Les 5 Unité 4

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze week .....
  • ....Heb ik mini SO gehad over apprendre 2, en apprendre 4 bestudeerd
  • ... Kan ik het begrijpen als iemand de wegwijst
  • ... Heb ik een nieuw onregelmatig werkwoord - aller geleerd, en avoir en être herhaald

1.   De les duurt 45 min 
2.  Je hebt nodig: laptop: lesson up app, schrift, pen
3.  Telefoon is in de kluis, spullen liggen op tafel, let op wanneer docent wil beginnen met de les.. 
timer
1:00
Semaine 22: mercredi le vingt-huit mai
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze week .....
  • ....Heb ik mini SO gehad over apprendre 2, en apprendre 4 bestudeerd
  • ... Kan ik het begrijpen als iemand de wegwijst
  • ... Heb ik een nieuw onregelmatig werkwoord - aller geleerd, en avoir en être herhaald

1.   De les duurt 45 min 
2.  Je hebt nodig: laptop: lesson up app, schrift, pen
3.  Telefoon is in de kluis, spullen liggen op tafel, let op wanneer docent wil beginnen met de les.. 
timer
1:00
Semaine 22: mercredi le vingt-huit mai

Slide 1 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui: 
1. Questions? 
2.  Bekijken apprendre 4 + 6 
3. Herhalen aller en uitleg bijv.nw
4. Faire:  ex. 16a,b,c,d                        
5. Évaluation
6. Les devoirs: Apprendre 4 en 6, faire: ex. 16 a t/m d                                

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent "aller"?
A
zijn
B
hebben
C
gaan
D
praten

Slide 3 - Quizvraag

Marie gaat
A
Marie vas
B
Marie va

Slide 4 - Quizvraag

Jullie gaan
A
Nous allons
B
Vous allez

Slide 5 - Quizvraag

Zet de zin in een toekomende tijd:
Les élèves (faire) les devoirs

Slide 6 - Open vraag

Zet de zin in een toekomende tijd
Tu (acheter) un nouveau jean?

Slide 7 - Open vraag

Welke Franse bijvoeglijke
naamwoorden ken ik al?

Slide 8 - Woordweb

VORM
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
grand
grande
meervoud
grands
grandes

Slide 9 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord (BN)
UITZONDERING:
 -e (V)
Als het BN eindigt op -e, geen extra e
bv: une chose rouge
-s, (M) en MV
Als het BN eindigt op -s, geen extra s 
bv: un livre français/ deux livres français
  

Slide 10 - Tekstslide

          Bijvoeglijk naamwoord

3-stappenplan: kijk naar het zelfstandig naamwoord

1. is het mannelijk of vrouwelijk ?
2. is het enkelvoud of meervoud ?
3. eindigt het woord al op een -e of -s ?

I

Slide 11 - Tekstslide

Yannick porte toujours des pantalons (gris)

Slide 12 - Open vraag

Sa veste est très (grand)

Slide 13 - Open vraag

Nous avons une ... voiture.
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 14 - Quizvraag

Lise et Anna sont de ... filles.
A
joli
B
jolie
C
jolis
D
jolies

Slide 15 - Quizvraag

Elle mange un ... croissant.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 16 - Quizvraag

Je porte souvent un ...
A
bleu jean
B
jean bleu
C
bleue jean
D
jean bleue

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de vrouwelijke vorm?
grand

Slide 18 - Open vraag

Wat is de vrouwelijke vorm?
rouge

Slide 19 - Open vraag

Wat is de vrouwelijk meervoud vorm?
petit

Slide 20 - Open vraag

Wat is de mannelijk meervoud vorm?
français

Slide 21 - Open vraag

Wat is de mannelijk meervoud vorm?
blond

Slide 22 - Open vraag

Wat is de vrouwelijk meervoud vorm?
jaune

Slide 23 - Open vraag

Tom a un jean                                 .
Elle a une                               chambre. 
Ils sont de garçons                                .
Les filles sont                               .
La porte est                                .
C'est un test                                 .
bleue
jolies
bleu
difficile
sportifs
grande

Slide 24 - Sleepvraag