Herhaling Past Simple: Vragen en ontkenningen

Herhaling:
Past Simple
Vragen en ontkenningen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling:
Past Simple
Vragen en ontkenningen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je de Past Simple van een regelmatig werkwoord?

Slide 3 - Open vraag

Hoe maak je de Past Simple van een onregelmatig werkwoord?

Slide 4 - Open vraag

Deze vraagzin in Past Simple is juist
Did we study for the test?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Deze vraagzin in past simple is juist
Did he was a teacher at this school?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze vraagzin is Past Simple is juist
Were Sally and Jane sisters?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze ontkenning in past simple is juist
They didn't were here yesterday.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze ontkenning in past simple is juist
You didn't watch the film I told you about.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze ontkenning in past simple is juist
Hank and Britt weren't siblings.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze ontkenning in past simple is juist
Joey didn't had a Porsche.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Wat hoort bij het maken van een vraagzin en een ontkenning in de past simple? Sleep het naar het vak. 
Did + hele ww
didn't + hele ww
didn't + was/were
was/were+ not
don't + hele ww
hele ww = 2e rij oww
hele ww = 1e rij oww
didn't + ww+ ed

Slide 12 - Sleepvraag

Hoeveel vragen had je goed?
A
alle vragen
B
meer dan helft
C
minder dan de helft
D
geen

Slide 13 - Quizvraag

Vragen in de past simple
REGEL:
Did + onderwerp + hele werkwoord (go, see, take...)
Voorbeelden:
He heard a noise yesterday. --> Did he hear a noise yesterday.
They played in that film. --> Did they play in that film?
We bought a new caravan. --> Did we buy a new caravan?
Gracie killed her cat. --> Did Gracie kill her cat?

Slide 14 - Tekstslide

Vragen in Past Simple: to be
to be = was/were
Begin de zin met was/were
Voorbeeld:
She was the star of the week. --> Was she the star of the week?
You were enemies back then. --> Were you enemies back then?
Harold was king. --> Was Harold king? 
The dogs were mean. --> Were the dogs mean?

Slide 15 - Tekstslide

Ontkenning in de Past simple
REGEL: 
Onderwerp + DID NOT (DIDN'T) + hele werkwoord (do, go, take...)
Voorbeelden:
He listened to me. --> He did not (didn't) listen to me. 
They took the bus home. --> They didn't take the bus home.
She wrote a song. --> She didn't write a song. 
The kids ran fast. --> The kids didn't run fast. 

Slide 16 - Tekstslide

Ontkenning Past Simple: to be. 
Zet not/n't achter was/were. 
Voorbeelden:
Karin was at school. --> Karin wasn't at school.
The horses were afraid. --> The horses weren't afraid.
The hotel was dirty. --> The hotel wasn't dirty. 
The drinks were for free. --> The drinks weren't for free. 

Slide 17 - Tekstslide

Lijst met onregelmatige werkwoorden
Je vindt de lijst met onregelmatige werkwoorden achter in het het boek of in de Teams map Engels van de klas

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 1
Er volgen nu wat open vragen. Maak de zin af.
Gebruik de Past Simple.
Er worden regelmatige en onregelmatige werkwoorden gebruikt.

Slide 19 - Tekstslide

Prince …. (to be) very famous.

Slide 20 - Open vraag

Many children ….. (to be) born in 2000.

Slide 21 - Open vraag

My dad …. (not - to read) the newspaper this morning.

Slide 22 - Open vraag

Titanic …. (to sink) in 1912.

Slide 23 - Open vraag

I …. (to have) a hamster when I was little.

Slide 24 - Open vraag

Donald Trump …. (to build) his own Trump Tower.

Slide 25 - Open vraag

My mum ….. (to go) shopping with her sister last Saturday.

Slide 26 - Open vraag

The student …. (not - to understand) what the professor told him.

Slide 27 - Open vraag

The milk ….(to taste) sour. I ….(to throw) it away.

Slide 28 - Open vraag

I …. (not - to help) my classmate with this exercise.

Slide 29 - Open vraag

My teacher …. (to write) a book last year.

Slide 30 - Open vraag

We …. (to push) it to the limit. So, we …. (to win) the contest.

Slide 31 - Open vraag

The boy …. (to ask) the girl for help.

Slide 32 - Open vraag

Ik weet hoe ik de Past Simple moet maken
A
Ja
B
een beetje
C
nee

Slide 33 - Quizvraag