7.3F Anticonceptie

7.3F Anticonceptie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.3F Anticonceptie

Slide 1 - Tekstslide

Anticonceptie
Geboorteregeling betekent dat een vrouw, meestal samen met een man, bepaalt of zij een kind wil of niet. Als een vrouw niet zwanger wil worden, kan zij en/of de man voorbehoedsmiddelen of anticonceptiemiddelen gebruiken. Anti betekent ‘tegen’ en conceptie betekent ‘bevruchting’. Bij bevruchting smelt de kern van een zaadcel samen met de kern van een eicel. Daardoor ontstaat een bevruchte eicel. Uit de bevruchte eicel kan in de baarmoeder een kind groeien.

Voorbehoedsmiddelen voorkomen dat bevruchting plaatsvindt. De bekendste voorbehoedsmiddelen zijn het condoom en de anticonceptiepil (zie afbeelding ). Vooral de pil is betrouwbaar. Dat betekent dat de kans dat een vrouw zwanger wordt, heel erg klein is als ze de pil gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

De anticonceptiepil en het condoom

Slide 3 - Tekstslide

Onbetrouwbare anticonceptie
Een van de oudste methoden om zwangerschap te voorkomen, is periodieke onthouding. Hierbij hebben een man en een vrouw geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode van ongeveer vijf dagen. Meestal kun je niet precies vaststellen wanneer de ovulatie plaatsvindt. Bij sommige vrouwen vindt de ovulatie eerder of later plaats dan gemiddeld. Daardoor is periodieke onthouding erg onbetrouwbaar. Dat betekent dat een vrouw toch zwanger kan worden. Vooral vrouwen met een onregelmatige menstruatiecyclus kunnen gemakkelijk zwanger raken zonder dat ze dat willen.

Een andere onbetrouwbare methode is coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap). Hierbij trekt de man zijn penis uit de vagina terug als hij zijn zaadlozing voelt aankomen. De zaadlozing vindt dan buiten de vagina plaats. Maar voor het sperma kan er al voorvocht uit de penis komen. In dit voorvocht zitten vaak ook zaadcellen. Daardoor is deze methode erg onbetrouwbaar.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de functie van anticonceptiemiddelen?

Slide 5 - Open vraag

Waardoor is coïtus interruptus geen betrouwbare manier van anticonceptie?

Slide 6 - Open vraag

Het condoom
Het condoom is een hoesje van dun rubber dat om de penis in erectie wordt geschoven (zie afbeelding). Het sperma wordt opgevangen in het condoom, zodat het niet in de vagina komt. Na gebruik controleer je of het condoom niet lek is geraakt. Daarna leg je er een knoop in en gooi je hem in de vuilnisbak.

Slide 7 - Tekstslide

Het gebruik van het condoom
Condooms zijn gemakkelijk, goedkoop en redelijk betrouwbaar. Een condoom mag je maar één keer gebruiken. Een nadeel is dat je het vrijen moet onderbreken om het condoom om te doen. Een voordeel is dat een condoom bescherming biedt tegen het overbrengen van ziekteverwekkers.
Gebruik alleen condooms met het CE-veiligheidskeurmerk. Let ook op de houdbaarheidsdatum op de verpakking. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn voordelen en nadelen van het condoom?

Slide 9 - Open vraag

De pil
De pil (anticonceptiepil) is het meest gebruikte voorbehoedsmiddel. In de pil zitten hormonen die voorkomen dat een vrouw zwanger wordt. De hormonen zorgen ervoor dat er geen eicel vrijkomt (geen ovulatie). Daarnaast maken de hormonen het slijm in de baarmoederhals dikker, waardoor zaadcellen er minder goed doorheen kunnen. Ook hebben de hormonen invloed op de baarmoederwand, waardoor een bevruchte eicel daar geen plaats vindt om te gaan groeien. De pil is een zeer betrouwbaar voorbehoedsmiddel.
  

De pil moet dagelijks worden ingenomen, meestal met een onderbreking van één week per vier weken. In de week waarin wordt gestopt, vindt een lichte menstruatie plaats. Daarom wordt de pil soms ook voorgeschreven aan meisjes of vrouwen met een erg pijnlijke of onregelmatige menstruatie.
De tabletten zitten in een strip waarop de dagen van de week zijn aangegeven (zie afbeelding). Daardoor weet een vrouw het meteen als ze een dag vergeten is de pil in te nemen. Als je een pil vergeet, ben je tot de volgende menstruatie niet volledig beschermd tegen zwangerschap.
Als je voor het eerst de pil wilt gaan gebruiken, heb je een recept nodig van de huisarts. Daarna kun je de pil steeds halen bij de apotheek. De huisarts en de apotheek geven informatie over de werking en het gebruik van de pil.


Slide 10 - Tekstslide

Hoe voorkomt de pil dat een vrouw zwanger wordt?

Slide 11 - Open vraag

Wanneer is de pil niet meer zo betrouwbaar?

Slide 12 - Open vraag

Benoem de voordelen en nadelen van de anticonceptiepil.

Slide 13 - Open vraag

De morning-after pil
Soms gaat er iets mis. Een vrouw kan na de seks ontdekken dat ze is vergeten de pil in te nemen. Een condoom kan scheuren of afglijden. In zulke gevallen zijn er noodmaatregelen mogelijk om een zwangerschap te voorkomen. Ook als een vrouw is gedwongen tot geslachtsgemeenschap kan ze deze maatregelen toepassen.

De morning-afterpil is een pil die grote hoeveelheden hormonen bevat. De pil moet binnen drie dagen (72 uur) na de geslachtsgemeenschap worden geslikt. De morning-afterpil werkt het best als deze binnen twaalf uur na de geslachtsgemeenschap wordt geslikt. Een vrouw kan erg misselijk worden van de morning-afterpil. Ze moet dan opletten dat de pil niet door overgeven weer naar buiten komt. De morning-afterpil is zonder recept verkrijgbaar bij drogist en apotheek, maar mag niet te vaak worden gebruikt. Het is geen voorbehoedsmiddel, maar een noodmaatregel.

Slide 14 - Tekstslide

Zwangerschapstests
Wanneer een vrouw zwanger is, wordt ze niet ongesteld. Na de eerste dag waarop de menstruatie had moeten plaatsvinden, is ze overtijd. Om zeker te weten dat ze zwanger is, kan ze naar de huisarts gaan of een zwangerschapstest doen. Ze plast over het uiteinde van de stick. De test meet de hormonen in de urine en geeft aan of de vrouw zwanger is of niet.

Slide 15 - Tekstslide

Abortus
Een vrouw die onbedoeld zwanger is geworden, kan ervoor kiezen de zwangerschap af te breken. Ze kiest dan voor een abortus. Ook medische redenen of praktische problemen kunnen aanleiding zijn om te kiezen voor een abortus. De FIOM (www.fiom.nl) kan helpen bij deze beslissing. Als een vrouw minder dan zestien dagen overtijd is, kan een abortus direct plaatsvinden. Is ze langer overtijd, dan geldt een wettelijke bedenktijd van vijf dagen. De bedenktijd gaat in op het moment dat een vrouw haar keuze bespreekt met een (huis)arts.
Abortus is toegestaan tot de 24e week van de zwangerschap. In de praktijk houden artsen 22 weken aan. De methode hangt onder andere af van hoelang de vrouw zwanger is. Tot en met de 7e week kan een abortuspil worden geslikt. Vanaf de 8e week wordt de baarmoeder leeggezogen met een zuigpompje. Na de 13e week van de zwangerschap is de ingreep zwaarder.

Slide 16 - Tekstslide

Voordat Wai Yan de pil gebruikte, ging ze ervan uit dat ze bij geslachtsgemeenschap de volgende dag altijd nog de morning-afterpil kon halen.
Waarom is dit niet verstandig?

Slide 17 - Open vraag

Jantie blijkt negen weken zwanger te zijn. De zwangerschap is ongewenst. Ze ondergaat abortus met een zuigpompje.

Welke delen worden weggezogen uit de baarmoeder?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

OPDRACHT
Je hebt tijdens de les de opdracht gekregen om alle informatie op te schrijven over verschillende anticonceptiemiddelen. Ook over anticonceptiemiddelen die niet in learnbeat staan. Maak in tweetallen een poster van één anticonceptiemiddel en geef hiervan tenminste de voor- en nadelen, hoe het werkt en waar het te verkrijgen is. Hoe je de poster maakt is vrij te bepalen. Voor inspiratie: zie bovenstaande afbeelding.
Lever de anticonceptiemiddelen hieronder in. 

Slide 20 - Tekstslide

Lever de anticonceptiemiddelen poster.

Slide 21 - Open vraag

klaar

Slide 22 - Tekstslide