Taalkring "huizen ontwerpen en bouwen"


Taalkring 

Huizen ontwerpen en bouwen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les


Taalkring 

Huizen ontwerpen en bouwen

Slide 1 - Tekstslide


Wat is deze man aan het doen?

Slide 2 - Open vraag


Voor een huis gebouwd wordt, moet er het bedacht worden en op papier worden getekend. Dit noemen we ontwerpen

Huizen worden ontworpen door een architect.

Slide 3 - Tekstslide



Om te zien hoe een gebouw er in het echt uit zal komen te zien, maakt een architect een maquette. Dit is een klein model van het gebouw. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat voor gebouw zou een architect nog meer kunnen ontwerpen, behalve huizen?
Ontwerpen

Slide 5 - Woordweb

Waar zie je een maquette?

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Video


Een timmerman is iemand die van timmerwerk zijn beroep heeft gemaakt.

Hij timmert bijvoorbeeld het houten frame van een huis in elkaar.

Slide 8 - Tekstslide

Wat zie je hier in de klas, dat door een timmerman gemaakt kan zijn?

Slide 9 - Open vraag

Een metselaar is iemand die met bakstenen en cement de muren van een huis metselt. 

De metselaar bouwt verschillende muren tegen elkaar aan om het huis goed te isoleren. Isoleren betekent warm houden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


Een loodgieter zorgt voor de aanleg van water- en gasleidingen en hij repareert ze weer als er schade is. Ook zorgt een loodgieter voor de aanleg en het onderhoud van rioleringen. Dit zijn buizen die onder andere het vuil afvalwater van verschillende gebouwen terug wegvoeren naar zuiveringsinstallaties.

Slide 12 - Tekstslide

Deze muur wordt gemaakt door...
A
Een loodgieter
B
Een metselaar
C
Een dakdekker
D
Een timmerman

Slide 13 - Quizvraag

Wat heeft een timmerman allemaal nodig?
A
Hout, hamer, spijkers, schuurpapier.
B
Nijptang, waterpomptang
C
Bakstenen, cement, roffel en emmer
D
Schoffel, schep, gieter.

Slide 14 - Quizvraag

Als je een huis isoleert, zorg je ervoor dat...
A
Het huis er mooi uit ziet.
B
Het koud blijft in huis.
C
Er niemand binnen kan komen.
D
Het warm blijft in huis.

Slide 15 - Quizvraag

Wie ontwerpt het huis?
A
De timmerman
B
De architect
C
De loodgieter
D
De metselaar

Slide 16 - Quizvraag

Wie maakt de muren van het huis?
A
De loodgieter
B
De architect
C
De metselaar
D
De timmerman

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide