MHW - H 1 - Paragraaf 1 + 2 + 3

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst!

Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
"NATUURKUNDE"

Slide 3 - Woordweb

Wat wil je graag leren over
"NATUURKUNDE"

Slide 4 - Woordweb

Lessen Natuurkunde
Zorg dat je voor natuurkunde altijd meeneemt:

- Aantekeningen schrift
- Pen
- Potlood (2 kleuren)
- Geodriehoek
- Rekenmachine
- Ipad / Laptop





Slide 5 - Tekstslide


Wat mag wel:









Wat mag niet:









Regels tijdens Natuurkunde

Slide 6 - Tekstslide


Wat mag wel:
- Vragen mag je altijd stellen, zolang je je hand opsteekt.
- RUSTIG! overleggen tijdens zelf oefenen








Wat mag niet:
- Praten tijdens de uitleg.

- Luid overleggen tijdens zelf oefenen.








Regels tijdens Natuurkunde

Slide 7 - Tekstslide


Wat mag wel:
- Vragen mag je altijd stellen, zolang je je hand opsteekt.
- RUSTIG! overleggen tijdens zelf oefenen

- Muziek luisteren, met oortjes, tijdens zelf oefenen.






Wat mag niet:
- Praten tijdens de uitleg.

- Luid overleggen tijdens zelf oefenen.

- Telefoons volgens schoolregels.
- Oortjes dragen tijdens de rest van de les.






Regels tijdens Natuurkunde

Slide 8 - Tekstslide


Wat mag wel:
- Vragen mag je altijd stellen, zolang je je hand opsteekt.
- RUSTIG! overleggen tijdens zelf oefenen

- Muziek luisteren, met oortjes, tijdens zelf oefenen.






Wat mag niet:
- Praten tijdens de uitleg.

- Luid overleggen tijdens zelf oefenen.

- Telefoons volgens schoolregels.
- Oortjes dragen tijdens de rest van de les.

- De stopcontacten uit het plafond trekken. Dit doet de leraar.




Regels tijdens Natuurkunde

Slide 9 - Tekstslide


Wat mag wel:
- Vragen mag je altijd stellen, zolang je je hand opsteekt.
- RUSTIG! overleggen tijdens zelf oefenen

- Muziek luisteren, met oortjes, tijdens zelf oefenen.




- Drinken tijdens theorie les (Geen frisdrank).

Wat mag niet:
- Praten tijdens de uitleg.

- Luid overleggen tijdens zelf oefenen.

- Telefoons volgens schoolregels.
- Oortjes dragen tijdens de rest van de les.

- De stopcontacten uit het plafond trekken. Dit doet de leraar.

- Drinken tijdens een practicum.
- Eten.


Regels tijdens Natuurkunde

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 2: Natuurwetenschappen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Biologie
bestudeert alle levende natuur. Ook bestudeert het alles wat ooit geleefd heeft.

Slide 16 - Tekstslide

Scheikunde (chemie)
bestudeert de levenloze natuur. Scheikunde houdt zich bezig met blijvende veranderingen van stoffen. Deze noemen we chemische reacties.

Slide 17 - Tekstslide

Natuurkunde (fysica)
 bestudeert ook de levenloze natuur. Natuurkunde
houdt zich bezig met omkeerbare veranderingen. Deze noemen we processen.

Slide 18 - Tekstslide



Biologie, Scheikunde en Natuurkunde vormen samen de Natuurwetenschappen.

Slide 19 - Tekstslide

- Biologie en Natuurkunde heet Biofysica.
- Natuurkunde en Scheikunde heet Fysische Chemie.
- Biologie en Scheikunde heet Biochemie.

Slide 20 - Tekstslide

Bij welk vak hoort:

Een boom groeit?
A
Biologie
B
Scheikunde
C
Natuurkunde
D
Combinatie

Slide 21 - Quizvraag

Bij welk vak hoort:

Een boom verbrand?
A
Biologie
B
Scheikunde
C
Natuurkunde
D
Combinatie

Slide 22 - Quizvraag

Bij welk vak hoort:

Een boom valt om?
A
Biologie
B
Scheikunde
C
Natuurkunde
D
Combinatie

Slide 23 - Quizvraag

Bij welk vak hoort:

Een vliegtuig gebruikt zijn straalmotor om door de lucht te vliegen?

A
Biologie
B
Scheikunde
C
Natuurkunde
D
Combinatie

Slide 24 - Quizvraag

Paragraaf 3: Waarnemen

Slide 25 - Tekstslide

Verschijnsel:
Een verschijnsel is iets dat gebeurt. Dit kan van alles zijn! 
Ook bijvoorbeeld dat sneeuw koud is!

Waarnemen:
Met je zintuigen kan je verschijnsels waarnemen. Je kan voelen dat sneeuw koud is, en dit opschrijven.


Slide 26 - Tekstslide

Mensen zijn niet heel precies als zij waarnemingen doen.

Om precieze waarnemingen uit te kunnen voeren gebruiken wij meetinstrumenten.

Dan weet je ook hoe koud de sneeuw was!

Slide 27 - Tekstslide

Meetinstrumenten

Slide 28 - Woordweb

i


Vgem = Gemiddelde snelheid (m/s)

s = afstand (m)

t = tijd (s)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide