Paragraaf 2.1 deel 1

Welkom
3 vwo ECONOMIE  ||  2024-2025
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
3 vwo ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 30

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 31
B, Het is goedkoper om 
thuis koffie te zetten en 
mee te nemen, dan om 
koffie op het station te 
kopen.
C. Buiten de budgetset betaal je meer geld dan je hebt. Je kunt niet meer uitgeven dan je budget.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 32
B. Als je budget toeneemt, kun je meer geld uitgeven. Dus kun je ook meer attracties bezoeken.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 32C.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 33A

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 33B

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 34
BAC


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 35
A. In grafiek B kan de budgetlijn ook omlaag zijn verschoven, doordat zowel broodjes als T-shirts beide procentueel evenveel duurder zijn geworden.
B. De budgetlijn kan boven de blauwe oorspronkelijke lijn komen te liggen wanneer (1) het budget is gestegen of (2) beide producten procentueel evenveel goedkoper zijn geworden.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoe mensen handelen voordat er geld bestond. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Ruilen

- Directe ruil

- Indirecte ruil

Slide 12 - Tekstslide

Betalen met munten en bankbiljetten.
  • Veel munten opzak --> risico overvallen.
  • Munten bij de goudsmit in bewaring --> wissel (bewijs).
  • De kantoren met wissels werden de eerste banken.

Fiduciair geld
  • Geld gebaseerd op vertrouwen. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een nadeel van directe ruil?

Slide 14 - Open vraag

Wat is indirecte ruil?
A
Je krijgt het gekochte niet direct, het wordt opgestuurd
B
Je ruilt een goed tegen een ander goed
C
Je ruilt een goed tegen chartaal geld
D
je ruilt een goed tegen chartaal of giraal geld

Slide 15 - Quizvraag

Aan het werk
Maken 1 t/m 6
Beheers je het leerdoel?

Slide 16 - Tekstslide