unit 2.2

Log in with your phone

Go to www.lessonup.app
And enter the code found here.
                            Use your name and choose 1 emoji (no skulls, etc)

                          Put your exercise book and agenda on the table
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Log in with your phone

Go to www.lessonup.app
And enter the code found here.
                            Use your name and choose 1 emoji (no skulls, etc)

                          Put your exercise book and agenda on the table

Slide 1 - Tekstslide

Welcome to class
Lesson will be recored and send to MLO

today you will recap on the vocabulary A, you will learn to pronounce vocabulary B
you will learn how to use the plurals and demonstrative pronouns
(aanwijzende voornaamwoorden)

Slide 2 - Tekstslide

to Dutch:
to match

Slide 3 - Open vraag

to recommend

Slide 4 - Open vraag

to zip up

Slide 5 - Open vraag

tie

Slide 6 - Open vraag

Pyjamas

Slide 7 - Open vraag

Every time accessories are on sale, I like to pick out those that suit me.

Slide 8 - Open vraag

How to make plurals...
plurals = meervoud

Slide 9 - Tekstslide

How do you write in plural...

jumper
A
jumpers
B
jumperz
C
jumper's

Slide 10 - Quizvraag


Church
A
churches
B
churchs
C
churchis
D
church's

Slide 11 - Quizvraag


box
A
boxes
B
boxs
C
boxis
D
boxiz

Slide 12 - Quizvraag


hobby
A
hobbys
B
hobbies
C
hobbyz
D
hobby's

Slide 13 - Quizvraag


baby
A
babys
B
babies
C
babyz
D
baby's

Slide 14 - Quizvraag


life
A
lifez
B
livez
C
lifes
D
lives

Slide 15 - Quizvraag


scarf
A
scarfs
B
scarfz
C
scarves
D
scarvez

Slide 16 - Quizvraag


layoff
A
layoffs
B
layoff's
C
layovves
D
layovvez

Slide 17 - Quizvraag


video
A
videos
B
video's
C
videoes
D
videoez

Slide 18 - Quizvraag


tomato
A
tomatoes
B
tomatoez
C
tomatos
D
tomatoz

Slide 19 - Quizvraag

foot
A
foot's
B
feet
C
footes
D
feets

Slide 20 - Quizvraag

Pyjamas

Slide 21 - Open vraag

waar eindigen de woorden op?
normaal:
eindigt het op een sis-klank:
eindigt het op een -y:
eindigt het op een -f(e):
eindigt het op een -ff:
eindigt het op een -o: woorden ALLEEN meervoud
onregelmatige 

jumper
box / church
hobby
scarf
layoff
tomato / video
pyjamas / glasses / police
man / foot / mouse / etc.

Slide 22 - Tekstslide

maken
3 min voor opdracht 2
timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide

grammar demonstratives


7 min exercise 5

ev/mv/dichtbij/ver

Slide 24 - Tekstslide

5 min 
exercise 6

Slide 25 - Tekstslide

homework for next week thursday

vocabulary A en B

grammar plurals 

grammar demonstratives

Slide 26 - Tekstslide