Les 4. Grammatica 'SER'

Mevrouw de Cuba
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

El programa de hoy 
  • Bienvenido (5 min)
  • Cijfer (15 min)
  • Persoonlijke voornaamwoorden (15 min)
  • het werkwoord ser  (30 min)
  • los deberes (15 min)

Slide 2 - Tekstslide

SO uitdelen
 Laagste cijfer: 5.5
Hoogste cijfer: 9.7
Gemiddelde cijfer: 7,9

Slide 3 - Tekstslide

Nabespreken SO
De lidwoorden 

Slide 4 - Tekstslide


Zelfstandige naamwoorden eindigend op: 
  • ción, sión, dad, a 
zijn meestal VROUWELIJK. 

Slide 5 - Tekstslide


Zelfstandige naamwoorden eindigend op: 
  • ma, o, r, l (medeklinkers) 
zijn meestal MANNELIJK. 

Slide 6 - Tekstslide

Nabespreken SO
De woorden: Nederlands - Spaans 

Slide 7 - Tekstslide

Nabespreken SO
De zinnen: Nederlands - Spaans, Spaans - Nederlands en beantwoorden 

Slide 8 - Tekstslide

¿Preguntas?     Vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Wat ging beter?
A
vocabulario
B
gramática

Slide 10 - Quizvraag

Wat ging beter?
A
vocabulario
B
frases clave

Slide 11 - Quizvraag

Wat ging beter?
A
Frases clave
B
gramática

Slide 12 - Quizvraag

Lidwoorden
  1. ..het... casas
  2. ..de... chico
  3. ...de.. mano
  4. ...het.. problema
  5. ..het... cosas
  6. ..een.. silla
  7. ..een.. móvil
  8. ..enkele.. hermanos
  9. ..enkele.. años
  10. ..een.. canciones

Slide 13 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord

Wat zijn persoonlijk voornaamwoorden?
Nederlandse persoonlijk voornaamwoorden?
Spaanse persoonlijk voornaamwoorden?

Slide 14 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
yo
jij
hij - zij - u
él - ella - usted
wij
nosotros/-as
jullie
vosotros/-as
zij meervoud - u meervoud
ellos - ellas - ustedes

Slide 15 - Tekstslide

Welk persoonlijk voornaamwoord hoort erbij:
Paco y yo
A
vosotros/as
B
C
yo
D
nosotros/as

Slide 16 - Quizvraag

Het juiste persoonlijke voornaamwoord voor:
La señora García
A
ustedes
B
usted
C
el
D
vosotros

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
A
rojo, azul y amarillo
B
arriba, debajo, al lado
C
yo, usted, nosotros
D
bien, mal, terrible

Slide 18 - Quizvraag

Het juiste persoonlijke voornaamwoord voor: Pedro
A
yo
B
él
C
ella
D

Slide 19 - Quizvraag

Welk persoonlijk voornaamwoord hoort erbij?
Anna y Angelica
A
ellos
B
ellas
C
ella
D
ello

Slide 20 - Quizvraag

¡A trabajar!
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

El verbo SER

Slide 22 - Tekstslide

SER = zijn

1.beschrijving
2.beroep
3.relatie
4.tijdsaanduiding
5.definitie
6.afkomst



1.La chica es inteligente.
2.Maria es profesora.
3.Luis es mi hermano.
4.¿Cuándo es la fiesta?
5.Madrid es capital de España.
6.Soy de Holanda./Soy holandés.

Slide 23 - Tekstslide




yo (ik)
tú (jij)
él, ella, usted (hij, zij, u)

nosotros, nosotras (wij)
vosotros, vosotras (jullie)
ellos, ellas,ustedes (zij)
SER (zijn)
persoonsvormen

soy (ik ben)
eres (jij bent)
es (hij, zij is/ u bent)(ev)

somos (wij zijn)
sois (jullie zijn)
son ( zij zijn, u bent) (mv)
vervoeging

Slide 24 - Tekstslide

Sleep de vormen van ser naar de juiste plek.
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
eres
somos
es
soy
son
sois

Slide 25 - Sleepvraag

_______ (yo) española
Ik ben Spaanse.

Slide 26 - Open vraag

______ (tú) Elena
Jij bent Elena

Slide 27 - Open vraag

______ (nosotros) de Madrid.
Wij komen uit Madrid.

Slide 28 - Open vraag

Carlos y yo .....................(ser)holandeses.
A
eres
B
es
C
somos
D
sois

Slide 29 - Quizvraag

Mis amigos...................(ser)muy simpáticos.
A
somos
B
sois
C
son
D
es

Slide 30 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van SER in.
Yo.....................(ser)estudiante.
A
eres
B
soy
C
somos
D
son

Slide 31 - Quizvraag

La profesora de español..........................(ser)mexicana.
A
es
B
eres
C
somos
D
soy

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)
A
eres
B
somos
C
soy
D
sois

Slide 33 - Quizvraag

ser, yo
A
soy
B
eres
C
es
D
sois

Slide 34 - Quizvraag

SER
Maak DEZE opdracht





¿Listo? Wb p. 22 ejercicio 23 y 24
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

los deberes
Wb p. 23 ejercicio 23, 24, 25 y 26

Slide 36 - Tekstslide