Past Simple/ ontkenningen en vraagzinnen

Today recap (herhaling):

1.Past Simple (VT)
2.Word order
3.Bijwoorden van tijd 

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Today recap (herhaling):

1.Past Simple (VT)
2.Word order
3.Bijwoorden van tijd 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson goals
.

 Wanneer gebruik je de Past Simple?

- Hoe maak je de Past Simple?

- Hoe kan je de Past Simple herkennen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
PAST SIMPLE

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
De verleden tijd noemen we in het Engels de Past Simple.
 

  •  Wanneer gebruik je de past simple?
  • Hoe maak je de past simple?
  • Uitzonderingen van de past simple 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
Als in het verleden iets gebeurt, gebruik je de past simple 
The past simple eindigt vaak op -ed. 
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I played
You played
He/she/it played
We played
They played
You played
I did not play
You did not play
He/she/it did not play
We did not play
They did not play
You did not play
Did I play?
Did you play?
Did he/she/it play?
Did we play?
Did they play?
Did you play?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Past Simple
Bij regelmatige ww                              Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed



Je gebruikt de Past Simple als je het hebt over  iets dat in het verleden gebeurd is en nu afgelopen is.

Let op:
try - tried
live - lived

2e rij (Past Simple)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: past simple "To be" (zijn)
Past simple met to be.
+
-
?
I was there.
I wasn't there.
Was I there?
You were there.
You weren't there?
Were you there?
He / She / It was there.
He / She / It wasn't there.
Was he / she / it there?
We / You / They were there.
We / You / They weren't there.
Were we / you / they there?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden hebben geen regelmatige uitgang. Bijvoorbeeld: to go → went. Er zijn veel onregelmatige werkwoorden, dus het is belangrijk om ze te leren.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe je onregelmatige werkwoorden vervoegt in de past simple.
Fill in the correct Past Simple form:
Nancy ....... with her friends yesterday.
A
plays
B
played
C
plaied
D
did played

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple: Questions
Bij alle werkwoorden:
Did + onderwerp + hele werkwoord
Je vervoegt dus helemaal niks!!!
Examples:
Did you go?
Did she see?
Did they find?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple: Negations (ontkenningen)
Bij alle werkwoorden:
Onderwerp + didn't + hele werkwoord
Je vervoegt dus helemaal niks!!!!
Examples:
I didn't go
He didn't see
We didn't find

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple: Negations
Bij  was/were of would of hulpwerkwoorden zoals could en would voeg je n't(not) toe.
She wasn't in Italy last summer.
Rick and Bo weren't happy to leave France.
I couldn't see the Mona Lisa in Paris.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:

Welke woorden horen bij de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - ed
B
shit = hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lia ____ (sleep) in a hotel yesterday.
A
Slept
B
Sleeped
C
Sleeping
D
Sleeps

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the following sentence in the past simple:
I ... (teach) myself to play the piano.
A
teached
B
taught
C
teacht
D
taucht

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the following sentence in the past simple:
Zoe ... (cry) when she first saw Titanic.
A
cryed
B
cryet
C
cried
D
criet

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the following sentence in the past simple:
Andrea ... (travel) all the way to Marokko.
A
traveled
B
travelled
C
travelt
D
travellet

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drake ... (perform) on stage last night.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct past simple form:
....... that movie last night? (to see)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Make a negations with the past simple
I.... him with his test. (to help)
ontkenning!

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I understand the Past simple
yes
no
a little

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct Past Simple form (question):
....... for his test? (to study)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I need more help for understanding the Past simple
yes
no

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies