Reanimatie

Reanimatie
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Reanimatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoe vonden jullie dat deze mensen reageerden? Goed of niet goed? Leg uit.

Slide 3 - Open vraag

Hoe zou jij reageren als je iemand op straat ziet liggen?
Ik zou doorlopen
Ik zou gaan kijken
Ik zou direct helpen

Slide 4 - Poll

Meer risico op hartproblemen door:

- Roken
- Overgewicht
- Stress
- Erfelijkheid

Slide 5 - Tekstslide

Hartstilstand
Bij een hartstilstand stopt het hart met kloppen. Je raakt dan bewusteloos. Na 4 tot 6 minuten raken je hersencellen beschadigd. Daarna ook de rest van de organen.

Slide 6 - Tekstslide

herkennen hartstilstand mannen

mannen: pijn linker arm,druk op borst, pijn tussen schouderbladen, bleke kleur, spitse neus. transpireren. misselijk, braken.

Slide 7 - Tekstslide

vrouwen
Plotselinge duizeligheid, een gevoel van zwakte
Acute ernstige vermoeidheid, Kortademigheid, Slapeloosheid
Naar gevoel in de maagstreek, eventueel met misselijkheid
Branderig gevoel onder het borstbeen
Onaangenaam gevoel of pijn tussen de schouderbladen, pijn in de nek. Onaangenaam klemmend of drukkend gevoel in de borststreek\Hartkloppingen (hartbonzen)\Maagklachten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

AED
Een AED is een apparaat dat het hart een schok kan geven. Werkt bij een fibrilerend hart. Hierdoor kan het hart weer gaan kloppen. Er zit een stem in die precies vertelt wat je moet doen. 

Een AED hangt vaak bij scholen, supermarkten en andere openbare plekken.

Slide 11 - Tekstslide

Wat als iemand een hartstilstand heeft?

Slide 12 - Tekstslide

Stap 1: Controleer het bewustzijn

Vraag of het gaat en druk eens op de schouders. Krijg je geen reactie? Dan is de persoon buiten bewustzijn.

Blijf bij het slachtoffer en roep om hulp.

Slide 13 - Tekstslide

Stap 2: Controleer de ademhaling

Kantel het hoofd naar achteren. Kijk, luister en voel of de persoon ademt. 

Ademt de persoon niet of hapt hij naar adem? Ga dan verder naar de volgende stap.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 3: Bel 112
Bel 112, zet je telefoon op de luidspreker en leg hem naast je neer. Zo kun je luisteren en helpen tegelijkertijd.

Zet de mensen om je heen aan het werk. Laat ze een AED halen of de plek vrijhouden.

Slide 15 - Tekstslide

Stap 4: Geef borstcompressies
Druk met je handen het borstbeen 6 cm in. Herhaal dit 30 keer in het tempo van het lied ?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Stap 5: Beademen
Na de borstcompressies kantel je het hoofd naar achteren, knijp je de neus dicht en beadem je de persoon zodat de borst omhoog gaat. Daarna houd je je oor bij de mond om te luisteren of hij uitademt.

Doe dit twee keer en geef daarna weer 30 borstcompressies.

Slide 18 - Tekstslide

Stap 6: AED
Als er een AED is, ontkleed je het bovenlichaam. Plak de stickers zoals aangegeven. De AED gaat dan aan en vertelt wat je moet doen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Nu jij!
Oefen het reanimeren op de pop.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Regels
- Oefen nooit op elkaar. Ook niet voor de grap. Bij een reanimatie kneuzen of breekt de patiënt vaak ribben.

- Reanimeer niet als iemand een penning of tatoeage heeft waar staat dat hij/zij dit niet wil.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Waarom wil iemand niet gereanimeerd worden?

Slide 25 - Open vraag

Quiz

Slide 26 - Tekstslide

Je hebt een verhoogd risico op hartproblemen als je..
A
Doof bent
B
Strakke kleren draagt
C
Veel sport
D
Rookt

Slide 27 - Quizvraag

Alleen dikke mensen kunnen een hartstilstand krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Hoe lang duurt het bij een hartstilstand tot je hersenschade oploopt?
A
1 minuut
B
2 tot 4 minuten
C
4 tot 6 minuten
D
10 minuten

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel borstcompressies moet je geven bij het reanimeren?
A
10
B
20
C
30
D
40

Slide 30 - Quizvraag

Als je geen AED hebt, kun je een strijkijzer gebruiken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 32 - Tekstslide