H4.4: De Randstad

4 MAVO
Hoofdstuk 4
Bevolking en ruimte
Paragraaf 4.3
Randstand
---

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 MAVO
Hoofdstuk 4
Bevolking en ruimte
Paragraaf 4.3
Randstand
---

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Nakijken huiswerk + herhaling vorige lessen
  • Afronding van hoofdstuk 4

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen van vorige les
  1. Je kunt aangeven wanneer urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie in Nederland plaatsvond.
  2. Je kunt uitleggen waarom urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie  plaatsvond.
  3. Je kunt de gevolgen van urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie voor stad en platteland benoemen.
  4. Je kunt de volgende begrippen in je eigen woorden uitleggen: mobiliteit, agglomeratie, stedelijke zone.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe je de sociale bevolkingsgroei van een land uitrekent.

Slide 6 - Open vraag

Leg uit waarom de natuurlijke bevolkingsgroei in de toekomst in Nederland afneemt.

Slide 7 - Open vraag

Wat is GEEN oorzaak van vergrijzing
A
Babyboomgeneratie wordt 65+
B
Mensen krijgen minder kinderen
C
Toename van ziektekosten
D
Levensverwachting neemt toe

Slide 8 - Quizvraag

Leg uit waarom de totale bevolkingsgroei in Nederland tóch positief blijft.

Slide 9 - Open vraag

Welke van deze voorzieningen heeft de grootste reikwijdte?
A
Bioscoop
B
Bijenkorf
C
Efteling
D
Jumbo Supermarkt

Slide 10 - Quizvraag

Welke van deze voorzieningen heeft de laagste drempelwaarde?
A
Bijenkorf
B
Luchthaven Schiphol
C
Sint-Maartenscollege
D
Museon Den Haag

Slide 11 - Quizvraag

Welke van deze voorzieningen heeft het grootste verzorgingsgebied?
A
Bijenkorf
B
Luchthaven Schiphol
C
Sint-Maartenscollege
D
Museon Den Haag

Slide 12 - Quizvraag


Welk begrip past bij deze afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Stedelijke zone
C
Re-urbanisatie
D
Agglomeratie

Slide 13 - Quizvraag


Welke begrip past bij deze afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Stedelijke zone
C
Re-urbanisatie
D
Agglomeratie

Slide 14 - Quizvraag


Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie

Slide 15 - Quizvraag


Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie

Slide 16 - Quizvraag

Lesdoelen van vandaag
  1. Je herkent de 4 onderdelen van het concentrisch groeimodel op foto.
  2. Je kan het verschil tussen het concentrisch- en meerkernen groeimodel beschrijven.
  3. Je kunt uitleggen waarom de bereikbaarheid in de Randstad vaak slecht is. Gebruik de begrippen forensisme en congestie.

Slide 17 - Tekstslide

CONCENTRISCH GROEIMODEL
De groei vanuit het centrum.
--
Hoe verder van het centrum, hoe ruimer de wijk is opgezet.
--
Je kunt deze herkennen op een foto.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Zet deze foto's in goede volgorde
A                                                 B



C                                                 D

Slide 20 - Tekstslide

Antwoord
1 - D
2 - B
3 - A
4 - C 

Slide 21 - Tekstslide

Je herkent de 4 onderdelen van het concentrisch groeimodel op foto's.

Slide 22 - Tekstslide

MEERKERNEN GROEIMODEL
De groei van een stedelijk gebied vanuit meerdere steden.
--
Je kan het verschil tussen het concentrisch- en meerkernen groeimodel beschrijven.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Schaalniveau's 
In- uitzoomen
SCHAALNIVEAU'S

Slide 30 - Tekstslide

5 Schaalniveau's
- Mondiaal schaalniveau
- Internationaal (continentaal) schaalniveau
- Nationaal schaalniveau
- Regionaal schaalniveau
- Lokaal schaalniveau
- Mondiale schaal
- Continentale schaal
- Nationale schaal
- Regionale schaal
- Lokale schaal
Aantekening

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Aan de slag!
  • Lees de tekst op pagina 58/61 in je tekstboek.
  • Maak de opdrachten 1, 2, 4, 5, 8 (huiswerk)
  • Maak examenvraag 4.4. stencil
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen of in tweetallen op fluistertoon.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
  • GEEN TELEFOONS.

Slide 33 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; mij@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m vrijdag

Slide 34 - Tekstslide