Onderwerp bepalen (titel, afbeeldingen, alinea's) Wat weet je al over dit onderwerp?
Slide 7 - Tekstslide
2. Globaal lezen
Welke alinea's zijn de inleiding? Welke het slot?
Deelonderwerpen
Kernzinnen
Slide 8 - Tekstslide
3. Precies lezen
betekenis van moeilijke woorden
signaalwoorden die voor verbanden zorgen tussen alinea's
hoofdgedachte noteren
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
blz 41-42 Meer dan lezen 6
Opdracht 1: in tweetallen
timer
12:00
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag
blz 44-45
Meer dan lezen 6
Opdracht 2: alleen
timer
12:00
Slide 11 - Tekstslide
Grammatica
14) Betrekkelijk voornaamwoord
blz 232
Slide 12 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
die, dat, wie, wat
- die --> de - dat --> het - wat --> overtreffende trap, na alles, hele zin/deel van een zin - wie --> door wie, voor wie (persoon) antecendent: woord dat eerder genoemd is
Slide 13 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
blz 232
Aan de slag Opdracht 1, 2, 3, 4
Slide 14 - Tekstslide
Huiswerk
9 mei:
Meer dan lezen 6 opdracht 1, 2 Betrekkelijk voornaamwoord 1, 2, 3, 4