Basischemie H3: Elementen en verbindingen

Hoofdstuk 3: Elementen en verbindingen

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kunt u de verschillen tussen elementen en verbindingen uitleggen.
• Aan het einde van de les kunt u de concepten van moleculen en kristallen begrijpen.
• Aan het einde van de les kunt u de processen van chemische ontleding en reactievergelijkingen uitleggen.
• Aan het einde van de les kunt u de aggregatietoestanden en symbolen in een chemische context interpreteren.

Wat weet je al over elementen en verbindingen?

Definitie en eigenschappen van elementen en verbindingen

• Element: zuivere stof die chemisch niet gesplitst kan worden in nieuwe stoffen met nieuwe eigenschappen.
• Verbinding: zuivere stof die chemisch gesplitst kan worden in verschillende nieuwe stoffen met verschillende eigenschappen.

Uitleg over moleculen en kristallen

• Molecuul: deeltje ontstaan door vereniging van atomen.
• Kristalrooster: een stapel van vele geladen deeltjes die elkaar vasthouden.

Chemische ontleding en reactievergelijkingen

• Chemische ontleding: de chemische splitsing van een zuivere stof, waarbij nieuwe stoffen met nieuwe eigenschappen ontstaan.
• Reactievergelijking: een weergave van een chemische reactie, waarbij links de uitgangsstoffen en rechts de producten staan.

Aggregatietoestanden en symbolen in chemische context

• Aggregatietoestand: de fysieke staat (vast, vloeibaar of gasvormig) van een stof onder bepaalde temperatuur- en drukomstandigheden.

Definitie en eigenschappen van elementen en verbindingen

• Element: zuivere stof die chemisch niet gesplitst kan worden in nieuwe stoffen met nieuwe eigenschappen.
• Verbinding: zuivere stof die chemisch gesplitst kan worden in verschillende nieuwe stoffen met verschillende eigenschappen.
• Molecuul: deeltje ontstaan door vereniging van atomen.
• Kristalrooster: een stapel van vele geladen deeltjes die elkaar vasthouden.
• Chemische ontleding: de chemische splitsing van een zuivere stof, waarbij nieuwe stoffen met nieuwe eigenschappen ontstaan.
• Reactievergelijking: een weergave van een chemische reactie, waarbij links de uitgangsstoffen en rechts de producten staan.
• Aggregatietoestand: de fysieke staat (vast, vloeibaar of gasvormig) van een stof onder bepaalde temperatuur- en drukomstandigheden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.