WVHG 2023 groep 6

Erevoorzitter Wijzer in geldzaken:
Hare Majesteit Koningin Maxima
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Erevoorzitter Wijzer in geldzaken:
Hare Majesteit Koningin Maxima

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Wie ben ik? 
- Waar werk ik?
- Wat doe ik? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit? 

Slide 3 - Tekstslide

Bedwingen: weerstaan
Bling: verleidingen.
Hoe kunnnen we verleidingen doorzien en hoe kunnen we blijven dromen en doen zonder in de problemen te komen. Want wat lonkt en blinkt er een hoop. ‘Bling’ is overal en soms moeilijk te weerstaan.
Het is prima om soms aan een verleiding toe te geven, zolang je maar weet wanneer je de bling moet bedwingen om niet in financiële problemen te komen.
Gelddilemma

Je moet kiezen:
€ 10,- nu 
of 
€ 20,- over 2 maanden 
?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een tegeltjewijsheid?
Wat is een 
tegeltjeswijsheid? 

Slide 5 - Tekstslide

Een wijsheid die op een tegeltje wordt geplaatst. Het is vooral heel populair in Nederland, daar worden de wijsheden vaak op een blauw tegeltje gezet. Het zijn korte tekstjes van een paar zinnen en die proberen heel kort iets grappig of slim te zeggen. Vaak hele oude wijsheden die vandaag de dag ook nog gelden; zo ook over geld. Voorbeeld volgende slide
Welke wijsheden kennen jullie nog meer? 
Welke kennen jullie nog meer? 
Geld maakt
niet gelukkig

Slide 6 - Tekstslide

Geld maakt niet gelukkig: eens? oneens?
Vaak maakt het geld op zich niet gelukkig, (gezondheid, vrienden, familie etc) maar de ervaringen die je ermee kunt kopen kunnen wel een geluksgevoel geven. Het zit niet altijd in spullen: materialistisch. 
Is geld belangrijk? 
Welke wijsheden over geld kennen jullie, dit mogen spreekwoorden/gezegden zijn maar ook eigen bedachte quotes. In (tafel)groepjes inventariseren en per groepje een quote op de poster die in de klas wordt gehangen schrijven.
  • Zwemmen in het geld
  • Grof geld voor iets betalen
  • Het geld groeit me niet op de rug
  • Geld moet rollen (het liefst mijn kant op)
  • Als het geld op is, is het kopen gedaan
  • Tijd kost geld en geld kost tijd
  • Geld maakt niet gelukkig

Slide 7 - Tekstslide

Klassiskaal de poster bespreken en de spreekwoorden/gezegden in de lesson-up bijlangs.
Hoe kom jij aan geld? 

Wat moet/mag jij er mee doen? 

Slide 8 - Tekstslide

Zakgeld
Zomaar geld
Sparen voor iets
Klusjes
Geld bijzondere feestdagen
verkopen spullen op rommelmarkt

afspraken met je ouders: móet je sparen, wat mag je allemaal kopen? cadeautjes voor vrienden, moet je overleggen voor je iets koopt? etc

Zakgeld
Krijgt iedereen zakgeld?

Krijgt iedereen evenveel zakgeld?
- 8 jaar € 1,00 tot € 2,00
- 9 jaar € 1,10 tot € 2,00
- 10 jaar € 2,00 tot € 2,30
- 11 jaar € 2,00 tot € 2,30




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen van sparen
  • Je hebt meer geld en je kan dus een grotere aankoop doen
  • Extra blij dat je het nu wel kunt kopen; het wachten is beloond
  • Je bent TROTS dat je het zelf bij elkaar gespaard hebt



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bankrekening
  • Een bankrekening op jouw naam
  • jouw naam, jouw verantwoordelijkheid?
  • Een pinpas bij je bankrekening
  • Pinnen en betalen met je pinpas
  • Geldautomaat, winkels, online
  • De bankieren-app
  • Afspraken met je ouders
  • Veiligheid

Slide 11 - Tekstslide

Bankrekening kan vanaf de geboorte met toestemming ouders
Pinpas is ook mogelijk
Meestal vanaf 12 jaar omgezet naar jongerenrekening
Inzage in je bankrekening met app
Ouders blijven verantwoordelijk.

de pincode uit het hoofd te kennen;
dat ze hun pincode nooit aan iemand anders mogen vertellen;
dat ze hun betaalpas op een veilige plaats bewaren;
dat je kind de betaalpas nooit uit mag lenen aan iemand anders;
om tijdens het pinnen met pincode altijd een hand voor het scherm te houden;
altijd te controleren of er geen omstanders meekijken tijdens het pinnen;
niet in te gaan op ‘behulpzame mensen’ tijdens het pinnen;

verschil pinnen bij de geldautomaat, pinnen in de winkel en online afrekenen.
Bij veiligheid bruggetje naar volgende slide; geldezel.
Wat kost het? 
  • Hoeveel kost dit horloge van   Dusan Tadic? 
  • Patek Phillippe van €240.000   tot €430.000
  • Is dat veel vergeleken met een   gemiddeld salaris in Nederland? 
  • Gemiddeld salaris is €33.580   per jaar en €2.798 per maand.

Slide 12 - Tekstslide

wat vinden jullie van dit soort bezittingen/aankopen. Zou je zelf iets heeeeel duurs willen hebben.
Wat kost het? 
  • Wat kost een brood? 
  • Ongeveer €2,50
  • Wat kost een patatje mayo? 
  • Ongeveer €2,50


Slide 13 - Tekstslide

in verhouding:
met een brood kun je een heel gezin voeden, met een patatje....wel lekkerder!! 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ

Slide 15 - Tekstslide

10 vragen met telkens 2 antwoordmogelijkheden: goud of zilver. kaart in de lucht. er vallen kinderen af. dit geeft niets, eerlijk spelen, voor iedereen is een prijsje. Winnaar quiz krijgt extra prijsje.
Kun je € 22,- pinnen? 

Ja = Goud

Nee = Zilver 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nee = Zilver 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zakgeld krijgt een 9-jarige? 

Goud= 
tussen € 1,10 tot € 2,00
Zilver= 
tussen  € 2,00 tot € 2,30

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goud

Tussen de € 1,10 en € 2,00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke eend zwemt in z'n geld? 
Goud:
Guus Geluk

Zilver:
Dagobert Duck

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zilver:
Dagobert Duck

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel reclameboodschappen en -logo’s zien/horen we gemiddeld per dag
Goud
een paar honderd

Zilver
een paar duizend

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zilver  
een paar duizend

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel euromunten heeft Nederland?
Goud
6

Zilver
8

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Zilver

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar komt het woord 'geld' vandaan?

Van het woord 'goud' (gold) = Goud

Van het woord 'geleend' = Zilver

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van het woord 'goud' (gold) = Goud

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel landen hebben de euro als wettig betaalmiddel?


16 = Goud

24 = Zilver

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


24 = Zilver 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gram weegt een
2 euro munt?




TIP:
méér dan 2,50 gram 
minder dan 18,50 gram

Slide 30 - Tekstslide

benaderingsvraag hoeft alleen gespeeld als er nog een paar kinderen over zijn. 

Een 2 euro munt






 weegt 8,50 gram

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

bij tijd over en als de sfeer goed is; rap afspelen (heb ik vorig jaar een paar keer gedaan)