Basisstof 4 Zwanger

Thema 2.4 Zwanger
Basisstof 4: Zwanger
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2.4 Zwanger
Basisstof 4: Zwanger

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Je kunt de ontwikkeling van een zygote tot volgroeide baby beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een zygote zich ontwikkelt tot meercellige organisme door differentiatie van stamcellen.
  • Je kunt de fasen van de geboorte beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

HCG
  • Bij de zwangerschap zijn verschillende hormonen betrokken.
  • Als het gelukt is om zwanger te worden, blijft het gele lichaam nog 3 maanden progesteron produceren, dankzij het hormoon HCG (Humaan ChorionGonatrofine).

Slide 3 - Tekstslide

HCG
Zwangerschapstests: HCG-niveaus kunnen al worden gedetecteerd in het bloed van een zwangere vrouw ongeveer 11 dagen na de conceptie en in de urine ongeveer 12-14 dagen na de conceptie. Zwangerschapstests werken door de aanwezigheid van dit hormoon te detecteren.

Slide 4 - Tekstslide

HCG en progesteron
  • Na 3 maanden vergaat het gele lichaam, en wordt HCG door de placenta gevormd.
  • Progesteron houdt de placenta in stand, doordat het baarmoederslijmvlies dik en klierrijk blijft.
  • Progesteron remt de afgifte van FSH en LH. Hierdoor rijpen er geen nieuwe follikels en dus geen ovulatie.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Embryonale ontwikkeling
  • Na de bevruchting deelt de bevruchte eicel zich, maar de eicel groeit niet. De cellen worden kleiner: klievingsdelingen.
  • Het klompje cellen nestelt zich in het baarmoederslijmvlies van waaruit de placenta zich ontwikkelt.
  • Vanuit het embryo groeien bloedvaten naar de placenta: de navelstreng

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Embryonale ontwikkeling
  • Via de navelstreng worden zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen uitgewisseld tussen moeder en kind.
  • Tijdens de eerste weken van de ontwikkeling heet het ongeboren kind een embryo. Na acht weken is het een foetus
  • Het embryo/de foetus is omgeven door vruchtwater. Dit beschermt tegen stoten en uitdrogen. Het kan erin bewegen en blijft op de juiste temperatuur.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De geboorte
  • Indaling (het hoofdje van de foetus zakt tot in het bekken, een paar weken voor de bevalling)
  • Ontsluiting (spieren in de baarmoederwand trekken samen, baarmoedermond gaat verder open, vruchtvliezen breken)
  • Uitdrijving (de buikspieren spannen zich aan, de moeder krijgt persweeën).
  • Nageboorte

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Celdifferentiatie
  • Tijdens de ontwikkeling beïnvloeden cellen elkaar door het afgeven van stoffen. 
  • Hierdoor gaan de cellen steeds meer van elkaar verschillen
  • Dit noem je celdifferentiatie 

Slide 16 - Tekstslide

Stamcellen
  • Cellen die nog niet zijn gespecialiseerd zijn stamcellen
  • Stamcellen kunnen zich ontwikkelen tot een specifiek celtype.
  • Embryo's bevatten stamcellen, maar het beenmerg bijvoorbeeld ook. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk!
  • Maak de vragen 38 t/m 44

Slide 20 - Tekstslide