HV1 spelling 4 183

Spelling blok 3 & 4
We starten met stil lezen.

Pak je meteen je leesboek? 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling blok 3 & 4
We starten met stil lezen.

Pak je meteen je leesboek? 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:


 Ik weet hoe het werkt met tussenletters in samenstellingen. Ik kan verkleinwoorden maken.

Slide 2 - Tekstslide

Tussenletter in samenstelling:

Slide 3 - Tekstslide

schrijf: -en of -n
Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -n of -en:

bal + jongen = ballenjongen
roos + struik = rozenstruik
getuige + verklaring = getuigenverklaring

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf geen -n als:
Het eerste deel van de samenstelling heeft/is:

-geen meervoud (tarwebrood + ereplaats)
-alleen een meervoud op -s (garagehouder/ horlogebandje)
-een meervoud op een -s en op een -n (groentesoep)
-een werkwoord of versterkend woord (apetrots/ kwijlebal)
-een uniek persoon of zaak (zonnebril/ koninginnedag)
of
Als het woord niet meer herkenbaar is als een samenstelling. Soms lijkt een woord een samenstelling maar is het dat nooit geweest. (schattebout/ spillebeen)

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf -s als:
Je die klank hoort (dorpskern/reddingsboot)

Als het tweede woorddeel begint met een sisklank, kun je de klank niet horen. Vervang het tweede woorddeel zodat je hoort of je een tussen-s moet schrijven (dorpsstraat/reddingsschip). 

Slide 6 - Tekstslide

Verkleinwoorden:
Meestal spel je het zoals je het uitspreekt:
vork- vorkje/ bodem- bodempje
Bij woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje:
Poging-poginkje/ wang- wangetje
Bij woorden die eindigen op een klinker moet je de klinker verdubbelen:
oma- omaatje/ café- cafeetje

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdracht 26 + 27 + 28
Klaar? Had je jouw Nieuw Nederlands blad al af?

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel:

 Ik weet hoe het werkt met tussenletters in samenstellingen. Ik kan verkleinwoorden maken.

Slide 9 - Tekstslide

Ik heb het lesdoel gehaald en kan hier nu zelf mee verder:
A
Ja, ik kan nu zelf aan het werk.
B
Nee, ik wil graag nog extra uitleg.

Slide 10 - Quizvraag

Huiswerk
Opdracht 4 (blz. 177)

Slide 11 - Tekstslide