hv2 H7.1 De vergelijking x^2 = c

H7.1 De vergelijking x2 = c
vergelijkingen oplossen met een kwadraat
Welkom
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7.1 De vergelijking x2 = c
vergelijkingen oplossen met een kwadraat
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Even inkomen bereken het kwadraat van 7

Slide 2 - Open vraag

De wortel van 64

Slide 3 - Open vraag

Het kwadraat van -5

Slide 4 - Open vraag

Je ziet de twee standaard parabolen
Sleep de juiste functie 
naar de parabool
y = -x
y = 2x
y = x2
y = -x2

Slide 5 - Sleepvraag

Uitleg:
Je weet een kwadraat is een getal maal datzelfde getal
                      3 •  3 = 9
en de wortel een omgekeerd kwadraat
                         √9 =  3       (omdat  3 •  3 = 9)

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg:
Je weet een kwadraat is een getal maal datzelfde getal
                      3 •  3 = 9
en de wortel een omgekeerd kwadraat
                         √9 =  3       (omdat  3 •  3 = 9)

maar ook      -3 • -3 = 9
dus dan moet   √9 = -3        (omdat -3 • -3 = 9)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan het dat √9 = 3 en √9 = -3 ?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Als de c een positief getal is, heeft de vergelijking 2 oplossingen. 

Hiernaast zie je dat als de c vier is, dat er twee snijpunten zijn, namelijk bij x = -2 en x = 2
x2=c
Samenvatting
dit is een vergelijking van x2 en c
waarbij   c is een getal
               x2 is hetzelfde als dat getal c
               en x is √c
er zijn 2, 1 of 0 oplossingen

Slide 10 - Tekstslide

Als de c een positief getal is, heeft de vergelijking 2 oplossingen. 

Hiernaast zie je dat als c = 4 er twee snijpunten zijn, namelijk bij x = -2 en x = 2
x2=c

Slide 11 - Tekstslide

Als de c een negatief getal is, heeft de vergelijking geen oplossingen. 

Hiernaast zie je dat als c = -2 er geen snijpunten zijn
x2=c

Slide 12 - Tekstslide

Als de c een nul is, heeft de vergelijking 1 oplossing. 

Hiernaast zie je dat als c = 0 er één snijpunt is, namelijk bij x = 0
x2=c

Slide 13 - Tekstslide

Stel hier je vragen!

Slide 14 - Woordweb

Wat is of zijn de waarden van x voor:
x2=36
x = 6
x = 4
x = 0
x = -6
kan niet

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is of zijn de waarden van x voor:
x2=16
x = 2
x = 4
x = -4
x = 0
kan niet

Slide 16 - Sleepvraag

Als de c een positief getal is, heeft de vergelijking 2 oplossingen. 

Hiernaast zie je dat als de c vier is, dat er twee snijpunten zijn, namelijk bij x = -2 en x = 2
Herleiden naar x2 = c 
Soms moet je de vergelijking eerst veranderen zodat het x2 = c wordt
x2 - 9 = 0      ⇒    x2 = 9  
 
3x2 = 27       ⇒     x2=       = 9
327

Slide 17 - Tekstslide

Pak een kladblok
en een pen
dan kun je zelf
je tussenstappen 
opschrijven

Slide 18 - Tekstslide

2x2 + 2 = 20 ⇒ x = 3 of x = -3


x2 + 8 = 8     ⇒ x = 4 of x = -4


x2 + 25 = 0     ⇒ kan niet
Denk je dat het klopt zet een groen vinkje, denk je dat het fout is zet een rood kruisje

Controleer de volgende berekeningen
?
?
?

Slide 19 - Sleepvraag

-2x2  = 50          ⇒ x = 5 of x = -5


-3x2 + 22 = 1     ⇒ x = √7 of x = -√7


x2 -11 = 0         ⇒ kan niet
Denk je dat het klopt zet een groen vinkje, denk je dat het fout is zet een rood kruisje

Controleer de volgende berekeningen
?
?
?

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Gegeven 2 grafieken
y = 2x2 - 3 dat is de rode parabool
en y = 5 dat is de blauwe lijn

Waar die elkaar snijden is de 
y waarde gelijk dus
y = y         2x2 - 3 =
boek havo blz 107 opgave 9 | boek vwo blz 105 opgave 4
y=5

Slide 22 - Tekstslide

boek havo blz 107 opgave 9 | boek vwo blz 105 opgave 4
y=5
Gegeven 2 grafieken
      2x2 - 3 =
      2x2 = 8       
        x2 = 4 
x = -2   of  x  =  2

Dus coördinaat van A = (-2,5)
en coordinaat van B = zie volgende vraag

Slide 23 - Tekstslide

Geef de coördinaten van B

Slide 24 - Open vraag

Stel hier je vragen!

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Bij de standaardformule
Wat is juist?
Als de c een negatief getal is, dan....
x2=c
A
heeft de vergelijking geen oplossingen
B
heeft de vergelijking 1 oplossing
C
heeft de vergelijking 2 oplossingen

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Bij de standaardformule
Wat is juist?
Als de c nul is, dan....
x2=c
A
heeft de vergelijking geen oplossingen
B
heeft de vergelijking 1 oplossing
C
heeft de vergelijking 2 oplossingen

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Bij de standaardformule
Wat is juist?
Als de c een positief getal is, dan....
x2=c
A
heeft de vergelijking geen oplossingen
B
heeft de vergelijking 1 oplossing
C
heeft de vergelijking 2 oplossingen

Slide 31 - Quizvraag

Wat vond je van deze les?
in 3 woorden minimaal

Slide 32 - Woordweb