Historische vaardigheden GH

Begintaak
Antwoord de vragen (vraag en antwoord opschrijven!):
1.  Wat is geschiedenis?
2. Waarom is geschiedenis belangrijk?

3 minuten
Zelfstandig en in stilte
Eerder klaar? Lees "Wat is geschiedenis?" op blz. 12
timer
3:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Begintaak
Antwoord de vragen (vraag en antwoord opschrijven!):
1.  Wat is geschiedenis?
2. Waarom is geschiedenis belangrijk?

3 minuten
Zelfstandig en in stilte
Eerder klaar? Lees "Wat is geschiedenis?" op blz. 12
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is geschiedenis belangrijk?

  • Geschiedenis geeft je een idee over wie je bent.
  • Geschiedenis helpt je om de wereld te begrijpen.
  • Geschiedenis leert je afvragen wat waar is in het verleden.
  • Geschiedenis leert je af te vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
  • Geschiedenis laat je nadenken over wat goed of slecht is om te doen.

Slide 2 - Tekstslide

WELKOM BIJ GESCHIEDENIS

Slide 3 - Tekstslide

Even voorstellen... 
Mevr. van Dodewaard (ddgs). Tot herfstvakantie beschikbaar op
ma en do. 
r.van.dodewaard@calvijn.nl 

  • Reizen
  • Hiking
  • Koken
  • Films en series kijken



Slide 4 - Tekstslide

Planning
09 t/m 16/09 september: 
- Par. 1.1 Wat is geschiedenis?
- Par. 1.2 Wat heb je aan geschiedenis?

HUISWERK voor 16/09
Maak de opdracht A ("Tijdpad van je voorouders) en B (Invloed van de geschiedenis") op blz. 26. '
Lees par. 1.2

Slide 5 - Tekstslide

Programma
1. Uitleg: wat is geschiedenis? Wat heb je aan geschiedenis?
2. Extra informatie
3. Kennis testen
4. Afsluiten

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel:
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen: 

1. Wat is geschiedenis en waarom is geschiedenis belangrijk?
2. Wat zijn bronnen?
3. Hoe wordt de tijd ingedeeld?



Slide 7 - Tekstslide

Wat is geschiedenis?
"Dat wat is geschied (gebeurd)"
"Een discussie zonder einde". 

  • Er bestaat niet één verhaal over het verleden.
  • Niet iedereen heeft beschikking over dezelfde bronnen en informatie.
  • Niet iedereen vindt dezelfde dingen belangrijk.
  • De ene is positief over een verhaal, de andere negatief. 

Slide 8 - Tekstslide

Een manier van denken en onderzoeken

  • Geschiedenis is een vak wat onderzoekt hoe mensen vroeger leefden. 
  • Mensen die over het verleden schrijven, halen hun kennis uit bronnen. 
  • Bronnen geven ons informatie over het verleden.
  • Alles waardoor je iets over het verleden te weten kunt komen, bijvoorbeeld een krant, een website, een schilderij of verhalen van je opa en oma.
  • Bronnen mag je nooit "zo maar geloven".
Weetje: 

Een andere woord voor geschiedenis is "historie", uit het Grieks afkomstig en betekent onderzoek.

Slide 9 - Tekstslide

Wat je aan een bron hebt, wordt bepaald door:



  • De betrouwbaarheid: klopt de bron met de werkelijkheid?
  • De representativiteit: voor hoeveel mensen geldt de inhoud van de bron?

Slide 10 - Tekstslide

Geschiedenis, wat is dat voor vak?

  • Geschiedenis is een vak wat onderzoekt hoe mensen vroeger leefden. 
  • Bronnen geven ons informatie over het verleden.
  • Het verleden wordt ingedeeld in tijdvakken en periodes.

Slide 11 - Tekstslide

De tien tijdvakken!
  • Geschreven bronnen 

  • Ongeschreven bronnen

Slide 12 - Tekstslide

De tijd indelen
Wat is een tijdbalk?

Slide 13 - Tekstslide

Extra informatie
  • Wat heb je nodig voor dit vak?
  • Wat helpt bij het leren?


VRAGEN?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is geschiedenis?
A
Alles wat vroeger is gebeurd.
B
Alleen wat het schoolboek belangrijk vindt.
C
Een vak wat onderzoekt hoe mensen vroeger leefden.

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn bronnen?
A
Verhalen die je nooit mag geloven.
B
Bronnen geven ons informatie over het verleden.
C
Bronnen zijn verhalen.

Slide 16 - Quizvraag

Je moet altijd controleren of een bron...
A
Betrouwbaar en representatief is.
B
Uit het verleden komt.
C
Positief is over een verhaal.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe wordt de tijd ingedeeld?

Slide 18 - Open vraag

Opdracht
Begin het huiswerk opdracht op blz. 26
Je krijgt een tijdpad van de docent die  je zelf in kan vullen. 

Zelfstandig en in stilte
Tot en met de bel

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn bronnen?

Objecten dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- DIRECTE en INDIRECTE
- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN

Slide 20 - Tekstslide

Griekse vaas
Dagboek van Anne Frank

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiten
1. Aan het einde van de les kan je uitleggen wat bronnen zijn.
2. Aan het einde van de les weet je wat het verschil is tussen geschreven en ongeschreven bronnen.
3. Aan het einde van de les kan je de tijd indelen in een tijdbalk.

Slide 22 - Tekstslide

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 23 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 24 - Quizvraag

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
directe
B
indirecte

Slide 25 - Quizvraag

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
Directe
B
indirect

Slide 26 - Quizvraag