3G LTC week 36

Woensdag 7 september
1. behandelde stof: korte overhoring
2. leerstof+ toets inplannen 
3. voornaamwoorden
4. afsluiting

Lesdoelen: je kunt de aanw. en pers. voornaamwoorden herkennen, benoemen en vertalen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woensdag 7 september
1. behandelde stof: korte overhoring
2. leerstof+ toets inplannen 
3. voornaamwoorden
4. afsluiting

Lesdoelen: je kunt de aanw. en pers. voornaamwoorden herkennen, benoemen en vertalen

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaalde stof
1. functies naamvallen
2. groep 1, 2, 3
3. werkwoordstijden pr/impf/pf/plqpf
4. coni. in de bijzin

Slide 2 - Tekstslide

Nog te behandelen/herhalen
5. is/hic (w36)
6. AcI (w36)
7. passief (w37)
8. relativum (w37)
9. groep 4 en 5 (w38)

Slide 3 - Tekstslide

2. Grammatica-toets

Leerstof in Word-document
Voorstel toets: donderdag 29 september

Slide 4 - Tekstslide


3. 
Het aanwijzend/persoonlijk voornaamwoord

Bekijk per tweetal de instructies en beantwoord de volgende vragen:

1. Welke aanwijzend en persoonlijk vnw kennen we in het Nederlands?

2. Geef in het Nederlands twee zelfbedachte voorbeeldzinnen met een aanwijzend en persoonlijk voornaamwoord erin.
3. Wat valt er op aan de rijtjes van de aanw. vnw. in het Latijn? Zijn er bijvoorbeeld overeenkomsten met andere rijtjes? Vormen die met elkaar overeenkomen?

4. Wat is het verschil tussen het bijvoeglijk en zelfstandig gebruik van het aanwijzend voornaamwoord? Illustreer dit met twee voorbeelden. 

5. Wat is het verschil tussen is/ea/id en hic/haec/hoc? 

6. Maak nu alleopgaven op p.1 van de scan 'Minerva 1 oefeningen 8-12'.
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

4. Afsluiting
Lesdoel: je kunt de voornaamwoorden herkennen, benoemen en vertalen

Slide 6 - Tekstslide

Vertaal deze zin: Puella eo dono laeta est.

Slide 7 - Open vraag

Zelfstandig of bijvoeglijk?
Puella huic donum dat.

A
zelfstandig
B
bijvoeglijk

Slide 8 - Quizvraag

Donderdag 8 september
1. terugblik: is/ea/id+ hic/haec/hoc
2. De AcI: herhaling
3. Oefenen

Lesdoel: je kunt de AcI herkennen, omschrijven en vertalen. 

Slide 9 - Tekstslide

1. is/ea/id hic/haec/hoc
-vragen bespreken
-oefening nakijken

Slide 10 - Tekstslide


3. 
Het aanwijzend/persoonlijk voornaamwoord

Bekijk per tweetal de instructies en beantwoord de volgende vragen:

1. Welke aanwijzend en persoonlijk vnw kennen we in het Nederlands?

2. Geef in het Nederlands twee zelfbedachte voorbeeldzinnen met een aanwijzend en persoonlijk voornaamwoord erin.
3. Wat valt er op aan de rijtjes van de aanw. vnw. in het Latijn? Zijn er bijvoorbeeld overeenkomsten met andere rijtjes? Vormen die met elkaar overeenkomen?

4. Wat is het verschil tussen het bijvoeglijk en zelfstandig gebruik van het aanwijzend voornaamwoord? Illustreer dit met twee voorbeelden. 

5. Wat is het verschil tussen is/ea/id en hic/haec/hoc? 

6. Maak nu alleopgaven op p.1 van de scan 'Minerva 1 oefeningen 8-12'.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

2. De AcI
-> powerpoint

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal: Discipuli magistros semper iratos esse dicunt. [discipulus=leerling]

Slide 13 - Open vraag

3. Reflecteer en kies:
Ging de vertaalvraag goed? 
-> maak taaloefening B en de  D-toets op p. 3 van de scan

Wil je nog wat meer oefenen voor je begint aan vertalen?
->maak oefeningen A en B  op p.2 van de scan

Slide 14 - Tekstslide