Duurzame keuzes

Voeding en duurzaamheid

Duurzame keuzes 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerroute VTLeerroute HLeerroute VLeerroute 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Voeding en duurzaamheid

Duurzame keuzes 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Over welke onderwerpen maak jij je zorgen? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actualiteit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zit het meeste vet in?
A
1 eetlepel olijfolie
B
1 handje ongezouten noten
C
1 avocado
D
1 handje paprika chips

Slide 6 - Quizvraag


1 eetlepel olijfolie=10g
1 handje ongezouten noten= 13,8g
1 avocado
Er zit 35,1 gram vet in 1 stuk (180 gram) avocado, waarvan 4 gram verzadigd vet. Voor je hart en bloedvaten is het gezond om vooral producten te kiezen met veel onverzadigde vetten. (31 gram)
Een glas vers geperste sinaasappelsap bevat evenveel kcal als een glas cola.
A
Feit
B
Fabel

Slide 7 - Quizvraag

Zo krijg je met een glas cola 6,5 suikerklontjes binnen, maar met een glas cola light 0 suikerklontjes. Een glas versgeperste sinaasappelsap bevat goede voedingsstoffen zoals vitaminen en vezels, maar ook 6,5 suikerklontjes.

Hoe belangrijk vind jij duurzaamheid?
A
Niet belangrijk
B
Een beetje belangrijk
C
Belangrijk
D
Heel belangrijk

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een doosje rood fruit ziet er niet mooi meer uit. Daarom is het niet meer geschikt voor het ijs. Je bewaart het om er een vruchtensaus van te maken.
Zo werk je wel/niet duurzaam.

A
wel
B
niet

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duurzame voedingspatronen zijn voedingspatronen die..
A
Een lage milieubelasting hebben
B
Bijdragragen aan voedselzekerheid
C
Biodiversiteit en ecosystemen respectere
D
Veilig en gezond zijn

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is duurzaam werken?
A
Als eten er niet vers uit ziet het meteen weggooien
B
Zuinig omgaan met het milieu en producten
C
Veel afval

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welk logo op een etiket kun je zien of het voedsel duurzaam is geproduceerd?
A
OKE
B
KOE
C
OEK
D
EKO

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet het Voedingscentrum? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Opstellen van nieuwe voedingsvoorlichting
B
Geven van advies aan de regering
C
Onderzoek doen
D
Gezonde en duurzame voeding bevorderen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de groene asperge uit Peru een duurzaam product als het in Nederland geconsumeerd wordt?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9) Wat is juist.
I. In een kwaliteitszorgsysteem staan alleen de onderdelen ten aanzien van de voedselveiligheid, duurzaamheid staat o.a. in een keurmerk.
II. Een keurmerk gaat o.a. over duurzaamheid. Kwaliteit wordt hierin niet weergegeven.
A
I en II zijn onjuist
B
I is juist, II is onjuist
C
I is onjuist, II is juist
D
I en II zijn juist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is beter voor het milieu?
A
Duurzame verpakkingen
B
Kunststof verpakkingen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

34: lucht, water, geluid, trillingen, afvalstoffen, energiegebruik en reinigen/desinfectie dit zijn?
A
Milieufactoren
B
Duurzame alternatieven

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kunnen duurzame verpakkingen van gemaakt zijn?
A
Plastic
B
Papier en Karton

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kan vis het MSC-keurmerk krijgen?
A
Als het duurzaam is gevangen
B
Als het duurzaam is gekweekt
C
Als het biologisch is gekweekt

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De powerpoint is de basis daarnaast maak je een keuze uit onderstaande opties: 
  • Je doet een interview over je onderwerp met 1 of meerdere bekenden: huisgenoten of je  met een familielid of medeleerling.
    Je maakt van dit interview een verslag. Vertel wie je interviewt, waarom en schrijf de vragen en antwoorden uit. 
  • Je maakt een enquête waarbij eerst een aantal vragen opstelt: kan bijvoorbeeld via google forms of surveymonkey, dit is gratis. Je zet een link naar de enquête in je powerpoint. 



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtlijnen voor de opdracht: Duurzame keuzes 
  •  Inhoud van de PowerPoint ongeveer 10-12 sheets. Dit inclusief het interview of een link naar de enquête en grafiek
  • Hoofdtekst lettergrootte 12
  • Voorblad met titel, datum en vak
  • Inleiding 
  • Achtergrondstuk over het onderwerp
  •  Interview(s) met max.2 personen of enquête
  • Bronnen
  • Afbeeldingen zijn prima, maar niet in plaats van teksten:  dus ter ondersteuning van de tekst. 
  • Humor mag: moet wel met onderwerp te maken hebben.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding en nabespreking. Met de volgende onderdelen:


  • Hoe ging het met het kiezen van het onderwerp? Kreeg je hulp of heb je hulp gezocht?
  •  Hoe ging het met het verzamelen van informatie? 
  •  Hoe heb je een keuze gemaakt wat belangrijk was om te verwerken in de opdracht?  
  •  Wat heb je geleerd door het doen van dit onderzoekje?  
  • Wat zou je de volgende keer hetzelfde doen? Wat zou je juist anders doen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het slotwoord
• Je schrijft een slotwoord met daarin de volgende onderdelen:
  •  Hoe ging het met het kiezen van het onderwerp? Kreeg je hulp of heb je hulp gezocht?
  • Hoe ging het met het verzamelen van informatie?
  • Hoe heb je een keuze gemaakt wat belangrijk was om te verwerken in de opdracht? Vond je dit makkelijk of juist moeilijk? Leg uit.
  •  Wat heb je geleerd door het doen van dit onderzoekje?
  •  Wat zou je de volgende keer hetzelfde doen? Wat zou je juist anders doen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Je hebt de uitleg gevolgd.
  • Nu aan de slag.
  • Je werkt rustig zonder elkaar te storen. 
  • Bij vragen stel je die aan de docenten. 
  • Succes!  

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Hoe is het gegaan? 
  • Wat ging goed? Wat ging minder? 
  • Wat gaan wij de volgende les doen? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies