1HV week 7-1 P3 les 2 Grammatica ww zn lw bn

Welkom

Ga op je vaste plek zitten. 
Pak een leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga op je vaste plek zitten. 
Pak een leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag


  • 10 min stil lezen
  • Grammatica H5

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert wat grammatica is en hoe talen qua grammatica kunnen verschillen. 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling vorige les
We hebben woordsoorten besproken:

werkwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Taalkundig ontleden 
  • De woorden van een zin kan je indelen in woordsoorten. 

  • Het benoemen van die woorden heet taalkundig ontleden

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden WW
  • Eén van de woordsoorten is het werkwoord. 
  • In een zin staat altijd in ieder geval één werkwoord.
  • Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet. 
  • Het geeft ook de tijd aan in een zin
  • Kijken, lachen, fietsen, plassen

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord ZN
  • Dit is een woord voor een mens, dier, ding, plant of gevoel.
  • kat, huis, hond, liefde, verdriet, cactus
  • Heeft meestal een enkelvoud en meervoud: kat/katten.
  • Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken: koekje, bakje, boekje.  

Slide 8 - Tekstslide

Lidwoord LW
  • De, het of een

  • Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord. 
  • de fiets, het huis, de hond, een dier

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord BN
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Staat meestal vóór en soms achter een zelfstandig naamwoord.
De trui is rood. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
H6 opdracht 1 t/m 8
Opdracht 8b:
- gebruik werkwoorden en persoonlijke voornaamwoorden. 
Bijvoorbeeld:
Ik kijk alleen. 
Ik vind het spannend. 




    Slide 11 - Tekstslide

    Huiswerk
    Noteer in je agenda:

    Maken H5 opdracht 1 t/m 5




      Slide 12 - Tekstslide

      Aan de slag

      • Ga aan de slag met het maken van de opdrachten. 
      • Je mag overleggen met je buurt, maar doe dit zachtjes. 

      Ben je klaar? Keuze:
      Oefenbladen maken (Teams)
      Lezen 'boek in de tas'

      Slide 13 - Tekstslide


      Is de opdracht duidelijk?

      Slide 14 - Tekstslide

      Volgende les


      Gaan we aan de slag met redekundig ontleden. 

      Slide 15 - Tekstslide

      Zijn voor jou de lesdoelen behaald

      Ik kan uitleggen wat zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn. 

      Slide 16 - Tekstslide

      Hoe ging deze les?
      Wat heb je geleerd vandaag?

      Wat vond je leuk aan deze les? 

      Heeft iemand vragen?

      Slide 17 - Tekstslide

      Fijne dag 
      &
      tot de volgende keer!

      Slide 18 - Tekstslide