 - Sleepvraag

Neusholte 
-  De binnenkant is bedekt met neusslijmvlies.

- De neusharen en het slijmvlies houden stofdeeltjes en ziekteverwekkers tegen.

- Trilharen in de neus zorgen ervoor dat het slijm, met de ziekteverwekkers en stofdeeltjes, naar de keelholte wordt vervoerd.

Slide 7 - Tekstslide

Neusademhaling
Inademen via de neus is een stuk gezonder dan via de mond. 
4 redenen zijn:

Maakt de lucht vochtig
Maakt de lucht warm
Filtert de lucht
Je kunt de lucht ruiken en keuren

Slide 8 - Tekstslide

Keelholte
Vanuit de neus (of de mond) komt de lucht in de keelholte terecht. In de keel zitten 2 klepjes; de huig en het strotklepje
  • Ademen: huig en strottenklepje open
  • Slikken: huig sluit neusholte af, strotklepje sluit luchtpijp af
  • Verslikken: huig en strotklepje staan open terwijl je eet ->     hoesten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Keelholte

Slide 11 - Tekstslide

Hiermee wordt tijdens het slikken de neusholte afgesloten
A
Huig
B
Strotteklepje
C
Kringspier
D
Tong

Slide 12 - Quizvraag

Houdt grote stofdeeltjes tegen.
Maakt de lucht die je inademt vochtig.
Vervoert het slijm naar de keelholte.
Verwarmt de ingeademde lucht.
Voorkomt dat stofdeeltjes en ziekteverwekkers in de longen komen.
Waarschuwt voor stinkende gassen.
Hier staan functies van delen van het ademhalingsstelsel.

Sleep het deel naar de juiste functie.
Neusslijmvlies
Neusharen
Reukzintuig
Trilharen
Neusslijmvlies
Neusslijmvlies

Slide 13 - Sleepvraag

Luchtpijp en bronchiën.
-Om de luchtpijp open te houden en deze te beschermen zitten er kraakbeenringen  in.

- De luchtpijp splits zich in twee vertakkingen,
  1 naar elke long.  Die 2 vertakkingen heten 
  de bronchiën.

- Ook de luchtpijp is aan de binnenkant bekleed
   met slijmvlies en trilhaarcellen. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Bronchiën
  •  Binnenkant bekleed met        slijmvlies en trilhaarcellen
  • Wand bevat   kraakbeenringen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Luchtpijptakjes
  • Dit zijn de fijne vertakkingen van de bronchiën
  • Wanden zijn bedekt met slijmvlies en trilhaarcellen.
  • Wanden bevatten spiertjes
       (geen kraakbeenringen)

Slide 18 - Tekstslide

Longblaasjes
*Aan het einde van de luchtpijptakjes
zitten de longblaasjes. 


*De wanden van de longblaasjes en
  de longhaarvaten zijn maar
  1-cellaagje dik en het oppervlak is
  erg groot, waardoor er snel en veel
  gaswisseling kan plaatsvinden

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Video

Gaswisseling
*Zuurstof wordt, vanuit de 
  lucht in de longblaasjes, 
  opgenomen in het bloed van 
  de longhaarvaten.

*Koolstofdioxide gaat vanuit  
  het bloed naar de lucht in de 
  longblaasjes. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 7 (behalve 4)

Slide 24 - Tekstslide

Toets
16 November
Thema 14

Slide 25 - Tekstslide

Gaswisseling
*Zuurstof wordt, vanuit de 
  lucht in de longblaasjes, 
  opgenomen in het bloed van 
  de longhaarvaten.
*Koolstofdioxide gaat vanuit  
  het bloed naar de lucht in de 
  longblaasjes. 

Slide 26 - Tekstslide

Zuurstof-
rijk bloed 
Zuurstof-
arm bloed 

Slide 27 - Tekstslide

Welke weg legt de ingeademde lucht achtereenvolgens af in je ademhalingsstelsel?

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
strottenhoofd
longblaasjes
keelholte
bronchiën
neusholte
luchtpijp

Slide 28 - Sleepvraag

In de afbeelding is een deel van de wand van het ademhalingsstelsel van de mens sterk vergroot getekend.

Hoe wordt onderdeel 3 genoemd?
A
bloedvat
B
slijmlaag
C
slijmproducerende cel
D
trilhaarcel

Slide 29 - Quizvraag

In de afbeelding is een deel van het ademhalingsstelsel van de mens schematisch getekend.

Bij welk van de genummerde delen is de wand niet verstevigd door kraakbeenringen?
A
1
B
2
C
3

Slide 30 - Quizvraag

Uitwisseling van zuurstof en koostofdioxide met bloed vindt plaats in
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Longhaarvaten
D
Luchtpijptakjes

Slide 31 - Quizvraag

Verwerking
B1 Het ademhalingsstelsel van de mens
(lezen blz 54 t/m 58)

Maken opdrachten: 1 t/m 10
Blz 60

Klaar? Je mag iets voor jezelf doen.

Slide 32 - Tekstslide