Voltooid deelwoord

Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door: 

GE + STAM + T

Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört. 
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door: 

GE + STAM + T

Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört. 
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 

Slide 1 - Tekstslide

Let op....
> bij werkwoorden, waarvan de stam op d/t eindigt 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden waarbij de stam op een -t of een -d eindigt, wordt gevormd door:

GE + STAM + ET

Bijvoorbeeld:
arbeiten - Wir haben gestern den gazen Tag gearbeitet.

Slide 2 - Tekstslide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver- wordt gevormd door:

STAM + T

Bijvoorbeeld:
besuchen - Wir haben den Zoo besucht.

Slide 3 - Tekstslide

Ihr habt das Spiel ______(kaufen).
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 4 - Open vraag

Habt ihr schon was ____ (wählen)?
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 5 - Open vraag

Er ist in Köln ____(bleiben).
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 6 - Open vraag

Wer hat das Essen (bezahlen)?
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 7 - Open vraag

Wie lange hast du ______(warten)?
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 8 - Open vraag

Ich habe die Kleidung______(bestellen)
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 9 - Open vraag

Ich habe in der Kälte ____(stehen).
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 10 - Open vraag

Früher habe ich viel____(tanzen)
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 11 - Open vraag

Wir haben ein Bier ____(trinken).
(of kun je het niet weten, omdat het werkwoord sterk is?)

Slide 12 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 13 - Open vraag