Moeilijke woorden h4

Moeilijke woorden:
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Moeilijke woorden:

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
vandaag leren we meer over moeilijke woorden.
we leren over woorden met ch / g 
au of ou
ei of ij
i, ie, of y

of gaan we tegenstellingen oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Tegenstellingen

Slide 4 - Woordweb

Wat is het tegenovergestelde van straf?
A
Beloning
B
Voldoende
C
Boete
D
Ramp

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van bestuurder?
A
Chauffeur
B
Passagier

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van begroeid?
A
Kaal
B
Gekleurd
C
Onrustig

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van uitstekend?
A
Slordig
B
Lelijk
C
Heel erg slecht

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van pico bello?
A
Slordig
B
Lelijk
C
Vies
D
Blij

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van beeldschoon?
A
Heel erg slecht
B
Slordig
C
Lelijk
D
Vies

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Rapper Boef had alle aanda...t tijdens zijn optreden op popmuziekfestival Noorderslag

Slide 12 - Open vraag

Rapper Boef heeft namelijk zijn excuses gemaakt voor de beledi...ing die hij eerder deed.

Slide 13 - Open vraag

Veel mensen vonden het bela...elijk dat hij vrouwonvriendelijke uitspraken deed.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Link

au of ou?
k....d

Slide 16 - Open vraag

au of ou?
r..w

Slide 17 - Open vraag

au of ou?
mi..w

Slide 18 - Open vraag

au of ou?
oerw..d

Slide 19 - Open vraag

au of ou?
kab..ter

Slide 20 - Open vraag

au of ou?
bl..w

Slide 21 - Open vraag

au of ou?
k..wen

Slide 22 - Open vraag

au of ou?
p..w

Slide 23 - Open vraag

au of ou?
rest..rant

Slide 24 - Open vraag

au of ou?
g..d

Slide 25 - Open vraag

woorden met een ei

Slide 26 - Woordweb

woorden met een ij

Slide 27 - Woordweb

Welke is juist?
A
ijgendom
B
eigedom
C
eigendom
D
ijgedom

Slide 28 - Quizvraag

Welke is juist?
A
Lotterij
B
Lotterei
C
Loterei
D
Loterij

Slide 29 - Quizvraag

1. Typ het woord

Slide 30 - Open vraag

2. Typ het woord

Slide 31 - Open vraag

3. Typ het woord

Slide 32 - Open vraag

4. Typ het woord

Slide 33 - Open vraag

Huiswerk
Maken blz. 157

Slide 34 - Tekstslide