P3L1- maandag - Lezen 3.3 - schrijfopdracht - 3HC

Welkom 3HC





: )


Planning van dit uur

  • 10 minuten stillezen
  • Over 'Wij zijn licht' praten
  • Theorie Lezen 3.3 + samen oefenen
  • Samenwerken





Aan het einde van deze les
  • weet je wat argumenten, tegenargumenten en weerleggingen zijn en kun je ze herkennen. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3HC





: )


Planning van dit uur

  • 10 minuten stillezen
  • Over 'Wij zijn licht' praten
  • Theorie Lezen 3.3 + samen oefenen
  • Samenwerken





Aan het einde van deze les
  • weet je wat argumenten, tegenargumenten en weerleggingen zijn en kun je ze herkennen. 

Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
Wat
Lees in stilte in je leesboek
Hoe
Individueel 
Hulp
Geen
Tijd
10 minuten
Uitkomst
Over dit boek ga jij jouw creatieve opdrachten maken
Klaar
Hierna gaan we verder met de les
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Wij zijn licht
  • Uitdelen leesschema
  • Opdrachten staan op Som 
- Bij inleverdatum
- Als jaarbijlage / Studiewijzer 

Slide 3 - Tekstslide

Betoog
  • Schrijver geeft mening
  • Mening wordt onderbouwd met argumenten

Tekstvorm: beoordeling (beschrijving + beoordeling met beoordelingswoorden) 

Slide 4 - Tekstslide

Argument, tegenargument, weerlegging
  •  Doel van de schrijver van een betoog: overtuigen
  • Hoe? Geloofwaardige en overtuigende argumenten
  • En: tegenargumenten weerleggen 

Slide 5 - Tekstslide

'De elektrische auto is de toekomst' 
Voorargument
'De elektrische auto stoot geen CO2 uit' 
Tegenargument:
'Opladen duurt lang' 
Weerlegging tegenargument:
'Er zijn veel snellaadplekken'

Slide 6 - Tekstslide

'Ouders moeten altijd kunnen meekijken met het internet- en telefoongedrag van hun tienerkinderen.'
Eens
Oneens

Slide 7 - Poll

Bedenk één argument voor deze stelling:

'Ouders moeten altijd kunnen meekijken met het internet- en telefoongedrag van hun tienerkinderen.'

Slide 8 - Open vraag

Was jouw argument objectief of subjectief?
Objectief (feitelijk)
Subjectief (niet-feitelijk)

Slide 9 - Poll

Bedenk één argument tegen deze stelling:

'Ouders moeten altijd kunnen meekijken met het internet- en telefoongedrag van hun tienerkinderen.'

Slide 10 - Open vraag

Was jouw argument objectief of subjectief?
Objectief (feitelijk)
Subjectief (niet-feitelijk)

Slide 11 - Poll

Tegenargument weerleggen
'Ouders moeten altijd kunnen meekijken met het internet- en telefoongedrag van hun tienerkinderen.' 

Een tegenargument voor deze stelling kan zijn:
'Tienerkinderen zijn verantwoordelijk voor hun eigen gedrag, dus ze moeten ook hun eigen internet- en telefoongedrag regelen.' 


Slide 12 - Tekstslide

Weerleg dit tegenargument:

'Tienerkinderen zijn verantwoordelijk voor hun eigen gedrag, dus ze moeten ook hun eigen internet- en telefoongedrag regelen.'

Slide 13 - Open vraag

Tegenargument weerleggen
Je zou kunnen zeggen:
'Tieners zijn verantwoordelijk voor hun eigen gedrag, dus ze moeten ook hun eigen internet- en telefoongedrag regelen.' (tegenargument)

Maar: 
'Tieners zijn pas op hun achttiende volwassen voor de wet. Dat is niet voor niets zo geregeld. Tot die tijd hebben ze dus begeleiding van thuis nodig om tot die zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te komen.' (tegenargument weerlegd

Slide 14 - Tekstslide

                  Samenwerken
timer
15:00
Wat
Maak opdracht 5 van 3.3 Lezen (schrijfopdracht) 
Hoe
Rustig overleggen 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp - daarna: steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze opdracht is huiswerk 
Klaar
Lees in je leesboek

Slide 15 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • weet wat argumenten, tegenargumenten en weerleggingen zijn en kun je ze herkennen. 

Huiswerk
  • Maak opdracht 5 van 3.3 Lezen (schrijfopdracht) 

    Slide 16 - Tekstslide